4.1 en 4.2 Zouten

Zouten
Kennen en kunnen 4.1:
je kent alle ionen uit tabel 1 van je lesboek
(voor de SO: uit je hoofd)
je kunt de verhoudingsformule van een zout noteren als de naam is gegeven en omgekeerd


Kennen en kunnen 4.2
je kunt de oplosvergelijking voor het in water oplossen van een zout noteren
je kunt de indampvergelijking voor het indampen van een zoutoplossing noteren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zouten
Kennen en kunnen 4.1:
je kent alle ionen uit tabel 1 van je lesboek
(voor de SO: uit je hoofd)
je kunt de verhoudingsformule van een zout noteren als de naam is gegeven en omgekeerd


Kennen en kunnen 4.2
je kunt de oplosvergelijking voor het in water oplossen van een zout noteren
je kunt de indampvergelijking voor het indampen van een zoutoplossing noteren

Slide 1 - Tekstslide

Geef de verhoudingsformule van kaliumoxide
(gebruik haakjes indien nodig)

Slide 2 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule van bariumfosfaat (gebruik haakjes indien nodig)

Slide 3 - Open vraag

Geef de naam van HgBr2
(gebruik Romeinse cijfers indien nodig)

Slide 4 - Open vraag

Gaan deze oefenvragen vlot en goed? 
Zo ja, ga door naar dia 23 

Zo nee, neem op de volgende dia's nogmaals de theorie en oefenvragen van par.4.1 door om de basis over zouten, het opstellen van verhoudingsformules en noteren van de namen van zouten te herhalen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bij formules van ionen ALTIJD de lading vermelden,
want Mg is iets anders dan Mg2+ !!!

Slide 8 - Tekstslide

Ionladingen volgens Periodiek Systeem
Zo zijn bv. lood(II)sulfide en lood(IV)sulfide verschillende zouten.

Slide 9 - Tekstslide

Kennen!
40A
45
66B
99

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de lading van een magnesium-ion?
Gebruik je Binas (40A, 45, 66B, 99)
A
+
B
2+
C
-
D
2-

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de lading van een chloride-ion?
Gebruik je Binas (40A, 45, 66B, 99)
A
+
B
2+
C
-
D
2-

Slide 12 - Quizvraag

Welke ladingen kan een koperion hebben?
(Binas 40A)
A
+, 2+
B
2+, 3+
C
+, 3+
D
2+, 4+

Slide 13 - Quizvraag

Check
in
66B

Slide 14 - Tekstslide

De formule van het sulfaation is
A
S2
B
SO42
C
SO32
D
HSO4

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

De formule van het nitrietion is
A
N3
B
NO3
C
NO2
D
HNO3

Slide 17 - Quizvraag

Geef de verhoudingsformule van ijzer(III)bromide

Slide 18 - Open vraag

Noteer samengestelde ionen tussen haakjes met daarbuiten een index (...)n wanneer dit ion meer dan één keer in de verhoudingsformule voorkomt.

Slide 19 - Tekstslide

Geef de verhoudingsformule van calciumcarbonaat (gebruik haakjes indien nodig)

Slide 20 - Open vraag

geen Griekse telwoorden bij naamgeving zouten !

Slide 21 - Tekstslide

Geef de naam van Fe(NO3)2

Slide 22 - Open vraag

Afronden 4.1 en start 4.2
Maak opgaven 5 t/m 8 van par. 4.1 af (als die nog niet af zijn)
Blijft het opstellen van verhoudingsformules en namen van zouten nog lastig: oefen verder met de vaardighedentrainer in de digitale lesmethode

Klaar met 4.1 en je beheerst de leerdoelen? Ga verder met par.4.2 
  • korte uitleg en twee oefenvragen in volgende dia's
  • meer gedetailleerde instructievideo: zie bij bronnen in It's Learning

Slide 23 - Tekstslide

Zouten oplossen

Slide 24 - Tekstslide

Zout oplossen in water: ionen komen los uit ionrooster en worden omringd door mantel van watermoleculen (hydratatie).
ionbindingen verbroken en ionen omringt door watermoleculen

Slide 25 - Tekstslide

Oplosvergelijking

Slide 26 - Tekstslide

Geef het oplossen van zinkchloride in water in een vergelijking weer.

Slide 27 - Open vraag

watermoleculen verdampen en
ionen gaan weer in ionrooster
waar de oplosvergelijking is:
vaste stof (s) -> ion+ (aq) + ion- (aq)
NaCl (s)          -> Na+ (aq)  + Cl- (aq)

wordt de indampvergelijking:
ion+ (aq) + ion- (aq) -> vaste stof (s)
Na+ (aq) + Cl- (aq)    -> NaCl (s)
Indampvergelijking

Slide 28 - Tekstslide

Geef het indampen van een aluminiumnitraat oplossing in een vergelijking weer.

Slide 29 - Open vraag

Afronden 4.2
Maak de opgaven van par. 4.2 
  • extra oefening: maak opgaven 9 en 11 
  • anders alleen opgaven 10, 12, 13 en 14 

Blijft het opstellen van oplos- en indampvergelijkingen nog lastig: oefen verder met de vaardighedentrainer in de digitale lesmethode

Slide 30 - Tekstslide