Hormonen

                            Hormonen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

                            Hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ik deze les graag zou
willen leren of bespreken is.....
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende hormonen worden er in het menselijk lichaam gemaakt?
A
Tussen de 5 en de 10
B
Tussen de 10 en de 20
C
Tussen de 25 en de 35
D
Meer dan 40

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf in eigen woorden de werking van een hormoon.

Gebruik hierbij de woorden: aanmaak, bloed, doelcellen, receptor, effect.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
  • Chemische boodschapperstoffen.
  • Worden vooral in de hormoonklieren gemaakt.                                                                           Bepaalde andere weefsels maken ook hormonen aan (bijv. in                             maag/darmkanaal, nieren en vet)
  • Komen via het bloed bij andere organen en weefsels.
  • Cellen met specifieke receptoren reageren op de aanwezigheid van het hormoon (doelcellen).
  • Hetzelfde hormoon kan op verschillende soorten cellen/ organen een verschillend effect hebben. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
  • Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren, zoals                                                                                                -  de schildklier (thyroid)                                                                                                                                                  - de alvleesklier (pancreas)                                                                                                                                             - de bijnieren (adrenals)                                                                                                                                                  - de eierstokken (ovaria) en zaadballen (testes)                                                                                                 
  • De hypofyse (hersenaanhangsel) is een bijzondere hormoonklier, omdat deze veel andere hormoonklieren aanstuurt (oa schildklier, geslachtsklieren, bijnierschors).
  • De hypothalamus (gebied onderin de ‘tussenhersenen’) stuurt onder andere de hypofyse aan. Het vormt een belangrijke schakel tussen het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
  • Bij veel hormoonklieren is er sprake van een feedback-mechanisme (zie volgende dia)


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van 'te snel' werkende schildklier.

Slide 12 - Open vraag

- hartkloppingen
- beven.
- zweet veel.
- voelt zich onrustig of snel geïrriteerd.
- moe.
- diarree.
- afvallen, ondanks (meer dan) normaal eten
- warme en vochtige huid
- mogelijk uitpuilende ogen (soms): de ogen lijken groter dan normaal, kunnen pijnlijk zijn en kunnen minder scherp zien
- schildklier is groter dan normaal.
- onregelmatig ongesteld 
Hormoon
Geproduceerd in....
Bijnierschors
Bijniermerg
Niet in de bijnier
Adrenaline
Angiotensine
Aldosteron
Renine
Cortisol

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
De bijnieren maken o.a. adrenaline en cortisol

De helft van de klas gaat effecten van adrenaline opzoeken. 
De andere helft zoekt effecten van cortisol. 

Kies 5 effecten uit en verzin er 5 onjuiste effecten bij. Schrijf ze voor jezelf op. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten adrenaline

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Adrenaline

Angst-vecht-vlucht-hormoon; zorgt dat het lichaam klaar is voor (re)actie
- verhoging alertheid
- verhoging hartfrequentie
- verhoging bloeddruk
- verwijding van luchtwegen
- vermindering van doorbloeding van de darmen
- vermindering van urineproductie

Adrenaline wordt als medicijn onder andere gebruikt bij ernstige allergische reacties. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten cortisol

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol

Productie bij stress, zowel fysiek (ziekte, operatie, inspanning) als psychisch. 

Cortisol heeft invloed op:
- de stofwisseling (eiwitafbraak, glucoseproductie)
- het afweersysteem (onderdrukking ontstekingsreacties)
- de bloeddruk (verhoging)
- slaap-waakritme (zorgt voor alertheid in de ochtend)

Cortisol wordt als als medicijn gebruikt vanwege zijn ontstekingsremmende werking (prednison, hydrocortison etc).  

