Marktonderzoek lesweek 5 les 1

Marktonderzoek
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marktonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat indexcijfers betekenen. 
  • Je berekent zelf indexcijfers.
  • Je beschrijft het verschil tussen interpoleren en  extrapoleren. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Indexcijfers 
Met indexcijfers kun je gegevens met elkaar vergelijken, waarbij je het basisjaar als uitgangspunt neemt.
Het basisjaar heeft altijd het indexcijfer 100. 

Indexcijfers lijken op percentages. Het is ook een verhoudingsgetal.

Slide 4 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 5 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 6 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 7 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:

Slide 8 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
Indexcijfer 2017:
x 100 = 85,7

Slide 9 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het indexcijfer van jaar 2018?

Slide 11 - Open vraag

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€ 32
€ 35
x 100 = 91,4

Slide 12 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
2021
€ 34
€36
€35
x 100 = 102,9

Slide 13 - Tekstslide

Jaar 
Prijs
Indexcijfer
2017
€ 30 
85,7
2018
€ 32
91,4
2019
€ 35
100 
= basisjaar
2020
€ 36
102,9
2021
€ 34
€34 
€35
x 100 = 97,1

Slide 14 - Tekstslide

Indexcijfers
Bereken voor de omzetten van het bedrijf in de tabel de indexcijfers, waarbij het basisjaar 2005 is. 

Slide 15 - Tekstslide

Indexcijfers
Jaar
Omzet
Indexcijfer
2005
587.200
100
2006
566.700
96,5

2007
554.400
94,4
2008
567.300
96,6
2009
588.900
100,3
2010
592.500
100,9
2011
612.500
104,3
2012
614.300
104,6
2013
626.700
106,7
2014
634.100
107,9

Slide 16 - Tekstslide

Interpoleren
Soms kun je bij grafieken en tabellen niet direct tussenliggende waarden aflezen. Dan moet je schatten. 

Dit schatten van een tussenliggende waarde bij waarnemingsresultaten noem je interpoleren.

Slide 17 - Tekstslide

Interpoleren
Je wilt weten wat de afzet is in 2012. De bekende waarden die je hebt zijn van 2011 (3.600) en 2013 (4.800). Dus je kunt nu een schatting maken voor 2012. In 2 jaar tijd is de afzet gestegen met 1.200. Dus 1.200 : 2 = 600. Afzet in 2012 is dan 3.600 + 600 = 4.200.
Jaar
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Afzet
3.100
3.600
4.800
5.300

Slide 18 - Tekstslide

Extrapoleren
Je maakt een schatting van waarden die buiten de bekende waarden liggen. 

Je maakt dan gebruik van de laatste twee bekende waarden. 

Slide 19 - Tekstslide

Extrapoleren
Je wilt de afzet van 2015 weten. De waarde ligt buiten de bekende waarden. Dit betekent dat je naar twee bekende waarden kijkt die het dichtst bij de onbekende waarde liggen. Afzet in 2014 is ten opzichte van 2013 met 500 toegenomen, 5.300 - 4.800 = 500. Afzet van 2015 is 5.300 + 500 = 5.800

Jaar
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Afzet
3.100
3.600
4.800
5.300

Slide 20 - Tekstslide

Interpoleren

Inter betekent tussen
Het schatten van een waarde tussen twee waardes in.


Extrapoleren

Extra  betekent buiten
Het schatten van een waarde dat buiten het onderzochte tijdvak ligt.
Je gebruikt de laatste twee waardes die je weet.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom interpoleren en extrapoleren
  • Als je een gemiddelde wilt weten.
  • Als je een schatting wilt maken van cijfers die komende jaren gelden. 
  • Je krijgt grip op de toekomst; stel dat je schat dat de omzet gaat stijgen dan kun je hierop inspelen. 

Slide 22 - Tekstslide

Als je wilt weten hoeveel frisdrank er in 1991 werd gedronken. Dan maak je gebruik van
A
interpoleren
B
extrapoleren

Slide 23 - Quizvraag

Als je wilt weten hoeveel frisdrank er in 1976 werd gedronken. Dan maak je gebruik van
A
interpoleren
B
extrapoleren

Slide 24 - Quizvraag

Als je wilt weten hoeveel frisdrank er in 2013
werd gedronken. Dan maak je gebruik van
A
interpoleren
B
extrapoleren

Slide 25 - Quizvraag

In de tabel staat informatie over de omzet van de firma Intermarc.
Geef door interpoleren een schatting van de omzet in 1993.
A
9,4 miljoen
B
7,6 miljoen
C
7,2 miljoen

Slide 26 - Quizvraag

In de tabel staat informatie over de omzet van de firma Intermarc.
Geef door extrapoleren een schatting van de omzet in 2020.
A
12,8 miljoen
B
15,5 miljoen
C
34,0 miljoen

Slide 27 - Quizvraag

Ik weet nu voldoende over indexcijfers, interpoleren en extrapoleren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll