Rekenen percentages

Welkom!


Rekenen met procenten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!


Rekenen met procenten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel % begrijp jij
van procenten?

Slide 2 - Mind map

Deze slide is bedoelt om nadruk te leggen op. 100% is alles! 'Hoeveel % snap ik hiervan denken jullie?'

Een deel uitrekenen
Wat is 90% van €1600? 
1. Maak een tabel


€1600
100%
€ ?
90%

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een deel uitrekenen
Wat is 90% van €1600? 
1. Maak een tabel

  • Wat is 1%?
  • Kruislings vermenigvuldigen!
€1600
100%
€ ?
90%

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is 1%?



Om te berekenen wat 1% is, deel je beide getallen door 100. 

100%
1%
€1600
€16

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is 1%?



Om te berekenen wat 1% is, deel je beide getallen door 100. 
Hierna vermenigvuldig je beide getallen met het percentage dat je wil weten. ( in dit voorbeeld x90 )
100%
1%
90%
€1600
€16
€1440

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een kaartje voor de Efteling kost €41.
Ik krijg korting, dus betaal nog maar 70,7% van de prijs. Hoeveel betaal ik voor 2 tickets?
Rond af op hele euro's.
A
?
B
56
C
57
D
58

Slide 7 - Quiz

Ik heb bewust gekozen voor de optie om het vraagteken toe te voegen. Op deze manier krijg ik meer inzicht over of iemand meer uitleg nodig heeft. 

In een winkel krijg je 20% korting. 
Daarnaast heb je 5% kassakorting. 
Hoeveel procent betaal je?
A
25%
B
75%
C
76%
D
24%

Slide 8 - Quiz

Dit is een instapprobleem
Opdracht
Aan een referendum hebben 500 personen deelgenomen.

30% van de personen heeft voor gestemd.
Daarvan is 20% een man.

Hoeveel mannen hebben voor gestemd?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw antwoord?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
Totaal: 500 personen
30% van de personen heeft voor gestemd.
Daarvan is 20% een man.
Hoeveel mannen hebben voor gestemd?
                                   500 x 0,3 = 150

Personen
%
Totaal
500
100
Voor 
?
30%

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Totaal: 150 personen voor 
Daarvan is 20% een man.
Hoeveel mannen hebben voor gestemd?
                                   150 x 0,2 = 30

Personen
%
Totaal
150
100
Voor 
?
20%

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voor volgende les
Maken:  Alle opdrachten Thema Wonen Starttaak (1 t/m 4)

Volgende les: Nulmeting toets


Slide 13 - Slide

This item has no instructions