afweersysteem les 2

afweersysteem
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

afweersysteem

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op afgelopen les.
Wat weet je nog van...........

Slide 2 - Tekstslide

Ons afweersysteem is in staat om ziekteverwekkers te herkennen
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Tegen welke ziekteverwekkers beschermd het afweersysteem? Noem er minimaal 3

Slide 4 - Open vraag

Onder welke twee systemen kun je het afweersysteem verdelen?

Slide 5 - Open vraag

De eerste verdedigingslinie van het afweersysteem is
A
vaccinatie
B
opgebouwde afweer
C
de huid
D
witte bloedcellen

Slide 6 - Quizvraag

Op welke manier beschermd de maag ons tegen schadelijke ziekteverwekkers?

Slide 7 - Open vraag

Leg kort het verschil uit tussen niet-specifieke afweer en specifieke afweer

Slide 8 - Open vraag

Nog even inzoomen op
De specifieke afweer.
Ontwikkeld zich bij bij blootstelling aan antigenen van ziekteverwekkers.

Slide 9 - Tekstslide

B-lymfocyten en T-lymfocyten
  • Lymfocyten zijn de belangrijkste witte bloedcellen (leukocyten) die bij de specifieke afweer betrokken zijn. 
  • Lymfocyten circuleren in het bloed en in het lymfestelsel.
  • Verplaatsen zich indien nodig naar de weefsels
  • Twee hoofdgroepen lymfocyten:
  • B-lymfocyten en T-lymfocyten.

Slide 10 - Tekstslide

B-lymfocyten
  • Worden gevormd in het beenmerg
  • verantwoordelijk voor productie antilichamen
  • Heeft unieke receptor om specifiek antigeen te herkennen. 
  • Deelt zich zodra hij in contact komt met antigeen.
  • Leidt tot grote toename van identieke B-lymfocyten
  • = klonale expansie

Slide 11 - Tekstslide

B-lymfocyten
  • Groot deel nieuw  gevormde B-lymfocyten verandert in plasmacellen.
  • De plasmacellen produceren antilichamen tegen specifiek antigeen.
  • Antilichamen verspreiden zich door gehele lichaam
  • = primaire immuunreactie 

Slide 12 - Tekstslide

B-lymfocyten
  • Overig deel B-lymfocyten transformeert naar geheugen B-lymfocyten.
  • Komen direct in actie bij een volgende besmetting
  • = Secundaire immuunreactie 

Slide 13 - Tekstslide

Waar worden de B-lymfocyten gemaakt?

Slide 14 - Open vraag

B-lymfocyten vallen onder de
A
specifieke afweer
B
niet-specifieke afweer

Slide 15 - Quizvraag

T-lymfocyten
  • Vormen zich in de thymus (zwezerik) = orgaan tussen borstbeen en luchtpijp.
  • Trainingscentrum om lichaamsvreemde cellen te onderscheiden.
  • Doel is om ze niet te laten reageren op lichaamseigen herkenningsmoleculen. 
  • T-lymfocyt verlaat het trainingscentrum als de opleiding is afgerond

Slide 16 - Tekstslide

T-lymfocyten
  • T-lymfocyt  wordt bewaard in secundaire lymfoïde organen (milt, lymfeklieren) of het beenmerg
  • Rijpe T-lymfocyten circuleren in het bloed en lymfestelsel tot ze in aanraking komen met lichaamsvreemde cellen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Niet specifiek.
Cellen: monocyten, granulocyten, natural killer cellen.
werkzame stof: complement cytokinen
Werkingsmechanisme: snel (minuten), heeft geen geheugen werkt door patroonherkenning
Specifiek:
Cellen: B-/T-lymfocyten
werkzame stof: complement, cytokinen, antilichamen
Werkingsmechanisme: langzaam (dagen), geheugen (immuniteit) is antigeen-specifiek

Slide 19 - Tekstslide

zijn er vragen?

Slide 20 - Tekstslide