2.2 De bevolking groeit en vertrekt (deel 1)

2.2 De bevolking groeit en vertrekt
1 / 51
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.2 De bevolking groeit en vertrekt

Slide 1 - Slide

Nieuw hoofdstuk: H 2 Bevolking en cultuur

Slide 2 - Slide

Paragraaf 2 Druk en het wordt nog drukker!

Slide 3 - Slide

Lesplanning
- herhalen vorige les
- Zelfstandig lezen 2.2 
- herhalen + uitleg
- vragen?
- zelfstandig werken

Slide 4 - Slide

Een ontwikkelingsland kun je onder andere herkennen aan:
timer
0:15
A
Hoog geboortecijfer
B
Laag geboortecijfer
C
Laag sterftecijfer

Slide 5 - Quiz

Wat is geen oorzaak van een hoog geboortecijfer?
timer
0:15
A
Kinderen zijn nodig om op het land te werken
B
Vanwege het geloof gebruiken mensen geen voorbehoedsmiddelen
C
Er is een lage kindersterfte
D
Je krijgt meer aanzien als je veel kinderen hebt

Slide 6 - Quiz

Waarom zijn gezinnen in hoge-inkomens landen kleiner?
timer
0:30

Slide 7 - Open question

Als er in een gebied veel mensen wonen is de bevolkingsdichtheid...
timer
0:15
A
Hoog
B
Gemiddeld
C
Laag

Slide 8 - Quiz

De manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn noemen we...
timer
0:15
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
Bevolkingsgrafiek

Slide 9 - Quiz

Bevolkingsdichtheid berekenen:
Het aantal mensen in een land gedeeld door het aantal km2's
Nederland:
Oppervlakte = 41.543 km2
Aantal inwoners = 17.180.000

17.180.000 : 41.543 = 413,55 mensen per vierkante kilometer



Slide 10 - Slide

Promille
Per duizend mensen, per jaar

- Als er per jaar 40 kinderen per 1000 mensen worden geboren, is het promille: 40
- Als er 100 mensen dood gaan per 1000 mensen, is het promille: 100

Slide 11 - Slide

Lesdoelen deze les
- Je weet de oorzaken van bevolkingsgroei
- Je kunt een bevolkingsgrafiek tekenen en 'lezen' en de bevolkingsgroei van een land uitrekenen

Slide 12 - Slide

Zelfstandig lezen
Paragraaf 2.2
timer
6:00

Slide 13 - Slide

Herhalen + extra uitleg
- leeftijdsopbouw

Slide 14 - Slide

Bevolkingsgrafiek
  • Inwoners land kun je indelen in leeftijdsgroepen: leeftijdsopbouw
  • De leeftijdsopbouw van een land kun je in één oogopslag zien in een bevolkingsgrafiek

Slide 15 - Slide

Japan
Uganda

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke bevolking is jong? Welke bevolking is oud?

Slide 19 - Slide

Bevolkingsgrafiek
- Denk je dat Nederland altijd al dezelfde vorm bevolkingsgrafiek heeft gehad?
- Waarom wel/niet?

Slide 20 - Slide

Wat valt je op aan:
- Europa
- Afghanistan (bevolkingsgroei)
- Qatar (samenstelling + bevolkingsgroei)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Hoe zie je de tweede wereldoorlog terug in bevolkingsgrafiek van Nederland?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Lesdoel check
- Je kunt een bevolkingsgrafiek tekenen en 'lezen' en de bevolkingsgroei van een land 'uitrekenen'

Slide 25 - Slide

Welk land is waarschijnlijk arm en welk land rijk? En waarom denk je dat?

