wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Welkom 3KG
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3KG

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Vragen over het proefwerk
Herhaling bezittelijk/persoonlijk voornaamwoord
Instructie wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Voorbereiding proefwerk
Vragen proefwerk?
Antwoorden van grammatica (voor de vakantie)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan het verschil benoemen tussen wederkerend en wederkerig voornaamwoord. 

Ik kan een voorbeeld noemen bij wederkerend en wederkerig voornaamwoord.

Ik kan in de zin herkennen of het gaat om een persoonlijk voornaamwoord of een wederkerend voornaamwoord. 

Slide 4 - Tekstslide

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Geen idee, jullie kunnen een bioscoopbon geven.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Quizvraag

Bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Ga je ook naar 'zijn' feestje?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Oké, dat is dan ons cadeau voor jou.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 7 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Zullen we dan met z'n drieën naar de film gaan?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Wederkerend voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
voorbeeld
eerste persoon ev.
me
ik schaam me
tweede persoon ev.
je
u
jij schaamt je
derde persoon ev. 
zich
u schaamt u (zich)
eerste persoon mv. 
ons
wij schamen ons
tweede persoon ev.
je
u
jullie schamen je
u schaamt u (zich) 
derde persoon
zich
zij schamen zich

Slide 9 - Tekstslide

Wederkerende voornaamwoorden
Persoonlijk
Wederkerend
ik
me/mij
jij/je
je
hij/zij/het
zich
wij
ons
jullie
je/jullie
zij
zich
Verschil persoonlijk vnw en wederkerend vnw

Slide 10 - Tekstslide

Wederkerende voornaamwoorden
Persoonlijk
Wederkerend
ik
me/mij
jij/je
je
hij/zij/het
zich
wij
ons
jullie
je/jullie
zij
zich
'Ik schaam me.' 
Hij verveelt zich.

Slide 11 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
(wedig.vnw)
Het wederkerig voornaamwoord lijkt op het wederkerend voornaamwoord, maar het wederkerig voornaamwoord verwijst naar meerdere mensen, voorbeeld woorden: 
Elkaar, elkander, mekaar.

Slide 12 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
voorbeelden:
- De boksers wilden elkaar niet te veel bezeren.
- Zij vinden elkaar hartstikke leuk.
- Wij moeten met mekaar samenwerken.

Slide 13 - Tekstslide

Koppel de omschrijving aan de juiste woordsoort.
Wederkerend voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord
Voegwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Verbindt woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar
Voornaamwoord dat bij een wederkerend werkwoord hoort, een vorm van het woord 'zich'
Verwijst terug naar een woord of woordgroepje dat er vlak voor staat
Wie, wat, welke en wat voor (een).
Elkaar
Wijst iets of iemand aan: deze, die, dit en dat

Slide 14 - Sleepvraag

Even oefenen

Slide 15 - Tekstslide



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
leert
zijn
partner
nog
offline
kennen?

Slide 16 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
kent
tegenwoordig
nog
werkelijk
zijn
buren?

Slide 17 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
het
toch
doet,
vergist
zich
soms
in
de
naam
van
die
buur.

Slide 18 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Sommige
mensen
vragen
zich
af
of
je
wel
echte
liefde
via
datingapps
kunt
vinden.

Slide 19 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Maar
er
zijn
geen
aanwijzingen
dat
relaties
die
online
zijn
ontstaan
mindere
kans
van
slagen
hebben.

Slide 20 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Niemand
spreekt
elkaar
nog
aan
op
straat.

Slide 21 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Het
meerendeel
van
de
stellen
vindt
elkaar
tegenwoordig
online.

Slide 22 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Hij
kijkt
volgende
keer
wel
beter
uit.

Slide 23 - Sleepvraag

Wederkerend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Me
Je
Jou
Wij
Ons

Slide 24 - Sleepvraag

Schaam je je niet?
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 25 - Quizvraag

Hij wast zich.
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 26 - Quizvraag

Zij kunnen niet van elkaar afblijven.
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 27 - Quizvraag

Het team zorgt goed voor mekaar.
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 28 - Quizvraag

Ik besef me dat ik weleens een fout maak.
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 29 - Quizvraag

Versprak jij je tijdens uw toespraak?
A
wederkerend
B
wederkerig

Slide 30 - Quizvraag

Aan het werk 
Wat?
Opdracht 6 t/m 9 (blz.81)

Hoe?
10 minuten ZS
Vragen stellen tijdens rondes lopen
Overige tijd ZF
Nabespreken/vragen
Klaar? Fictieopdracht doornemen & lezen.
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Afsluiting les
Schrijf twee voorbeelden op van een wederkerend voornaamwoord en een wederkerig voornaamwoord. 

Slide 32 - Tekstslide