examenopgaven ecologie 4V

Deze les
Bespreken examenopgaven
Theorie stikstofkringloop
Maken opgaven 8.3
Afsluiting
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Bespreken examenopgaven
Theorie stikstofkringloop
Maken opgaven 8.3
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beargumenteer dat je aan de hand van dit voedselweb (afbeelding 1)niet kunt bepalen of een toename van het aantal vissen een toename of een afname van de blauwalgen zal veroorzaken.

Slide 3 - Open vraag

antwoord vraag 27
maximumscore 2
Uit het antwoord moet blijken dat:
• vissen zoöplankton eten dat zelf blauwalgen eet. Daardoor zal (bij een
toename van het aantal vissen) de populatie blauwalgen kunnen
toenemen 1
• vissen zelf ook blauwalgen eten, waardoor (bij een toename van het
aantal vissen) het aantal blauwalgen kan afnemen (en het is
onduidelijk welk effect het grootst is) 1

Slide 4 - Tekstslide

De blauwalgen in het Volkerak-Zoommeer produceren microcystines: kleine eiwitten die schadelijk zijn voor de lever.
In de levers van de dode watervogels werden hoge concentraties microcystines gevonden, ook bij watervogels die geen blauwalgen eten.

Slide 5 - Tekstslide

Verklaar waardoor hoge concentraties microcystines ook gevonden worden in watervogels die geen blauwalgen eten.

Slide 6 - Open vraag

Antwoord vraag 28
maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat in deze vogels de microcystines uit hun voedsel (bijvoorbeeld uit vissen of schelpdieren) zich hebben opgehoopt

Slide 7 - Tekstslide

In de zomer kan het zuurstofgehalte in plassen en meren gevaarlijk dalen als gevolg van de blauwalgenbloei. Milieudeskundigen denken dat er daardoor ook massale vissterfte zal optreden

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf hoe algenbloei uiteindelijk kan leiden tot een verlaging van het zuurstofgehalte in het water.

Slide 9 - Open vraag

antwoord vraag 29
maximumscore 2
voorbeelden van een juist antwoord:
− Bij het afsterven van de algen ontstaat er veel organisch materiaal dat
door reducenten wordt afgebroken. Daarbij wordt veel O2 verbruikt.
− Door de microcystines van blauwalgen gaan vissen dood, die naar de
bodem zinken. De afvalopruimers verbruiken veel zuurstof bij het
opruimen van de kadavers.
− De drijflaag van (blauw)algen neemt licht weg waardoor de
ondergedoken waterplanten minder O2 kunnen produceren.

Slide 10 - Tekstslide

vervolg antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat
• een grote hoeveelheid (blauw)algen leidt tot minder waterplanten / tot
meer reducenten, met een daarbij passende verklaring 1
• (als gevolg daarvan) er minder fotosynthese / er meer dissimilatie
plaatsvindt (en het zuurstofgehalte in het water daalt) 1
Opmerkingen
Voor het antwoord dat ’s nachts door de dissimilatie van de grote massa
blauwalgen het O2-gehalte in het water daalt, wordt het tweede scorepunt
gegeven.
Voor het antwoord dat in de zomer in het warme water minder zuurstof
oplost, wordt geen scorepunt gegeven

Slide 11 - Tekstslide

vragen??

Slide 12 - Tekstslide