13_01 22 P3_Lit. begr. Tijd en ev en samgest. zin

TG2D
Welkom
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

TG2D
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze week
Aan het eind van deze week kun je de bijwoordelijke bepaling uit een zin halen, kun je een enkelvoudige zin van een samengestelde zin onderscheiden en ken je de begrippen Personage, Perspectief en Tijd

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag

  • uitleg Tijd
  • lezen Boek "Zes seconden" 
  • Grammatica: opdracht bijw. bepaling bespreken en uitleg enkelvoudige en samengestelde zin





    Slide 3 - Tekstslide

    Huiswerk
    1. Bijwoordelijke bepaling leren en opdracht 
    2. Lezen "Zes seconden" t/m pag. 24 (Hst. 2). 
    3. Literaire begrippen Personages en Perspectief leren, pag. 1 en 2 (zie bijlage)

    Slide 4 - Tekstslide

    Woordsoorten
    lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord - werkwoord -
    voegwoord

    Slide 5 - Tekstslide

    Wie weet wat een 
    voegwoord is....?

    Slide 6 - Tekstslide

    Enkelvoudige en samengestelde zinnen

    Slide 7 - Tekstslide

    Hoeveel persoonsvormen zie je in de zin?
     
    • Gelukkig heeft Twente gewonnen van PEC Zwolle.
    • Toen ik klein was, las mijn opa mij altijd voor. 
    • Ik ben blij als ik chocola eet. 
    • ...
    • meer dan één persoonsvorm? dan heb je een samengestelde zin!
    • één persoonsvorm? enkelvoudige zin






    Slide 8 - Tekstslide

    Hoeveel persoonsvormen zie je in de zin?
     
    • Gelukkig heeft Twente gewonnen van PEC Zwolle.
    • Toen ik klein was, las mijn opa mij altijd voor. 
    • Ik ben blij als ik chocola eet
    • ...
    • meer dan één persoonsvorm? dan heb je een samengestelde zin!
    • één persoonsvorm? enkelvoudige zin






    Slide 9 - Tekstslide

    Samengestelde zinnen
    twee hoofdzinnen OF
    een hoofd- en een bijzin OF
    twee hoofdzinnen en een bijzin OF
    twee bijzinnen en een hoofdzin OF
    .......

    Slide 10 - Tekstslide

    Kenmerken van een hoofdzin
    • onderwerp en pv staan naast elkaar
    • geen woord tussen het ow en de pv:
    • "Ik sport altijd op zaterdag."
    • "Op zaterdag sport ik altijd."
    • ***Altijd sport op zaterdag ik"

    Slide 11 - Tekstslide

    Kenmerken van een bijzin
    • tussen het onderwerp en pv kunnen andere woorden staan
    • pv staat vaak achteraan
    • Toen ik klein was, ...
    • Als ik chocola eet,...
    • zin is niet "zelfstandig": je voelt dat er informatie ontbreekt en de zin niet 'af' is: 

    Slide 12 - Tekstslide

    Wat is de hoofdzin

    • Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
    • Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.






    Slide 13 - Tekstslide

    Wat is de bijzin

    • Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker.
    • Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker.





    Slide 14 - Tekstslide

    Hoe plak je hoofdzinnen aan elkaar?  
    •  met voegwoorden dus, en, maar, want
    • Ik loop naar de bakker. Ik koop vier broden.
    • Ik loop naar de bakker EN koop vier broden
    • Ik heb het koud. Ik ga naar buiten. Ik vind het leuk.
    • Ik heb het koud, MAAR ik ga naar buiten EN ik vind dat leuk.

    Slide 15 - Tekstslide

    Hoe plak je een bijzin aan een hoofdzin?  
    • met voegwoorden dat, hoewel, omdat, zodat, toen, als
    • Het regent verschrikkelijk hard. Ik ga een rondje lopen.
    • Hoewel het verschrikkelijk hard regent, ga ik een rondje lopen. 

