4CB - les verbes en -OIR
1 / 33
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Je (pouvoir)
Slide 3 - Open question
Tu (savoir)
Slide 4 - Open question
Il (voir)
Slide 5 - Open question
Nous (vouloir)
Slide 6 - Open question
Vous (recevoir)
Slide 7 - Open question
Ils (devoir)
Slide 8 - Open question
Il (falloir)
Slide 9 - Open question
nous (écrire)
Slide 10 - Open question
tu (lire)
Slide 11 - Open question
ils (connaître)
Slide 12 - Open question
vous (dire)
Slide 13 - Open question
Elle (boire)
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
je (devoir)
Slide 16 - Open question
tu (savoir)
Slide 17 - Open question
il (falloir)
Slide 18 - Open question
nous (voir)
Slide 19 - Open question
vous (vouloir)
Slide 20 - Open question
ils (pouvoir)
Slide 21 - Open question
je (recevoir)
Slide 22 - Open question
Ils (boire)
Slide 23 - Open question
vous (écrire)
Slide 24 - Open question
Tu (dire)
Slide 25 - Open question
Nous (reconnaître)
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Wil jij een stylo?
Slide 28 - Open question
Ik moet luisteren.
Slide 29 - Open question
Hij krijgt een toets.
Slide 30 - Open question
Wij zien de leerkracht.
Slide 31 - Open question
Jullie moeten werken.
Slide 32 - Open question
Zij (f) mogen studeren.
