3 juni Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

3 juni Werkwoordspelling

Mavo 2 periode 5 

week 35  1e les (3 juni)

Welkom 

plattegrond:

Planning

Lezen: Wojtek H.14

Agenda en huiswerk

Startopdracht

Instructie werkwoordspelling

~pauze~

Zelfstandig oefenen 

Start fictieopdracht (zie SOM)

Afsluiting

Volgende les: 4 juni

vervolg werkwoordspelling

 Huiswerk 4 juni:

* Maak opdracht  3 en 4  blz. 242 /243 af. 

18 juni: SO Werkwoordspelling

24 juni: PO Schrijfopdracht Wojtek inleveren.

 VOOR IN DE AGENDA: 

Ik ga nog een gedicht voordragen.

Dat gaan jullie over een paar weken ook doen.

Ik heb nu het gedicht 'Vuilniszakken van Viktor Vroomkoning' gekozen. 

Ik heb het gedichtje gekozen, omdat ik het eind verrassend vond. 

Huiswerk check✓

geen hw

Startopdracht

Waar zeggen de onderstreepte woorden iets over? 

De gevoede baby. 

Een geland vliegtuig. 

Het geschatte gewicht. 

Een ontstoken wond. 

De gepote aardappelen.

Schrijf ze over en schrijf eronder hoe deze woorden heten. 

1. maart

2. dinsdag

3. blad (van een boom)

4. bn van plastic

5. bn van lekker 

6. mv van brief

7. mv van gans

8. verkleinwoord van koning

9. verkleinwoord van pink

10. verkleinwoord van worm

Doel cursus 7  spelling werkwoorden

•  Je kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord spellen. 

voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, ver- of be-. Er staat dan een vorm van het werkwoord hebben, zijn of worden in de zin. 

bijv.  Ik heb hard gewerkt. 

           Jij bent uit het systeem verwijderd. 

           Hij wordt door de politie bestraft. 

Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.

      

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Het voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt woorden. 

Bijv. de geperste sinaasappel. -> de sinaasappel is geperst.

          de ingehaald toets.  -> de toets is ingehaald. 

Het staat dan vóór het zelfstandig naamwoord. 

Je schrift een voltooid deelwoord als bijv.nw zo kort mogelijk. 

Inoefenen

Opdracht 2 blz. 242 met elkaar. 

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

~pauze~

Aan het werk

Maak opdracht 2 af en maak ook opdracht 3 van blz. 242. 

Klaar? Maak opdracht 4.

Afsluiting

Check de doelen bij jezelf: 

1. Je kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed schrijven. 

Volgende les: 

vervolg ww-spelling