Persoonsvorm en onderwerp groep 5

Persoonsvorm en onderwerp
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Persoonsvorm vinden
  • Vraagproef
  • Tijdproef

Slide 3 - Tekstslide

Een persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De ijsbeer heeft in de sneeuw gerold.

Wat is de persoonsvorm?
A
De ijsbeer
B
heeft
C
in de sneeuw
D
gerold

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Robin zet de vieze kopjes op het aanrecht.
A
Robin
B
kopjes
C
vieze
D
zet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat is het onderwerp?

Meester Gijs legt het onderwerp uit.
15
A
Meester Gijs
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Ik leer het onderwerp te vinden.


A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 9 - Quizvraag

Ik kom vanavond een uurtje later.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp

Slide 10 - Quizvraag

Welk zinsdeel is opa in de zin?
De opa leest zijn kleindochter voor.
A
persoonsvorm
B
onderwerp

Slide 11 - Quizvraag

Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik kan het onderwerp in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll