Pedagogisch werk 2

Welkom!
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhaling vorige week.
Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie.

Slide 2 - Slide

Hoe ontwikkel je?
  • Hoe denk jij dat een kind ontwikkelt?

  • Denk jij dat een kind als een "leeg blad" ter wereld komt en alles aangeleerd moet krijgen?
  • Denk jij dat een kind bepaalde vaardigheden al beheerst en de rest aangeleerd krijgt?
  • Denk jij dat een kind leert door om te gaan met anderen (interactie)?

Slide 3 - Slide

Opvattingen over ontwikkeling

Slide 4 - Slide

Behaviorisme
  • Behaviorisme komt vanuit Engels woord BEHAVIOR= gedrag.
  • Gaan ervanuit dat mensen als onbeschreven blad ter wereld komen.
  • Het kind heeft nog geen vaste gewoonten en gedragingen als het net geboren is.
  • Dit wordt in de loop der jaren aangeleerd -> conditioneren.
  • Kinderen leren door beloning van goed gedrag.
  • Belonen en straffen hoort ook bij conditioneren.


Slide 5 - Slide

Pavlov

  • Behaviorist deed onderzoek met honden.
  • Hij liet een bel horen en gaf honden eten -> honden kwijlen   -> zonder dat ze het eten konden zien -> geprogrammeerd = conditioneren.




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Skinner
  • Behaviorist, die zegt dat dieren bijna alles kunnen leren.
  • Gedrag dat beloont wordt, wil je vaker doen.
  • Behaviorisme in vorige eeuw veel invloed gehad.
  • Je ziet dit op de dag van vandaag nog terug in begeleiding van kinderen.    
  1. Beloon gewenst gedrag. Het gedrag komt dan vaker terug.
  2. Negeer ongewenst gedrag. Het gedrag zal dan minder vaak terugkomen.
  3. Straf alleen als het gevaarlijk is of moet stoppen. Straffen helpt om gedrag te stoppen, je leert er niet van.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Cognitivisme
  • Kinderen onderzoeken de wereld met hun handen, mond, ogen, en neus.
  • Leren door er actief mee bezig te zijn.
  • Leren door te experimenteren.
  • Kennis krijg je niet vanzelf, maar je ‘maakt’ kennis.
  • Nieuwe kennis komt altijd van buitenaf!! 
  • Bijv. op school/sport.

  • Voorbeeld: een kind komt een bal tegen -> die bal daagt het kind uit om nieuwe kennis op te doen.



Slide 10 - Slide

Piaget
  • Kinderen ontwikkelen zich in vier fasen. 
  • In elke fase leren kinderen op een bepaalde manier vaardigheden die passen bij de leeftijd.
  

  1. sensomotorische fase (0-2 jaar)
  2. pre-operationele fase (2-6 jaar)
  3. concreet-operationele fase (6-12 jaar)
  4. formeel-operationele fase (12- 15 jaar)




Slide 11 - Slide

Sensomotorische fase (0-2jaar)
Pre-operationele fase (2-6jaar)
Concreet-operationele fase (6-12jaar)
Formeel-operationele fase (12-15jaar)
Zintuigen om te ontdekken.
Motoriek en geheugen ontwikkelen.

Kinderen leren spreken!
D.m.v. taal leren ze de wereld beter ordenen en begrijpen.
Leert dat het een eigen persoon is.
Nog geen idee van hoeveelheid.

Ruimtelijk en abstract denken is in ontwikkeling.
Logisch denken ontwikkelt.

Ordenen, tellen en rekenen.
Lengte en hoeveelheid inschatten. 
Reflecteren over wat ze hebben gedaan.

Slide 12 - Drag question

Bruner
  • Jerome Bruner ging verder door op het actief kennismaken van Piaget en het cognitivisme en sprak over zelf-ontdekkend leren.
  • Als een kind nieuwsgierig is, het vanuit eigen interesse een uitdaging zoekt en zal willen leren.



  • Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat je een uitdagende omgeving met verschillende materialen aanbiedt.


Slide 13 - Slide

Constructivisme
  • Je leert doordat je samen met mensen ervaringen opdoet.
  • Dit zijn mensen waarmee jij samen opgroeit.



Slide 14 - Slide

Vygotsky
  • Vygotsky zegt dat cognitieve ontwikkeling wordt beïnvloed door interactie (sociaal)+ omgeving waarin je opgroeit (cultureel).
  • Rolmodel = ouders en begeleiders doen dingen voor, zodat kinderen ze na doen.

  • Zone van de naaste ontwikkeling
  • kinderen leren het beste als je ze uitdaagt 
  • met iets wat ze nog net niet begrijpen.

Slide 15 - Slide

Gagne
  • Volgens Robert Gagne = het verstand is een ingewikkeld systeem dat informatie opneemt, opslaat en ordent -> zoals een computer
  • Met dit verstand leert een kind een gebeurtenis te begrijpen, problemen oplossen en beslissingen nemen.
  • Bij nieuwe ervaringen zoekt een kind naar dat wat hij al wist en gaat vervolgens opzoek naar nieuwe kennis.

  • Bijv.: je gaat op jezelf wonen, hoe pak je dit aan?



Slide 16 - Slide

Piaget hoort bij:
A
Behaviorisme
B
Cognitivisme
C
Constructivisme

Slide 17 - Quiz

De zone van de naaste ontwikkeling houdt in:

Slide 18 - Open question

Pavlov kwam door dit dier in aanraking met conditioneren:
A
Aap
B
Kat
C
Hond

Slide 19 - Quiz

Bij het behaviorisme gaat men uit van belonen en straffen.
Waar
Niet waar

Slide 20 - Poll

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 21 - Open question