    Slide 16 - Tekstslide

    Samengestelde zinnen: nevenschikkend of onderschikkend
    1. Nevenschikkend: op hetzelfde niveau, b.v. twee hoofdzinnen OF twee bijzinnen
    Zij houdt van paarden (hz) en rijdt vaak in de manege (hz). 
    Zij houdt van paarden. Zij rijdt vaak in de manege.
       2. Onderschikkend: een hoofd- en een bijzin. De hoofdzin is de baas en de bijzin is ondergeschikt. 
    Zijn lievelingsspel is FIFA (hz), omdat je dat met veel vrienden kunt spelen (bz). 

    Slide 17 - Tekstslide

    Waarom leer je dit? 
    • ... 
    • om beter te formuleren en te schrijven: als je weet wat een bijzin is, dan weet je dat die niet als losse zin met een punt kan voorkomen.

    Slide 18 - Tekstslide

    Welke vragen heb je nog over samengestelde zinnen? 

    Slide 19 - Tekstslide

    Maak aantekeningen in je schrift!





    huiswerk:
    lezen t/m Hst 5 (p.43)

    Slide 20 - Tekstslide

    Uitleg literaire begrippen

    Slide 21 - Tekstslide

    Tijd
    • Waaraan zie je in welke tijd een verhaal of film zich afspeelt? 
    • ...
    • voorwerpen, omgangsvormen, wel of geen internet, voertuigen, taalgebruik, etc.  
    • => dit noem je de historische tijd

    Slide 22 - Tekstslide

    Welke tijd?
    Een jongen komt bij in een snikhete, kale grasvlakte. Hij kan zich niets meer herinneren. Tot zijn opluchting vindt hij een rugzak met daarin een telefoon. Hij wil het alarmnummer intoetsen, maar ziet dat hij een voicemailbericht heeft ontvangen. Hij luistert het af en hoort zijn eigen stem zeggen: ‘Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie.’

    Slide 23 - Tekstslide

    Boy 7, Mirjam Mous, 2009
    Een jongen komt bij in een snikhete, kale grasvlakte. Hij kan zich niets meer herinneren. Tot zijn opluchting vindt hij een rugzak met daarin een telefoon. Hij wil het alarmnummer intoetsen, maar ziet dat hij een voicemailbericht heeft ontvangen. Hij luistert het af en hoort zijn eigen stem zeggen: ‘Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie.’

    Slide 24 - Tekstslide

    Welke tijd?
    'Om halfdrie keerden de Van Raats van het souper terug naar het Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, en den bout dwars voor de huisdeur lichtte, stelde Betsy zich onwillekeurig haar slapenden jongen voor, roze, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven; hij met zijn couranten de eetkamer in. 

    Uittreksel van: Louis Couperus. 'Eline Vere'. iBooks. https://books.apple.com/nl/book/eline-vere/id511062936

    Slide 25 - Tekstslide

    1888, Eline Vere, Couperus
    'Om halfdrie keerden de Van Raats van het souper terug naar het Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, en den bout dwars voor de huisdeur lichtte, stelde Betsy zich onwillekeurig haar slapenden jongen voor, roze, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven; hij met zijn couranten de eetkamer in. 

    Uittreksel van: Louis Couperus. 'Eline Vere'. iBooks. https://books.apple.com/nl/book/eline-vere/id511062936

    Slide 26 - Tekstslide

    Vertelde tijd = tijdsduur van het verhaal
    • tijdssprong
    • versnelling
    • vertraging

    Slide 27 - Tekstslide

    Kijkopdracht - James Bond
    Van welke techniek met betrekking tot tijd maakt de regisseur gebruik?

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Video

    Welke vragen heb je nog? 

    Slide 30 - Tekstslide

    Wat heb je opgestoken?
    ....






    ....en hoe heb je gewerkt? 

    Slide 31 - Tekstslide

    Slide 32 - Link

    Filmpjes

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Link