b3.9 - k3.9: spelling

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
1:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

HW checken

Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.


timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

2.5: grammatica
korte terugblik
Vul aan: 

Hoor ik een korte klank aan het einde van een klankgroep dan.............................

Hoor ik een lange klank aan het einde van een klankgroep dan.............................

Kun je bij beide een voorbeeld noemen?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 
Basis: ik kan
-  het werkwoord in de tegenwoordige tijd enkelvoud en meervoud spellen.

Kader: Ik kan
- de persoonsvorm in de verleden tijd goed schrijven;
Ik weet:
- wat klankvaste en klankveranderende werkwoorden zijn.


B: §3.9, spelling
K: §3.9, spelling

Slide 5 - Tekstslide

ww in tt (ev en mv)
Als een zin gaat over iets dat nu gebeurt, staat hij in de tegenwoordige tijd. Om het werkwoord in het enkelvoud goed te schrijven, gebruik je deze regels:

Bij ik schrijf je de ik-vorm.

Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.

Ik-vorm die eindigt op -t
Bij het spellen van het werkwoord moet je het volgende onthouden.
Als de ik-vorm van het werkwoord eindigt op een t, dan hoef je geen extra t te schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

(bouwen) Je _____________ leuke dingen met je blokken.

Slide 7 - Open vraag

(krimpen)
_____________ jij ineen als je Fred ziet?

Slide 8 - Open vraag

(repareren)
De kinderen _____________ de boomhut.

Slide 9 - Open vraag

(planten)
De tuinman _____________ een perkje vol met bloemen.

Slide 10 - Open vraag

(verwoesten)
Mijn broertje _____________ mijn kunstwerk.

Slide 11 - Open vraag

Wat gebeurt er?
Maak de zin eens vragend, wat gebeurt er met de PV?

Je houdt jouw broertje in de achtbaan stevig vast.

Je gaat morgen mee naar de dokter.

Je kruidt de soep met zout en peper. 


Slide 12 - Tekstslide

DUSSSSSS!!!!
als je/ jij/ u achter de pv staat, dan schrijf je de ik-vorm

Slide 13 - Tekstslide

Basis mag aan het werk
b: blok 3, spelling, §3.9, opdracht 22, 23, 24

Slide 14 - Tekstslide

PV in de vt
Aan de persoonsvorm zie je in welke tijd de zin staat. De spelling van de persoonsvorm is in de verleden tijd anders dan in de tegenwoordige tijd. Bekijk het volgende schema

Slide 15 - Tekstslide

klankvast of klankveranderend
Bij klankvaste werkwoorden verandert de klank niet als je de persoonsvorm in een andere tijd zet. Je spelt de persoonsvorm volgens de stappen die we net besproken hebben.

Werkwoorden waarbij de klank verandert als je de persoonsvorm in een andere tijd zet, noemen we klankveranderend. Meestal kun je horen hoe je deze werkwoorden schrijft. vb; slapen, lopen, liggen

Slide 16 - Tekstslide

Zet de PV tussen haakjes in de vt.
De kapper (knippen) gisteren mijn haar.

Slide 17 - Open vraag

Zet de PV tussen haakjes in de vt.
Het kindje (struikelen) over de deurmat.

Slide 18 - Open vraag

Zet de PV tussen haakjes in de vt.
Mijn ouders (verrassen) mijn broertje voor zijn verjaardag.

Slide 19 - Open vraag

Zet de PV tussen haakjes in de vt.
Bij de sportdag
(rennen) de jongens de longen uit hun lijf.

Slide 20 - Open vraag


de PV bedacht komt van een 
A
klankveranderend ww
B
klankvast ww

Slide 21 - Quizvraag


de PV stonden komt van een
A
klankveranderend ww
B
klankvast ww

Slide 22 - Quizvraag


de PV zwaaiden komt van een 
A
klankveranderend ww
B
klankvast ww

Slide 23 - Quizvraag


de PV kregen komt van een 
A
klankveranderend ww
B
klankvast ww

Slide 24 - Quizvraag

Aan het werk
B: blok 3, spelling, §3.9, opdracht 22, 23, 24
K: blok 3, spelling, §3.9, opdracht 23.1, 24, 25, 26

toelichting vd opdrachten nodig?

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek

in je ebook

Slide 25 - Tekstslide


Afsluiting les 

Ik kan de PV in de tt of vt op de juiste manier schrijven. 
Dit kan ik goed
Dit moet ik nog oefenen
Ik kan dit nog niet

Slide 26 - Poll

Huiswerk
B: blok 3, spelling, §3.9, opdracht 22, 23, 24
B: neem voor de volgende les je oordopjes mee ivm het dictee
K: blok 3, spelling, §3.9, opdracht 23.1, 24, 25, 26

Slide 27 - Tekstslide