Keuzedeel, dag 3

Keuzedeel: Omgaan met onbegrepen gedrag 
bij mensen met dementie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel: Omgaan met onbegrepen gedrag 
bij mensen met dementie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geheugenstoornis waarbij iemand moeite heeft om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
A
Agnosie
B
Apraxie
C
Afasie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geheugenstoornis met verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
A
Agnosie
B
Apraxie
C
Afasie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie betekent letterlijk
A
Geestelijke aftakeling
B
Psychische aftakeling
C
Somatische aftakeling
D
Sociale aftakeling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest in het oog springende klacht bij de ziekte van Alzheimer is:
A
Hallucineren
B
Vergeetachtigheid
C
Wanen
D
Decorumverlies

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de hersenen is beschadigd bij frontaalkwabdementie?
A
Het voorste gedeelte
B
Het achterste gedeelte
C
Het middelste gedeelte

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vasculaire dementie kan het gevolg zijn van
A
Een hartinfarct
B
Een taalstoornis
C
Een beroerte, een of meerdere tia's.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De symptomen bij Lewy body - dementie vertonen vaak overlap met:
A
De ziekte van Parkinson
B
De ziekte van Alzheimer
C
De ziekte van Korsakov
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen met dementie hebben onbegrepen gedrag?
A
40 tot 50 %
B
60 tot 70 %
C
70 tot 80 %
D
80 tot 90 %

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen mensen met dementie nog nieuwe dingen leren?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak komt depressie voor bij mensen met dementie?
A
1 0 op de 20
B
1 op de 3
C
1 op de 10
D
1 op de 5

Slide 11 - Quizvraag

Een op de vijf mensen met dementie hebben last van een depressie. Bij mensen met dementie komt depressief gedrag en somberheid regelmatig voor. Deze signalen vaak niet herkend. Zo’n 40 tot 50 procent van de mensen met dementie vertoont wel eens depressief gedrag (bron: Verenso 2018) 
De behandeling bij dementie richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit van leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaal past NIET in het rijtje voor het herkennen van dementie
A
Jezelf niet meer herkennen
B
Er onverzorgd uitzien (vroeger niet)
C
Niet goed meer kunnen bedienen van apparaten
D
Achterdochtig zijn (vroeger niet)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij validation gaat het onder andere om ruimte maken voor iemand zijn/haar gevoelens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Agitatie
- Eisen en verwachtingen waaraan je naaste niet kan voldoen;
- Frustratie omdat eenvoudige taken niet lukken;
- Mensen die dichtbij jou komen zonder dat je naaste begrijpt waarom;
- Wanen en hallucinaties;
- Woede door verminderde impulsecontrole.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak
En die keer dat hij een mes pakte en zo voor me stond. Ik heb toen heel duidelijk gezegd: Wim, dit doen we niet. Hij schrok wel degelijk en was daarna heel verdrietig.
— Elly (76)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak
Elke morgen is het een gevecht; ze wil niet in de taxi naar de dagopvang. Dan druk ik haar het busje in en zeg tegen de chauffeur: rijden. En ’s avonds komt ze vrolijk thuis. Dus ja…

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht agressie 
Agressie
  1. Hoe uit zich agressieve energie bij jou?
  2. Uit je het of onderdruk je het?
  3. Zijn er mensen of situaties die agressieve energie bij je los maken? 
  4. Zo ja, welke en hoe ga je er mee om?


                                                                             Klassikaal nabespreken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleringsplan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je om met herhalend gedrag?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
 Zoek de volgende observatiemethodieken op en benoem met je groep: wat de methode inhoud en de voor en nadelen zijn. 
- De ABC methode
- De GRIP methode
- De STA OP! methode
- Geeltjes methode 
- De stappenplan en teamevaluatie (www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
  • Ga in een twee of drietal oefenen met een stappenplan probleemgedrag. Neem hiervoor een casus uit je praktijk van een zorgvrager met probleemgedrag.
  • Je vindt de stappenplannen op de website van Zorg voor beter. Neem hiervoor een half uur de tijd
  • Nabespreken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 kernelementen voor omgang 
met onbegrepen gedrag
  1. Tijdig signaleren van onbegrepen gedrag zodat ingegrepen kan worden voordat escalatie plaatsvindt.
  2. Een gedegen analyse maken van het gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein.
  3. Multidisciplinair werken in een team met in ieder geval verzorgende, arts en psycholoog.
  4. De oorzaak van het gedrag aanpakken en niet het gedrag zelf. 
  5. Eerst psychosociale interventies toepassen. Psychofarmaca worden alleen toegepast wanneer kan worden aangetoond dat psychosociale interventies niet (voldoende) werkzaam zijn (met uitzondering van een lichamelijke oorzaak of bij sprake van een delier of psychose).
  6. Psychofarmaca volgens de richtlijn toepassen tenzij er belangrijke redenen zijn om hiervan af te wijken.
  7. Familie en mantelzorg betrekken bij de analyse en aanpak van het probleem.
  8. Behandeling evalueren met extra aandacht voor het mogelijk staken van behandeling met psychofarmaca.




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies