Hoofdstuk 4 deel 2

Grammatica H3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica H3

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpszin
  • een bijzin die in een samengestelde zin een onderwerp is
  • begint met dat of of
  • begint met een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent, wie of wat
  • Onderwerpszin kun je vervangen door 1 of enkele woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerpszin
  • Dat hij de bus mist, gebeurt bijna dagelijks
  • Dat gebeurt bijna dagelijks

  • Wie niet op tijd vertrekt, kan dat verwachten
  • Iemand kan dat verwachten

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerpszin
         o                                                                         o-zin
  • Het gebeurt bijna dagelijks || dat hij de bus mist


Voorlopig onderwerp

Slide 5 - Tekstslide

Meewerkendvoorwerpszin
  • een bijzin die fungeert als meewerkend voorwerp
  • Begint altijd met een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent, (aan, voor) wie

Hij vertelde het grapje aan wie daar aanwezig waren
Hij vertelde het grapje aan alle aanwezigen

Slide 6 - Tekstslide

voorzetselvoorwerpszin
  • een bijzin die fungeert als voorzetselvoorwerp
  • begint met dat of of
  • begint met een voorzetsel gevolgd door een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent, wie of wat

Slide 7 - Tekstslide

voorzetselvoorwerpszin
  • Ze was er benieuwd naar of ze nog lang moest wachten

  • Ze was benieuwd naar wie er zou proberen voor te kruipen.


Slide 8 - Tekstslide

voorzetselvoorwerpszin

  • Zij ergert zich eraan dat ze moet wachten voor de kassa
  • Voorlopig voorzetselvoorwerp


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Huiswerk
Opdracht 7, 8, 9, 11 en 12

Slide 11 - Tekstslide