6. Aanpassingen bij planten

6. Aanpassingen bij planten

Leerdoelen

Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving

Wortelstelsel droog en vochtig milieu

Aanpassingen aan het licht

Klimplanten

Welke planten zijn het best aangepast aan een omgeving waar weinig licht is?

1. Schaduwplanten
2. Zonplanten

Schaduwplanten hebben ........ bladeren

1. Grote
2. Kleine

Bloeien schaduwplanten in het voorjaar of juist in de zomer?

1. In het voorjaar
2. In de zomer

De cactus is een woestijnplant. In welk orgaan slaat de cactus water op?

1. In de bladeren
2. In de stengels
3. In de wortels

Wilgen staan vaak langs een sloot. Huls

1. Daar is meer koolstofdioxide
2. Daar is meer water
3. Daar is meer licht

Wilgen staan vaak langs een sloot. Hulst groeit vaak in een bos op een drogere bodem. Welke plant heeft een dikkere waslaag op de bladeren? Leg uit.

In de proefopstelling ligt een laagje olie op het water waarin de takjes staan. Wat is de functie van dit laagje olie?

Na een tijdje zit er minder water in de reageerbuis (het waterpeil daalt). Hoe komt het dat er minder water in de buis zit?

In welke buis zal het waterpeil het snelst dalen? Leg uit

Leg uit dat een plant bladeren nodig heeft om te overleven

Welke aanpassingen hebben planten die leven in een droge omgeving?

Wat ga je doen?

Maak opdracht 3 (de samenvatting) op papier.

Ben je klaar? Werk verder aan je mindmap (ligt in het toahok 2.11) voor de toets