Groep 5 > Les 1 > Leven in oorlog

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Tekstslide

Je leert vandaag:
  • wat er in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebeurt
  • wat er verandert in het dagelijks leven van de mensen

Slide 2 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van wereldoorlogen & holocaust 1900 - 1950

Slide 3 - Tekstslide

Op 14 mei 1940 gooien Duitse vliegtuigen bommen op Rotterdam

Slide 4 - Tekstslide

Het begin van de oorlog
De leider van Duitsland is Adolf Hitler. Hij wil dat zijn land de baas wordt in Europa. Zij legers veroveren daarom veel landen.
Het Duitse leger valt op 10 mei 1940 ook Nederland aan. Dat is het begin van de Tweede Wereldoorlog in ons land. Nederland geeft zich over na het bombardement op Rotterdam. De Duitsers worden zo de baas in ons land. 
Het teken van Adolf Hitler en zijn aanhangers is het hakenkruis

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komt het dat er veel moderne gebouwen in het centrum van Rotterdam staan en weinig oude gebouwen?

Slide 6 - Open vraag

De eerste veranderingen
Het dagelijks leven gaat aan het begin van de Duitse bezetting gewoon door.
Mannen en vrouwen gaan naar hun werk, de winkels blijven open en de kinderen gaan naar school.
Er zijn ook veranderingen. De mensen moeten 's avonds hun ramen verduisteren. Er mag geen licht naar buiten schijnen. De Engelse piloten mogen namelijk niet zien waar de steden liggen. Anders gooien ze bommen op spoorwegen en fabrieken. En dat willen de Duiters niet. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom willen de Duitsers niet dat Engelse piloten bommen op spoorwegen en fabrieken gooien?
A
De Duitsers hebben geen zin om de rommel op te ruimen
B
De Duitsers kunnen de spoorwegen en fabrieken goed gebruiken
C
De Duitsers vinden het zielig voor de mensen die er werken

Slide 8 - Quizvraag

Nog meer veranderingen
Er staan enorme rijen voor de winkels. Er zijn steeds minder levensmiddelen te krijgen. Daarom heeft iedereen voedselbonnen. 
Met een voedselbon kun je bijvoorbeeld melk, vlees of brood kopen. Iedereen wil natuurlijk op tijd in de winkel zijn, anders is alles op. Daarom staan er zulke lange rijen. 

Slide 9 - Tekstslide

Surrogaat
Echte thee en koffie zijn niet meer te koop. Mensen gebruiken bladeren van braamstruiken om thee na te maken. 
Nagemaakte spullen noem je 'surrogaat'. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze producten zijn 'op de bon'. Welke 3 producten zou jij het meest missen?

Slide 11 - Open vraag

Persoonsbewijs
Als je 14 jaar of ouder bent moet je een persoonsbewijs bij je hebben. Zo kun je laten zien wie je bent. Zonder persoonsbewijs wordt je opgepakt en in de gevangenis gezet

Slide 12 - Tekstslide

Het persoonsbewijs is gemaakt van:
A
papier
B
hout
C
plastic

Slide 13 - Quizvraag

Wat zie je op het persoonsbewijs:

een stempel
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je op het persoonsbewijs:

een pasfoto
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Wat zie je op het persoonsbewijs:

een vingerafdruk
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Wat zie je op het persoonsbewijs:

een Nederlandse vlag
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat zie je op het persoonsbewijs:

een handtekening
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 19 - Tekstslide