Orthopedagogiek - Les 7 (ADHD/ADD)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie ADHD/ADD
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie ADHD/ADD
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan faalangst veroorzaken?
A
Positieve ervaringen, laag zelfbeeld, lage verwachtingen
B
Gebrek aan motivatie, positieve feedback, ontspanning
C
Sociale steun, flexibiliteit, acceptatie van falen
D
Perfectionisme, negatieve ervaringen, hoge verwachtingen

Slide 2 - Quizvraag

De hele klas leest inmiddels op niveau B1, dit is passend bij de leeftijd van jouw stage klas. Indy loopt hier zichtbaar achter. Binnen andere schoolvakken heeft Indy geen achterstand. 
Yoran is bezig met het maken van zijn opdracht. Hij vraagt bij iedere zin die hij opschrijft bevestiging aan jou om te checken of hij op de goede weg is. 
Mae heeft vandaag een onvoldoende gekregen voor haar opdracht. Tijdens de nabespreking merk je dat Mae niet de klassikale uitleg niet heeft begrepen. Er werden woorden gebruikt, die voor Mae onbegrijpelijk waren. 
TOS
Dyslexie
Faalangst

Slide 3 - Sleepvraag

AD(H)D

Ervaar de prikkels.
 
Sluit je ogen.
Luister naar het geluidsfragment. 
Wat valt je op?


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke kenmerken kun je vanuit het filmpje van AD(H)D noemen?
Vul aan met eigen ervaringen ideeën etc.

Slide 6 - Woordweb

Wie ondervindt hinder aan de stoornis ADHD?
Het kind
De omgeving
Zowel het kind als de omgeving

Slide 7 - Poll

ADHD
(Attention Deficit Hyperactivity Disorder)

- Is een externaliserende gedragsstoornis, d.w.z.: gedrag richt zich naar buiten. 

- Jongens hebben drie keer zo vaak ADHD als meisjes
- Bij één op de drie volwassenen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal
- 30% blijft op school een jaar zitten
- 50% heeft een leerstoornis

Slide 8 - Tekstslide

Types ADHD
ADHD - I:
Veel moeite om hun aandacht ergens bij te houden. Het zijn echte dromers.

ADHD-H:
Vooral hyperactief en impulsief

ADHD-C: 
Zowel last van aandachtstekort als hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit is het meest voorkomende type.

Vroeger was de onderverdeling anders, namelijk:
- ADHD
- ADD 

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken ADHD
  1. Geslacht en leeftijd:
    Twee tot drie keer zo veel jongens dan meisjes


  2. Individuele kwetsbaarheid:
    Verschillen in hyperactiviteit, impulsiviteit en minder concentratievermogen zijn vooral erfelijk. Moeder die tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk had of rookte.

  3. Vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht


  4. Omgeving: Omgeving heeft geen invloed op het ontstaan van ADHD. Het heeft waarschijnlijk wel invloed op het blijven bestaan van de gevolgen van ADHD. Bepaalde zaken in het gezin maken de kans groter dat een kind 'last' houdt van ADHD.

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken ADHD



  • Aandachtstoornissen: snel afgeleid, moeite om zich te concentreren;
  • Hyperactiviteit: over beweeglijk, niet stil kunnen zitten, rusteloos;
  • Impulsiviteit: direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig;
  • Motorische stoornissen: onhandig, onbeheerst, houterig;
  • Leerproblemen: wat vandaag wordt geleerd, is morgen weer vergeten;
  • Lage frustratiedrempel: als iets niet lukt, roept dat snel en veel frustratie op.





Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kwaliteiten ADHD



  • Vaak heel enthousiast en spontaan
  • Ze kijken op een verfrissende manier tegen veel vanzelfsprekende dingen aan
  • Ze zijn vaak erg creatief, vindingrijk en vernieuwend
  • Zoveel prikkels te verwerken dat zij informatie kunnen combineren
  • Ze denken vaak probleemoplossend en met ruimtelijk inzicht

Slide 13 - Tekstslide

Diagnose stellen
Alleen een gz-psycholoog of psychiater mag een DSM-diagnose stellen!

