EMMV - 1KGT - H2.2 Stoffen en mengsels

EMMV - H2.2
Zuivere stoffen en mengsels
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

EMMV - H2.2
Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Naast lessonup heb je dit via magister geopend:

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag
- Controleer of je Hoofdstuk 2 paragraaf 1 al af hebt

Fluisterend overleggen.
Vraag? Steek je vinger op.
Tot einde van de les.
Klaar?

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb mijn werk op de online leermethode bekeken en heb:
A
De introductie af, dus ik ga eerst paragraaf 1 afmaken.
B
Ik heb de introductie en paragraaf 1 al af, dus ik mag met paragraaf 2 beginnen.
C
Ik heb de introductie, paragraaf 1 en paragraaf 2 al af. Ik loop voor en mag wat voor mijzelf gaan doen.
D
Ik moet nog beginnen, dus ik ga hard aan de bak!

Slide 4 - Quizvraag

Wat ga je in paragraaf 2 leren?

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
- Maak de 'wat weet je al?' in lessonup

In stilte voor jezelf de vragen beantwoorden
Vraag? Steek je vinger op.
Tot einde van de les.
Klaar? Ga door met de instructie.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al?
Kun je het verschil tussen zuivere stoffen en mengsels al aangeven?

Slide 7 - Tekstslide

Wat denk je dat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel?

Slide 8 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een mengsel

Slide 9 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een zuivere stof.

Slide 10 - Open vraag

Let op!
In het volgende filmpje wordt het verschil uitgelegd tussen mengsels en zuivere stoffen.

Na afloop van het filmpje worden er vragen gesteld.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Uit hoeveel stoffen
bestaat een zuivere stof?
A
uit één soort stof
B
uit twee soorten stoffen
C
uit meer dan twee soorten stoffen
D
dat is bij elke zuivere stof verschillend

Slide 13 - Quizvraag

Een mengsel bestaat uit.....
A
1 soort stof
B
2 soorten stoffen
C
2 of meerdere soorten stoffen

Slide 14 - Quizvraag

Zuiver
Zuiver
Zuiver
Mengsel
Mengsel
Mengsel

Slide 15 - Sleepvraag

Je kunt hierna oplossingen en suspensies onderscheiden

Slide 16 - Tekstslide

Hoe denk je dat een oplossing eruit ziet?

Slide 17 - Open vraag

Hoe denk je dat een suspensie eruit ziet?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Oplossing
Oplossing
Suspensie
Suspensie
Suspensie
Oplossing

Slide 20 - Sleepvraag

Welk mengsel is troebel of helder?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
suspensie
oplossing
troebel
helder

Slide 21 - Sleepvraag

Geef van de volgende mengsels aan of het een suspensie of oplossing is.
oplossing
suspensie
cola
verf
chocolademelk
ranja
kraanwater
koffie
sinaasappelsap

Slide 22 - Sleepvraag

Karnemelk is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 23 - Sleepvraag

In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.

Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
Een ander woord voor de troebele vloeistof uit proef 1 is ________.
suspensie
oplossing

Slide 24 - Sleepvraag

Hierna kun je beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden doormiddel van extraheren of filtreren

Slide 25 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld verzinnen van filtratie bij jou thuis en wat gebeurt er als je dit doet?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video


Filtreren is...
A
Het uitrekken uit iets
B
Het scheiden op basis van deeltjes grootte
C
Altijd oplossen in water
D
Restant bij een filtratie

Slide 28 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek. Let op, er zijn meer woorden dan plekken. 
Suspensie
Filter
Oplosmiddel
Filtraat
Residu

Slide 29 - Sleepvraag

Zoek met google op wat het woord extraheren in de scheikunde betekent en welk voorbeeld daarbij genoemd wordt.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video


Extraheren is...
A
Het uitrekken uit iets
B
Het scheiden op basis van deeltjes grootte
C
Altijd oplossen in water
D
Restant bij een filtratie

Slide 32 - Quizvraag

Filtreren en extraheren
Soms worden de 2 scheidingsmethoden ook gecombineerd, zoals bij het zetten van koffie bijvoorbeeld!

Slide 33 - Tekstslide

Koffiepoeder bevat verschillende stoffen die voor kenmerkende eigenschappen van de koffie zorgen. Dit zijn de _________. 
Deze stoffen worden met heet water uit de koffie getrokken. Dat heet _________.
De stoffen die niet in het water oplossen, blijven achter in het ________. 
De vers gezette koffie in de koffiepot noem je het _______. 
De vochtige koffieprut in het filter noem je het______
Extraheren
filter
Geur- kleur- en smaakstoffen
Residu
filtraat

Slide 34 - Sleepvraag

Oplosmiddel
Residu
Filtraat
Filter

Slide 35 - Sleepvraag

Met een theezakje kun je snel een kop thee zetten. Wat is in deze situatie: 

a. Het oplosmiddel? 

b. Het filter? 

c. Het filtraat? 

d. Het residu? 
het water

het zakje
de thee
resten die in het zakje achterblijven

Slide 36 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak paragraaf 2 in de online methode

Fluisterend overleggen
Vraag? Steek je vinger op.
Tot einde van de les.
Klaar? dan gaan we nu jouw kennis checken!

Slide 37 - Tekstslide

Als het goed is kun je dit nu uitleggen.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen zuivere stoffen en mengsels?

Slide 39 - Open vraag

Wat is het verschil in uiterlijk tussen een oplossing en een suspensie?

Slide 40 - Open vraag

Met welke scheidingsmethode kun je een suspensie het beste scheiden?

Slide 41 - Open vraag

Met welke scheidingsmethode kun je een oplossing het beste scheiden?

Slide 42 - Open vraag

Hoe werkt de scheidingsmethode filtratie?

Slide 43 - Open vraag

Hoe werkt de scheidingsmethode Extractie?

Slide 44 - Open vraag

Aan de slag
Maak de test jezelf op de online methode.

Fluisterend overleggen
Vraag? Steek je vinger op.
Tot einde van de les.
Klaar? Je mag rustig wat voor jezelf doen.

Slide 45 - Tekstslide