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Tijd: Tot einde van de les 
Nodig: Boek + werkboek
Hoe: individueel of zachtjes met je buur
Opdracht: van paragraaf 2.2: alle opdrachten voor a.s. dinsdag

Slide 27 - Slide

Tweede les
vanaf hier

Slide 28 - Slide

Welke doelen gaan we halen?
Leerdoelen:
- Je begrijpt waarom mensen migreren
- Je kunt een bevolkingsgrafiek tekenen en 'lezen' en de bevolkingsgroei van een land uitrekenen
Hoe gaan we dat doen:
- Opdracht: bevolking
- Migratie
- Push/pull model
- Aan de slag

Slide 29 - Slide

Redenen om te migreren: arbeidsmigratie, vluchtelingen, ecologisch, gezinshereniging.

Slide 30 - Slide

§2 Aantekening: de bevolking groeit en vertrekt
Reden om te migreren:
1. Economisch
2. Politiek
3. Ecologisch
4. Sociale redenen

Motieven migratie onder te verdelen in push- en pullfactoren:

Voorbeeld push: oorlog, droogte
Voorbeeld pull: veiligheid, werk



Slide 31 - Slide

Push- en pullfactoren
  • Oorlog
  • Werkloosheid
  • droogte
  • veiligheid
  • werkgelegenheid

Slide 32 - Slide

Migratie
  • Arbeidsmigrant -> economisch
  • Politieke migrant -> vervolging
  • Ecologische migrant -> natuurramp
  • Sociale migrant -> familie 
Aantekening

Slide 33 - Slide

Wat is het verschil tussen emigratie en immigratie?

Slide 34 - Open question

Migratie
  • Arbeidsmigrant -> economisch
  • Politieke migrant -> vervolging
  • Ecologische migrant -> natuurramp
  • Sociale migrant -> familie 
Aantekening
-> Deze kunnen ook vluchteling zijn

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Push: duwen
Pull: trekken

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Link

Anton verhuist van Antwerpen naar Brussel. Hoe heet dat?
A
Binnenlandse migratie
B
Verhuizing
C
Vakantie
D
Buitenlandse migratie

Slide 40 - Quiz

Oorlog is een ... factor
A
push
B
pull

Slide 41 - Quiz

Gaat deze bevolkingsgrafiek over een arm of een rijk land.
A
Een rijk land
B
Een arm land

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Video

Kijkopdracht
Bekijk de video. Beantwoord de volgende vragen (deze staan ook op het whiteboard)

1. ''Veel mensen uit Afrika dromen van een beter leven in Europa, maar niet omdat er in hun eigen land oorlog is." 
a. Waarom willen deze mensen naar Europa?
b. Waarom zijn de EU en de autoriteiten in Libië vluchtelingen dankbaar wanneer ze terugkeren naar hun vaderland?

2. Gaat het hier om push- of pullfactoren? Verklaar je antwoord.

3. Hoe denken jullie dat er banen in Afrikaanse landen kunnen worden gecreëerd?

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Aan de slag!
Tijd: tot 15:00 uur
Nodig: tekstboek, tabel en pen. 
Hoe: individueel of zachtjes met je buur
Opdracht: Vul de tabel over push en pull factoren bij verschillende migranten in. 

Klaar? Ga aan de slag met het werk bij paragraaf 2.2, zie planner.

Slide 46 - Slide

Aan de slag...
Met de opdrachten van paragraaf 2.2. in je werkboek / in BuiteNLand online. 
1 t/m 6 

Slide 47 - Slide

Volgende les: cultuur!

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Link

Kijkopdracht: welke invloed heeft de mobiele telefoon op cultuur in Burkino Faso
Bekijk de video. Beantwoord de volgende vragen (deze staan ook op het whiteboard)

1.  In het dorpje in Spanje is het bereik voor de
mobiele telefoon heel slecht.
a Hoe komt dat?
b Hoe lossen de mensen dat op?

2 In de Filipijnen wordt gebruik gemaakt van
‘tekst-blasting’.
a Wat is ‘tekst-blasting’?
b Geef een voorbeeld wie van ‘tekst-blasting’
gebruik zou willen maken?
c Waarom is ‘tekst-blasting’ in Nederland niet
mogelijk? 

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Link