WRB Les 4 Thema 14 H1&2 Wetboek van Strafrecht

kanjers van MQB 3.3 !
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

kanjers van MQB 3.3 !

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolregels O&V

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 14 Wetboek van Strafrecht
Inhoud en opbouw wetboek van Strafrecht
Hoofdstuk 1 blz 30 t/m hoofdstuk 2 blz 39

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw les
  • Uitleg  inhoud Thema 14
  • Uitleg leerdoel deze les Thema 14 hoofdstuk 1&2
  • Voorkennis activeren
  • Theorie wetboek van Strafrecht
  • Afsluiting les : kennis en feedback

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw Thema 14 (1)
  • Inhoud en opbouw Wetboek van Strafrecht. Een globaal overzicht van de inhoud van het Wetboek van Strafrecht, de opbouw in drie boeken en uitleg over strafbare feiten.
  • Opzet en schuld. Voor het bepalen van de zwaarte van de straf moet een rechter weten of er sprake is van opzet of alleen van verwijtbare schuld.
  • Poging. Een beveiliger moet het begrip 'poging' kunnen omschrijven en daarbij een onderscheid kunnen maken tussen een strafbare en een niet-strafbare poging.
  • Daders en medeplichtigen. Het Wetboek van Strafrecht onderscheidt vier soorten daders en de medeplichtigen. De rechter bepaalt tijdens de rechtszitting of een verdachte dader is en zo ja, welk soort dader.
Strafuitsluitingsgronden
Een strafuitsluitingsgrond is een goede reden om een dader van een strafbaar feit niet te straffen. Een beveiliger moet vijf strafuitsluitingsgronden kunnen onderscheiden.
Bedreiging
Het Wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen strafbare bedreigingen en niet-strafbare bedreigingen. Wat betekenen de begrippen en welke bedreigingen zijn als misdrijf strafbaar?
Diefstal | verduistering | verduistering in dienstbetrekking
Diefstal, verduistering en verduistering in dienstbetrekking lijken veel op elkaar. Wat betekenen de begrippen en wat zijn de belangrijkste verschillen?
Huisvredebreuk | lokaalvredebreuk | verboden toegang
Huisvredebreuk, lokaalvredebreuk en ‘verboden toegang’ lijken veel op elkaar en worden daarom wel eens verward. Een beveiliger moet deze strafbare feiten kunnen beschrijven en onderscheiden.
Mishandeling | zware mishandeling
Het Wetboek van Strafrecht onderscheidt meerdere vormen van mishandeling. Als beveiliger moet je mishandeling en zware mishandeling kunnen beschrijven en onderscheiden.
Vernieling | openlijke geweldpleging
Het Wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen openlijke geweldpleging en vernieling. Een beveiliger moet deze strafbare feiten kunnen beschrijven en onderscheiden.
Opzettelijke brandstichting | brand door schuld
Bij zowel ‘opzettelijke brandstichting’ als bij ‘brand door schuld’ gaat het strafbare feit over brand, een ontploffing of een overstroming. De verschillen moet je als beveiliger kunnen beschrijven.
Weigeren hulpbetoon | nalaten van hulp
Bij deze twee overtredingen gaat het over het niet bieden van hulp. Een beveiliger moet de verschillen tussen deze twee overtredingen kunnen beschrijven.
Terrorismebestrijding
De bestrijding van terrorisme moet op de eerste plaats voorkomen dat terroristisch geweld kan worden toegepast. Als dat niet lukt, moeten de gevolgen zo veel mogelijk beperkt worden.
Ambtsgeheim | beroepsgeheim | schending bedrijfsgeheim
Informatie over de plicht in sommige beroepsgroepen of functies bepaalde informatie geheim te houden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw Thema 14 (2)
  • Strafuitsluitingsgronden. Een strafuitsluitingsgrond is een goede reden om een dader van een strafbaar feit niet te straffen. Een beveiliger moet vijf strafuitsluitingsgronden kunnen onderscheiden.
  • Bedreiging/ Diefstal | verduistering | verduistering in dienstbetrekking/Mishandeling | zware mishandeling/Vernieling | openlijke geweldpleging/Opzettelijke brandstichting | brand door schuld/Weigeren hulpbetoon | nalaten van hulp/Terrorismebestrijding/Ambtsgeheim | beroepsgeheim | schending bedrijfsgeheim













Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel
Je kunt de twee boeken die horen bij het strafrecht benoemen.
Je kunt benoemen waarover het Wetboek van Strafrecht gaat en kunt de drie boeken waaruit het Wetboek van Strafrecht bestaat benoemen.
Je kunt de begrippen misdrijven en overtredingen beschrijven en onderscheiden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren
Wat weet je van?
1. Uit hoeveel boeken bestaat
het wetboek van Strafrecht?
2. Wat zou er in de boeken 
beschreven zijn? 
3. Verschil misdrijf en 
overtreding?

Slide 8 - Tekstslide

Strafrecht wordt behandeld in twee wetboeken:
Wetboek van StrafrechtWetboek van Strafvordering.
Het Wetboek van Strafrecht gaat over de inhoud van de regels die horen bij het strafrecht:
Wat is strafbaar?
Welke maximale straf is op een strafbare gedraging van toepassing?
Wie is strafbaar?
Het Wetboek van Strafvordering gaat over procedures en bevoegdheden.
Theorie 
In het wetboek van Strafrecht worden veel zaken omschreven die te maken hebben met het plegen van strafbare feiten. Er staat beschreven wanneer je strafbaar bent of juist wanneer niet, zoals in de strafuitsluitingsgronden staat.
Indeling Wetboek van Strafrecht:
  1. Algemene bepalingen
  2. Misdrijven
  3. Overtredingen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene bepalingen
De bepalingen in het eerste boek zijn voor het algemene strafrecht van grote betekenis, omdat alle begrippen en bepalingen die hierin genoemd worden vaak van toepassing zijn op feiten waarop andere wetten of verordeningen straf is gesteld.
Onderwerpen zijn oa:
  • Strafbare feiten
  • Strafuitsluitingsgronden
  • Poging
  • Medeplichtigheid
  • Soorten daders
  • Bepalingen voor strafrechtelijk minderjarigen



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misdrijven en overtredingen
Misdrijven
Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten:
  • Brandstichting en brand door schuld
  • Mishandeling en zware mishandeling
  • Bedreiging
Overtredingen
Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten, zoals een Verboden toegang-bord negeren en straatschenderij (baldadigheid). Misdrijven worden ook wel rechtsdelicten genoemd (gaat tegen het rechtsgevoel in) en overtredingen worden wetsdelichten genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misdrijven en overtredingen
Misdrijven
Overtredingen
rechtsdelicten
wetsdelicten
zware strafbare feiten
lichte strafbare feiten
poging is strafbaar
poging is niet strafbaar
medeplichtigheid is strafbaar
medeplichtigheid is niet strafbaar
opzet of verwijtbare schuld moet bewezen worden
er wordt uitgegaan van opzet of verwijtbare schuld
wordt behandeld bij rechtbank
wordt behandeld bij rechtbank, afdeling kanton
alle mogelijke straffen
hechtenis of geldboete

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak zelf opdracht 1/2/3 op bladzijde 35 t/m 38
Klaar ? Doe de online kennistest , lees de begrippen door en kijk alvast naar hoofdstuk 3 Opzet en Schuld.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resume (Samenvatting)
De regels in het Wetboek van Strafrecht zijn wetsregels.
Het Wetboek van Strafrecht is een van de twee boeken die horen bij het strafrecht.
Het Wetboek van Strafrecht gaat over de inhoud van de regels die horen bij het strafrecht:
Wat is strafbaar?
Welke maximale straf is op een strafbare gedraging van toepassing?
Wie is strafbaar?
Het Wetboek van Strafrecht kent drie boeken:
Boek Algemene bepalingen
Boek Misdrijven
Boek Overtredingen.
Het begrip ‘strafbare feiten’ is een verzamelnaam voor misdrijven en overtredingen.
Een strafbaar feit is een gedraging, handeling of nalatigheid die strafbaar is.
Een misdrijf is een zwaar (ernstig) strafbaar feit.
Een overtreding is een licht (niet zo ernstig) strafbaar feit.

Slide 14 - Tekstslide

iedereen af dan nakijken.
Afsluiting
Doelstellingen bereikt ?
Zijn er nog vragen ?
Feedback over les/docent ?
Volgende les over  opzet en schuld  hoofdstuk 3.

Slide 15 - Tekstslide

iedereen af dan nakijken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies