Paragraaf 5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland

5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland

Slide 1 - Slide

Leerdoel 5.1
Bevolkingsgroei in Duitsland
Wat ga je leren?

Hoe ziet de bevolkingsontwikkeling van Duitsland eruit in de periode 1950 tot 2060?

Slide 2 - Slide

Bevolkingsontwikkeling in Duitsland
Bevolkingsgroei van 1950 - 2002
- 1950: 69 miljoen inwoners
- 2002: 82,5 miljoen inwoners

Bevolkingsafname van 2002 - 2011
Aantal Duitsers daalde in die periode met 2 miljoen. 
Daarna is de bevolking weer licht gegroeid tot ongeveer  83 miljoen nu

Slide 3 - Slide

Bevolkingsontwikkeling in Duitsland
Natuurlijke bevolkingsgroei:
- Sinds 1972: Sterfteoverschot
- Ondanks het sterfteoverschot bleef de bevolking tot 2002 groeien. 
Dat komt door de sociale bevolkingsgroei: 
- Er kwamen veel migranten naar Duitsland







Slide 4 - Slide

Leeftijdsopbouw van Duitsland
Sterke vergrijzing + ontgroening => hoe komt dat?

  1. Levensverwachting is gestegen, mensen worden ouder.
  2. Duitse babyboom begon later dan in NL => na 1950 => deze groep mensen gaat de komende jaren pas voor meer vergrijzing zorgen.
  3. Laag geboortecijfer => ontgroening.
Laag geboortecijfer door: de pil, vrouwen langer wachten met kinderen, meer vrouwen kinderloos.
Leeftijdsdiagram Duitsland

Slide 5 - Slide

Demografisch Transitiemodel => Wat is dat?
Een model/grafiek dat laat zien hoe een land van hoge geboorte- en hoge sterftecijfers overgaat naar lage geboorte- en sterftecijfers doordat de welvaart toeneemt.

=> Dit model gaat dus alleen om de natuurlijke bevolkingsgroei!

Slide 6 - Slide

Demografisch Transitiemodel
Fase 1:
Geboortecijfer + sterftecijfer hoog
Weinig of geen natuurlijke bevolkingsgroei.

Fase 2:
Geboortecijfer hoog
Sterftecijfer daalt snel
Gevolg: snelle bevolkingsgroei.
Fase 3:
Geboortecijfer daalt
Sterftecijfer daalt langzaam
Gevolg: bevolking groeit minder snel.
Fase 4:
Geboortecijfer + sterftecijfer laag
Gevolg: weinig of geen bevolkingsgroei
Fase 5:
Geboortecijfer erg laag
Sterftecijfer laag
Gevolg: afname bevolking door sterfteoverschot

Slide 7 - Slide

Migratie

- Duitsland is een echt immigratieland

- Bijna 25% van de bevolking heeft een migratieachtergrond


Slide 8 - Slide

Migratie
( 4 groepen migranten)
  1. Volksduitsers: mensen uit gebieden die vroeger bij Duitsland hoorden.
  2. Gastarbeiders: Ze kwamen na 1960. Grootste groep zijn de Turken. Zij werkten vooral in de mijnbouw en industriegebieden.

Slide 9 - Slide

3. Arbeidsmigranten: Door open grenzen, veel uit andere EU lidstaten. Vooral uit Polen.

4. Vluchtelingen: bv. uit Syrië, Oekraïne, Afghanistan   

Slide 10 - Slide

Aan de slag...
Theorie 5.1 lezen daarna maken opdrachten: 
2 t/m 7 maken

Zelfstandig

Online maken

Tot einde van de les 

Je mag iets voor jezelf doen
Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Slide 11 - Slide

Herhaling
Paragraaf 5.1
Bevolkingsgroei in Duitsland

Slide 12 - Slide

Ondanks het lage geboortecijfer bleef de bevolking tot 2002 toch groeien.
Wat was de reden?

Slide 13 - Open question

Net als in NL is er in Duitsland sprake van vergrijzing en ongroening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat zijn de 2 oorzaken voor de vergrijzing in Duitsland?

Slide 15 - Open question

Geef 2 oorzaken voor de ontgroening in Duitsland

Slide 16 - Open question

Na 1950 kwamen er vier groepen immigranten richting Duitsland.
Welke onderstaande groep klopt niet?
A
Volksduitsers uit Oost-Europa
B
Veel gastarbeiders uit landen rond Mid.Zee
C
Landen uit voormalige koloniën zoals Suriname
D
Vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan etc.

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van de grafiek hiernaast?
A
democratisch transitiemodel
B
demografisch transitiemodel
C
centrum-periferie model
D
ruraal urbaan model

Slide 18 - Quiz

Waarom daalt in fase 3 het geboortecijfer?

Slide 19 - Open question

Hoeveel mensen zullen er in 2060 in Duitsland wonen?
A
65 miljoen
B
83 miljoen
C
73 miljoen
D
85 miljoen

Slide 20 - Quiz

Maken 
H5 par. 5.1  blz. 118 werkboek vraag
1,2,3,4,5,7,8
timer
5:00

Slide 21 - Slide