3 M&O identiteit filters are great


Meertaligheid 


Identiteit
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Wellness en lifestyleSecundair onderwijs

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


Meertaligheid 


Identiteit

Slide 1 - Slide

Meertaligheid
Iedereen is meertalig.
Nederlands, Engels, Arabisch, dialecten, chattaal, straattaal of gebarentaal.

Slide 2 - Slide

Taal bepaalt
mijn identiteit?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

oefening 2 - wat zegt men over identiteit in het filmpje?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

2. mijn persoonlijke identiteit(en)
Persoonlijke identiteit = wie jij zegt wie je bent op basis van je eigenschappen
identiteit op basis van leeftijd= leeftijd zoals op id-kaart, levensfase
Geslachtsidentiteit = m/v/x op basis van uiterlijke kenmerken 
Genderidentiteit = hoe we ons voelen: m/v/x

Slide 7 - Slide

Oefening 3: de genderkoek
geslachtsidentiteit = lichamelijke aspecten bepalen of je M/V/ X                                               bent
genderidentiteit = je innerlijke gevoel van vrouwelijkheid, mannelijkheid, queerness, ... 
genderexpressie = manier waarop je je gedraagt, kleedt, spreekt, ... 
sexuele geaardheid = tot wie je je seksueel aangetrokken voelt

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

anders of gedeeld?

Slide 10 - Slide

3. mijn groepsidentiteit(en)
je identiteit wordt ook bepaald door de groepen waartoe je behoort = sociale identiteit of groepsidentiteit

Oefening 4: tot welke groepen behoor jij? 

Slide 11 - Slide

ik

Slide 12 - Mind map

3.1 nationale identiteit
Nationaliteit heeft te maken met het land waar je vandaan komt of waar je woont. Men voelt vaak een culturele band met het land waar men vandaan komt of al lang woont. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

welke nationaliteiten herken je? Andere typische groepen?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

vriendengroep/
hobbygroep

Slide 19 - Mind map

3.2 culturele identiteit
heeft te maken met de (sub)cultuur waartoe je behoort. Ze geeft ons het gevoel dezelfde waarden, normen en opvattingen met anderen te delen. Het kan gebaseerd zijn op:
- taal/dialect
- muziek
- gebruiken/tradities
- bepaalde regio's

Slide 20 - Slide

voorbeeld subcultuur - tradities

Slide 21 - Slide

3.3 identiteit vanuit hobby- of vriendengroepen
- groepsleden spreken eigen taal
- groepsleden hebben eigen gewoontes
- hobbygroepen kunnen vriendengroepen worden
- niet alle vriendengroepen zijn ook je hobbygroep

Slide 22 - Slide

Van welke hobby- en vriendengroepen maak jij deel uit?

Slide 23 - Open question

3.4 levensbeschouwelijke identiteit
Levensbeschouwing = je visie op het leven
2 soorten: 
-religieuze levensbeschouwingen (oa 5 wereldgodsdiensten)
- seculiere levensbeschouwingen: vb. liberalisme, humanisme, feminisme, socialisme, ... 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

welke religies
komen aan bod?

Slide 26 - Mind map

3.5 hoe bouw je een groepsidentiteit op? 
oefening 8

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

4. oefeningen
Oefening 9

Slide 34 - Slide

oefening 9

Slide 35 - Slide

Oef 10                                                                 

Slide 36 - Slide

Oefening 10: oplossing
1. genderidentiteit
2. levensbeschouwelijke identiteit
3. culturele identiteit + nationale identiteit

Slide 37 - Slide

Oefening 11 'identikit'
Vul aan op de taak (op papier)
ommezijde: hier mag je knippen/plakken, tekenen of digitaal afbeeldingen zoeken en afdrukken

Slide 38 - Slide

Extra oefeningen
Over welk soort identiteit gaat het in de volgende dia's?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide