WEBB - Crisis Zelftest H2
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Transactie is een ander woord voor ruil
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Transactiekosten zijn kosten die ruil moeilijker maken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Transactiekosten kunnen alleen in geld worden uitgedrukt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wantrouwen kan tot hogere transactiekosten leiden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Het gebruik van geld leidt tot hogere transactiekosten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Een kenmerk van geld is dat het algemeen geaccepteerd wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Arbeidsdeling en specialisatie leidden tot minder ruil.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Arbeidsdeling en specialisatie leidden tot een hogere arbeidsproductiviteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
De intrinsieke waarde van geld is de waarde die op de munt of het bankbiljet staat
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Charaal geld is ontstoffelijk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Kasgeld behoort tot de liquide middelen van een bank
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Het liquiditeitspercentage is de verhouding tussen de liquide middelen van een bank en de rekening-couranttegoeden van de klanten.
A
Juist
B
Onjuist
