Drama 2de klas les 1

DRAMA | LES 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DRAMA | LES 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent drama
A
toneel
B
handeling
C
erge gebeurtenis
D
jezelf uitdrukken

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel onderdelen heeft het dramatisch instrument
A
4
B
7
C
9
D
6

Slide 3 - Quizvraag

Het dramatisch instrument
1.MIMIEK

Slide 4 - Tekstslide

Wat maak je met je mimiek duidelijk
A
je gevoel
B
de taal die je spreekt
C
dat je iets niet begrijpt
D
je mening over iets

Slide 5 - Quizvraag

2. Houding

Slide 6 - Tekstslide

Wat maak je met je houding duidelijk
A
Je presentatie; de indruk die je geeft
B
Je zelfverzekerdheid
C
Je motivatie
D
Hoe sterk je bent

Slide 7 - Quizvraag

3. De stem
Hoe je iets zegt
(hard - zacht
snel - langzaam
hoog- laag)

Slide 8 - Tekstslide

4. Gebaar
vervangen of benadrukken woorden

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent dit gebaar

Slide 10 - Open vraag

5. Woorden
De taal die je spreekt
Wat je zegt

Slide 11 - Tekstslide

6. Kleding

Slide 12 - Tekstslide

Wat maak je met je kleding duidelijk

Slide 13 - Open vraag

Is (leuke) kleding belangrijk voor je
JA
NEE
EEN BEETJE

Slide 14 - Poll

7. Attributen
Hulpmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is je belangrijkste attribuut

Slide 16 - Woordweb

Wat betekent objectief
A
VOORWERP
B
FEITELIJK
C
VRIJE KEUZE
D
MENING

Slide 17 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat je subjectief en objectief kunt scheiden

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt bedoelt met je derde oog sluiten
A
je emotie
B
het commentaar dat je op jezelf hebt
C
je lach
D
het commentaar dat je op anderen hebt

Slide 21 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij improviseren
A
Zeg ja tegen het spel
B
Zet je instrument in
C
Heb van tevoren een goed idee
D
Speel je eigen spel

Slide 22 - Quizvraag

Verboden letter

Slide 23 - Tekstslide

DE LETTER 
B

Slide 24 - Tekstslide

De bezorger zonder B
De meisjes wonen in de flat
De jongens zijn bezorger
3 minuten om een personage te worden;
Zoek iets van kleding en attribuut
Jongens : iets waardoor je een bezorger wordt (petje)
Meisjes (een type  )

Slide 25 - Tekstslide