Psychiaters en therapeuten stellen alle psychische stoornissen vast aan de hand van de Diagnostic and Statical Manual, vijfde editie, oftewel DSM-V. Dit kan dus worden gezien als een handleiding voor psychiaters en therapeuten om klachten, problemen en stoornissen te categoriseren en te benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Is ADHD herkenbaar voor jou?
JA, ABSOLUUT!
JA, IK HEB DAT SOMS.
NEE, IK HERKEN DAT NIET.

Slide 15 - Poll

Begeleiding
  1. Zorg voor regelmaat (balans in prikkels, structuur)
  2. Wees duidelijk (doe wat je zegt, zeg wat je doet)
  3. Help bij selecteren van informatie (wat is belangrijk?)
  4. Geef positieve aandacht (heb geduld, toon begrip, pluspunten)
  5. Ruimte voor uitleven (energie kwijt kunnen)

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag (3-Tallen)
Jij werkt op een woongroep voor jongeren die om verschillende redenen niet huis kunnen wonen. Er komt een nieuwe jongen op de groep, hij heet Jona is 17 jaar en heeft ADHD. Dit is voor het eerst dat er een jongen met ADHD op de groep komt. Hij is erg druk beweeglijk, impulsief en druk.

Bedenk wat jij en je collega's kunnen doen om aan te sluiten bij Jona zijn behoefte. 

1. Zoek uit wat de behoefte zijn van iemand met ADHD
2. Bedenk hoe jullie dit gaan toepassen als begeleiders
3. Jij wilt dat Jona zich thuis voelt op de groep hoe ga je ervoor zorgen dat de andere jongeren hier aan bijdrage?

timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Snel afgeleid, moeite met concentreren
Overbeweeglijk, rusteloos, niet goed kunnen stilzitten
Direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig
Onhandig, onbeheerst, houterig
Wat vandaag wordt geleerd is morgen weer vergeten
Iets wat niet lukt geeft snel veel frustratie
Lage frustratiedrempel
Hyperactiviteit
Leerproblemen
Motorische stoornis
Impulsiviteit
Aandachtsstoornis

Slide 18 - Sleepvraag

 ADD
Als er sprake is van een aandachtsstoornis ZONDER hyperactiviteit en impulsiviteit. Dat noemen we ADD.

Attention Deficit Disorder. 
We zien cliënten die snel afgeleid zijn. En moeite hebben om zich te concentreren. En daardoor bijvoorbeeld slordig en  vergeetachtig. Door snelle afleiding niet taakgericht. 

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken ADD


  • Aandachtsstoornissen: snel afgeleid, moeite om zich te concentreren;
  • Apathisch gedrag: niet tot actie overgaan, dromerig reageren, niet taakgericht bezig zijn;
  • Ongeorganiseerd gedrag: vergeetachtig, niet taakgericht bezig zijn, slordig, chaotisch gedrag;
  • Niet-sociaal gedrag: moeite om vrienden te maken en vriendschappelijke contacten te onderhouden.









Slide 20 - Tekstslide

Kwaliteiten ADD
  • Medeleven: enorme kracht om zich met anderen te verbinden, veel empathie en kunnen kijken vanuit meerdere perspectieven
  • Creatief: meer dan gemiddeld creatief. Elvis Presley, Albert Einstein, Bill Clinton, Hans Teeuwen, John Lennon; allemaal ADD'ers.
  • Drive/hyperfocus: dingen die moeten zijn vaak erg lastig, dingen waar interesse voor is zorgen voor een ontzettende drive en flow.
  • Out of the box: vindingrijke oplossingen kunnen bedenken voor problemen, kunnen goed brainstormen en zaken voor zich zien (beelddenkers)
  • Humor: goed gevoel voor humor

Slide 21 - Tekstslide

ADHD
ADD
Op de voorgrond
Op de achtergrond
Dagdromen
Snel afgeleid
Afwachtend
Impulsief
Multitasken
1 ding tegelijk

Slide 22 - Sleepvraag