Grammatica zinsontleding

M1

Nederlands

1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M1

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Heel werkwoord


De hele werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd in het meervoud en eindigen meestal op een -n

Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, slapen, eten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is in de onderstaande zin het hele werkwoord?

Het publiek moest lang op de huldiging wachten.
A
moest
B
wachten
C
het publiek
D
de huldiging

Slide 3 - Quizvraag

Wat is in de onderstaande zin het hele werkwoord?

Het publiek moest lang op de huldiging wachten
A

Slide 4 - Quizvraag

Wat is in de onderstaande zin het werkwoord?

Het publiek moest lang op de huldiging wachten
A

Slide 5 - Quizvraag


A

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord in de onderstaande zin?

De komende jaren zal de temperatuur stijgen.
A
zal
B
stijgen
C
de temperatuur
D
de komende jaren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 8 - Open vraag

HEt werkwoordelijk gezegde
A
Ik maak een fiets

Slide 9 - Quizvraag