V3_§6.3 Toepassingen van metalen

Inhoud
  • Uitleg §6.3
  • Maken opgaven 20 t/m 28 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inhoud
  • Uitleg §6.3
  • Maken opgaven 20 t/m 28 

Slide 1 - Tekstslide

Toepassingen van metalen
  • Huishoudelijke artikelen, zoals bestek, pannen, kranen, leidingen, handvaten, meubilair, etc.
  • Constructiemateriaal, zoals in de bouw van gebouwen, vervoersmiddelen, treinrails, bruggen, etc.
  • Elektrische bedrading
  • Kunst, zoals koperen en stalen beelden
  • Verpakkingen, zoals blikjes, bussen, chipszakken, etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Constructiemateriaal
  • Als constructie materiaal moet er met een eigenschap van metaal veel rekening worden gehouden, namelijk de uitzettingsgraad
  • Metaal zet uit wanneer het warm wordt, en krimpt weer in wanneer het afkoelt. Hoever een bepaald metaal uitzet wordt aangegeven met de Lineaire uitzettingscoëfficiënt 

Slide 3 - Tekstslide

Lineaire uitzettingscoëfficiënt 
De toename in lengte van een metaal kan berekend worden met de volgende formule:
 Δl = α · l₀ · ΔT
Δl = verandering in lengte in meter (m)
α = Lineaire uitzettingscoëfficiënt in één per kelvin (1/K)
l₀ = de oorspronkelijke lengte (m)
ΔT = Het verschil in temperatuur in kelvin (K)

Slide 4 - Tekstslide

Een treinspoor van 5 km wordt blootgesteld aan een temperatuursverandering van -20 tot 40 °C. De α van het staal is 12·10⁻⁶ /K. Wat is de lengteverandering over deze temperatuur?
Δl = α · l₀ · ΔT
A
0,0036 m
B
3,6 m
C
0,0012 m
D
1,2 m

Slide 5 - Quizvraag

Elektrische bedrading
Niet elk metaal geleid elektriciteit even goed. Dit komt door de soortelijke weerstand van het metaal. De soortelijke weerstand zegt eigenlijk hoe lastig het voor de stroom is om door het metaal heen te stromen, een hogere weerstand betekent dat de stroom er lastiger doorheen stroomt

Slide 6 - Tekstslide

Soortelijke weerstand
De totale weerstand van een kabel kan worden berekend met de volgende formule:
R = ρ · l / A
R = de weerstand in Ohm (Ω)
ρ = de soortelijke weerstand in ohm maal meter (Ω·m)
l = de lengte in meter (m)
A = de doorsnede van de draad in vierkante meter (m³)

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de weerstand van een koperdraad van 5 meter en een doorsnede van 5 mm, ρ = 1,67·10⁻⁸
R = ρ · l / A
A
0,0043 Ω
B
1,67·10⁻⁵ Ω
C
1,67·10⁻⁸ Ω
D
4,25·10⁻⁹ Ω

Slide 8 - Quizvraag

Een 1 meter draad met een oppervlakte van 1,3·10⁻⁵ m³, heeft een weerstand van 0,00122 Ω. Van welk metaal is de draad gemaakt?
A
Koper
B
Zilver
C
Goud
D
Aluminium

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk
Aan de slag met opgaven:
20 t/m 28

Slide 10 - Tekstslide