1.5 -Samenstelling van mengsels

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Open deze LessonUp 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Open deze LessonUp 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhaling 
  • HW-bespreken + Nakijken
  • Uitleg leerdoelen 1.5: Massapercentage, volumepercentage, concentratie en oplosbaarheid. 
  • Huiswerk maken + nakijken 1.5 opdr 51 t/m 57
Toets gaat over  1.1 t/m 1.5 met blz 92 over het stukje destilleren en blz 162 over het stukje adsorberen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Wat weet je nog??

Kom in deze Lesson Up

Slide 3 - Tekstslide

Reproductie:
Wat is het scheidingsprincipe van destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid

Slide 4 - Quizvraag

Reproductie:
Wat is het scheidingsprincipe van adsorberen?
A
Kookpunt
B
Aanhechtingsvermogen
C
Deeltjesgrootte
D
Dichtheid

Slide 5 - Quizvraag

Reproductie:
Wat is het scheidingsprincipe van bezinken en afschenken?
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrote
D
Dichtheid

Slide 6 - Quizvraag

Vaste deeltjes die zweven in een vloeistof...
Hoe heet zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Mix

Slide 7 - Quizvraag

Er is nu een gele pauze vlam. Aan welke knop moet er nu gedraaid worden om een blauwe vlam te krijgen?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 8 - Quizvraag

De blauwe kleurstof in brandspiritus kun je verwijderen met actieve kool. Vervolgens is nog een stap nodig om de verontreinigde actieve kool te verwijderen.
Welke scheidingsmethoden zijn gebruikt om kleurloze brandspiritus te verkrijgen?
A
alleen adsorberen
B
alleen filteren
C
eerst adsorberen , daarna filteren
D
eerst extraheren, daarna filteren.

Slide 9 - Quizvraag


De formules van koolstofdisulfide en loodsulfide lijken op elkaar, maar de stoffen verschillen sterk in eigenschappen. Zo is het smeltpunt van koolstofdisulfide 162 K. Het smeltpunt van PbS is 1,38·10³ K. Deze verschillen zijn te verklaren uit de verschillen op microniveau (de moleculen of ionen waaruit deze stoffen zijn opgebouwd). 
Reken het smeltpunt van PbS om in °C.

Slide 10 - Open vraag


De formules van waterstofchloride (HCl) en natriumchloride (NaCl) lijken op elkaar, maar de stoffen verschillen sterk in eigenschappen. Zo is het kookpunt van HCl 188 K. Het kookpunt van NaCl is 1,68·10³ K. Deze verschillen zijn te verklaren uit de verschillen op microniveau (de moleculen of ionen waaruit deze stoffen zijn opgebouwd).
Reken het kookpunt van NaCl om in °C.

Slide 11 - Open vraag

Bespreken en Nakijken 1.4
Opdracht  t/m 46
timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

  • Ik kan het massapercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.
  • Ik kan het volumepercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.
  • Ik kan de concentratie van een oplossing berekenen.
  • Ik kan met de oplosbaarheid verklaren of je een verzadigde oplossing hebt en beschrijven wat de invloed van de temperatuur is. 

Slide 13 - Tekstslide

Gehalte van stoffen
Het gehalte van stoffen in mengsels en oplossingen kan op allerlei manieren worden uitgedrukt:

  • in de concentratie (= aantal gram per liter)
  • in procenten (1 % = 1/100), bijvoorbeeld volumeprocenten (vol%) en massaprocenten (massa%)
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 14 - Tekstslide

Massapercentage
Het massapercentage geeft aan hoeveel procent van een stof in een mengsel zit.

De samenstelling van een mengsel geef je aan met een percentage

Procent betekent letterlijk 'per honderd' 


Slide 15 - Tekstslide

Massapercentage - voorbeeld
De basisverhouding voor goede pannenkoeken is:
  • 250 g bloem
  • 2 eieren (110 gram)
  • 250 ml melk (dichtheid = 1,03 g/cm³, dus 257,5 gram) 
  • Snufje zout (1 gram)


Slide 16 - Tekstslide

Massapercentage - voorbeeld
De basisverhouding voor goede pannenkoeken is:
  • 250 g bloem
  • 2 eieren (110 gram)
  • 250 ml melk (dichtheid = 1,03 g/cm³, dus 257,5 gram) 
  • Snufje zout (1 gram)

Totale massa is dus 250 + 110 + 257,5 + 1 = 618,5 g

Slide 17 - Tekstslide

Massapercentage - uitleg met formule
Wat is het massapercentage bloem in pannenkoeken?
  • Massa van bloem is 250 g
  • Totale massa is 618,5 g
massapercentage = 40,42 % of 40,42 massa%

Slide 18 - Tekstslide

Massapercentage - uitleg met formule
Wat is het massapercentage bloem in pannenkoeken?
  • Massa van bloem is 250 g
  • Totale massa is 618,5 g

Slide 19 - Tekstslide


Bestek kan gemaakt zijn van RVS (roestvrij staal).
In 1250 kg RVS zit 137,5 kg chroom.
Bereken het massapercentage chroom in RVS.

Slide 20 - Open vraag

Voorbeeldvraag 2
Pietje gaat een nasi maken. De ingrediëntenlijst is als volgt: 80 g kipkruiden, 510 g rijst, 350 g kipfilet en 1,06 kg groenten. 
Bereken het massapercentage kipfilet in de nasi. 