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol
Effecten van cortisol:
- Afbraak van eiwit, stimulatie van glucoseproductie
- Bloeddrukverhoging
- Onderdrukken het immuunsysteem
- Onderdrukken van ontstekingsreacties

Onder normale omstandigheden is de cortisolproductie 's ochtends het hoogst en daalt in de loop van de dag (rond middennacht het laagst).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee hormonen maakt de hypofyse, waardoor de eierstokken en zaadballen actief worden?
A
Oestrogeen en Testosteron
B
FSH en LH/ICSH
C
Oestrogeen en Progesteron
D
GnRH en Progesteron

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de eierstokken de enige organen die oestrogeen en progesteron maken?
A
Ja, mannen hebben deze hormonen dus niet.
B
Nee, kleine beetjes worden aangemaakt door o.a. vetweefsel (ook bij mannen)
C
Nee, een deel wordt bij vrouwen aangemaakt door de darmen en lever (bij mannen dus niet).
D
Nee, een deel wordt aangemaakt door de milt en de lever (ook bij mannen)

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de zaadballen de enige organen die testosteron maken?
A
Ja, vrouwen hebben dit hormoon dus niet.
B
Nee, kleine beetjes worden aangemaakt door o.a. de bijnieren (ook bij vrouwen)
C
Nee, een deel wordt bij mannen aangemaakt door de darmen en lever (bij vrouwen dus niet).
D
Nee, een deel wordt aangemaakt door de milt en de lever (ook bij vrouwen)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
In de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans, die de hormonen insuline en glucagon produceren.
- Insuline verlaagt de bloedglucosewaarde.
- Glucagon verhoogt de bloedglucosewaarde.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaat Diabetes Mellitus?
A
Te weinig productie van insuline
B
Te weinig productie van glucose
C
Te veel productie van insuline
D
Te veel productie van glucose

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand niet behandeld wordt voor DM, zal zijn bloedsuiker....
A
....(vrijwel) altijd te laag zijn.
B
...(vrijwel) altijd te hoog zijn.
C
...sterk schommelen tussen te laag en te hoog

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is op de korte termijn gevaarlijker, een hypoglykemie of een hyperglykemie?
A
Hypo(glykemie)
B
Hyper(glykemie)

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke structuren raken met name aangetast bij veelvuldige en/of langdurige hyperglykemieën
A
Lever en Milt
B
Spieren en Botten
C
Maag en Darmen
D
Bloedvaten en Zenuwen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken diabetische voet

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

DM en hypertheoïdie
  • Combinatie komt vaak voor
  •  DM1: vergrote kans op krijgen auto-immuun schildklieraandoeningen
  • Erfelijke aanleg
  • te traag werkende schildklier (oa de ziekte van Hashimoto), geeft verhoogd risico op het ontwikkelen van insulineresistentie en diabetes type 2: reden?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ketoacidose
In het kort:
- bloedsuiker hoog, te weinig insuline in het bloed 
- DM1: onbekend voor pt
- Lichaam gaat over op vetverbranding
- Afvalstoffen: ketonen
- Verzuring bloed

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keto-acidose
Situatie:
Mevrouw Jansen, 45 jaar, bekend met diabetes mellitus type 1, meldt zich op de Spoedeisende Hulp. Ze klaagt over misselijkheid, braken, dorst en buikpijn. Haar partner vertelt dat ze de laatste dagen weinig insuline heeft toegediend omdat ze zich niet lekker voelde.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observaties bij binnenkomst:
  • Ademhaling: snel en diep (Kussmaul-ademhaling)
  • Pols: 110 bpm
  • Bloeddruk: 95/60 mmHg
  • Temperatuur: 37,8 °C
  • Bewustzijn: slaperig, maar aanspreekbaar
  • Geur: lichte acetonlucht
Labwaarden:
  • Bloedglucose: 28 mmol/L
  • pH: 7,15
  • HCO₃⁻: 10 mmol/L
  • Ketonen in bloed: positief
  • Natrium: 132 mmol/L
  • Kalium: 5,5 mmol/L

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  1. Maak groepjes van max 4 studenten
  2. Beantwoord de vragen uit de opdracht
  3. Na 20 min, nabespreking

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies