Lesuur 1: - De laatste dingen voor de toets bespreken;
- Zelfstandig leren.
Lesuur 2:
De toets.
Slide 2 - Tekstslide
Leesvaardigheid
Inleiding: vaak 1e alinea, een inleiding op het onderwerp. Vaak door een voorbeeld.
Kernzin: belangrijkste zin. Vaak de 1e zin, maar ook de laatste!!
Citeren: " ........ '' (regel ...)
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden
* Naar één woord
* Naar een groepje woorden
* Naar een hele zin.
Mijn oma houdt van bloemen. Ze koopt ze elke dag.
Mijn buren maken elke dag veel ruzie. Dit zorgt voor overlast.
Als je de komende dagen toch weer pijn krijgt, moet je het direct zeggen.
Slide 4 - Tekstslide
Subjectief en objectief
Subjectief: MENING
Objectief: FEITELIJK
Objectief: vaak het geval in kranten. Artikelen zijn vaak subjectief én objectief. Er worden feiten weergegeven, maar de eigen mening van de schrijver schemert ook door.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstdoelen
Informeren: krantenbericht / artikel
Overtuigen: de schrijver wil dat jij net zo denkt als hij/zij
Overhalen: je moet in actie komen (vaak iets kopen)