Slide 21 - Open vraag

Lood wordt vaak met tin gemengd en dit heet dan “soldeertin”. Een bepaald soort soldeertin heeft een massapercentage van 19,5% tin. Bereken hoeveel gram lood er in 0,610 kg van dit type soldeertin zit.

Slide 22 - Open vraag

   Volumeprocenten
Het volumepercentage geeft aan hoeveel procent van een stof in een mengsel zit.
Maar dan in mL, cm³, L, dm³
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld volumeprocent 
1.5 Samenstelling van mengsels
Parfum bestaat voor een groot deel uit alcohol. 
Op het etiket van een flesje van 50mL staat dat het 22,5 mL alcohol bevat.

Wat is het volumepercentage alcohol in de parfum?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het volumepercentage alcohol in de parfum?

Volume alcohol is 22,5mL
Totale volume is 50mL
Volumepercentage - uitleg met formule

Slide 26 - Tekstslide

Een grote fles allesreiniger van 2,5L bevat bevat in totaal 1900mL water. Bereken het volumepercentage water in de allesreiniger. 
Volumepercentage - uitleg met formule

Slide 27 - Tekstslide

Volumepercentage - uitleg met formule
Hoeveel mL appelsap zit er in deze fles?

Slide 28 - Tekstslide


6 liter lucht bestaat uit 4,68 dm³ stikstof, 0,00126 m³ zuurstof en de rest zijn andere gassen.
Bereken het volumepercentage zuurstof in de lucht.

Slide 29 - Open vraag

Concentratie
Om de concentratie te berekenen moet je twee dingen weten: 

  • hoeveel gram er van een stof is opgelost 
  • hoeveel liter oplosmiddel

1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 30 - Tekstslide

Concentratie

De concentratie is dus de hoeveelheid opgeloste stof in een hoeveelheid oplossing

Concentratie druk je uit in g/L, kg/L, g/mL etc..

1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 31 - Tekstslide

Concentratie berekenen voorbeeld
Matthijs maakt een kop koffie van 250mL en voegt daaraan 2 klontjes suiker toe. Elke klontje heeft een massa van 4gram. 

Bereken de concentratie suiker in de koffie
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 32 - Tekstslide

Concentratie berekenen voorbeeld
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 33 - Tekstslide

Concentratie

Een blikje cola van 330ml bevat 40 gram suiker. 

Wat is de concentratie suiker in het blikje in g/L?
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeldvraag 1.
Een kommetje met 200 cm³ yoghurt bevat 8,0 g opgelost poedersuiker. Bereken de concentratie poedersuiker in de yoghurt. Druk je antwoord uit in g/L.

Slide 35 - Open vraag

Aan de slag
  • Maken opdracht 51 t/m 55

Slide 36 - Tekstslide

1.5 - Rekenen aan mengsels - les 2
Pak je:

- Schrift
- Pen, potlood
- Boek
- rekenmachine

Slide 37 - Tekstslide

Startopdracht


Voor het maken van pruimenlikeur mengt oma 150 mL alcohol met een volumepercentage van 60%, met 400 mL water.

Bereken het volumepercentage alcohol in het likeur. Geef de stappen in de berekening duidelijk weer.

Tip: begin met het uitrekenen van het aantal ml alcohol in de 150ml

1.5 Samenstelling van mengsels
timer
6:30

Slide 38 - Tekstslide

Startopdracht
GV: volumepercentage alcohol in het mengsel

GG: Totaal volume = 150ml + 400ml= 550ml
         Volume alcohol = 60% van 150 ml = 150x0,6= 90 ml

F:

B: 90mL /550 mL x 100%= 16,4 %

Antw: Er zit 16,4 volume% alcohol in het mengsel

1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 39 - Tekstslide

Rekenen met machten 

550ml = 5,5×10²

3185 gram = 3,185×10³

0,0056 ml = 5,6×10-³
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 40 - Tekstslide

Oplosbaarheid



De oplosbaarheid laat zien hoeveel stof je maximaal kunt oplossen in een vloeistof.

Oplosbaarheid druk je uit in g/L, kg/L, g/mL etc
1.5 Samenstelling van mengsels

Slide 41 - Tekstslide

Hoeveel gram zout kun je bij KT oplossen in een liter water?
Zoek je antwoord op in je boek ;)
A
150 gram
B
359 gram
C
3015 gram
D
275 gram

Slide 42 - Quizvraag

Oplosbaarheid
1.5 Samenstelling van mengsels
50 g/L
360 g/L
450 g/L
 Onverzadigd,  verzadigd   en oververzadigd

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide


Geef antwoord op deze vraag.

Slide 45 - Open vraag

Vissen hebben zuurstof nodig.
Waarom sterven er in de zomer meer vissen in de natuur dan in de winter?

Slide 46 - Open vraag

Huiswerk
  • Maken opdracht 44 t/m 62

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag 
Je werkt zelfstandig of in duo's fluisterend
  • 1: Opdracht 51 t/m 58 maken van 1.5 en nakijken
  • 2: Oefenblad in LessonUp: 1.5 - Rekenen aan mengels (oefenblad)

Slide 48 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende les
  • 1: Opdracht 51 t/m 58 maken van 1.5 en nakijken
  • 2: Oefenblad in LessonUp: 1.5 - Rekenen aan mengels (oefenblad)

Slide 49 - Tekstslide