Biologie mavo2 Voeding & Vertering 2.2 Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2.2 Het verteringsstelsel

Het gebit:

Ons gebit: 

Blijvend gebit

• 6 jaar --> wisselen
  De tanden en kiezen van het melkgebit worden vervangen voor grotere.
• Blijvend gebit
• Verstandskiezen

Gebit functies (mechanische vertering)

- afhappen  

-doorslikken

 - mengen met speeksel

 - oppervlakte vergroten

Verteringsstelsel

Doel van het verteringsstelsel:

Het klein maken van voedsel zodat de voedings-

stoffen opgenomen kunnen worden in je bloed.

Verteringssappen bevatten enzymen

biologiepagina.nl

Verteringsstelsel

Verteringsstelsel

• Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel
• Verteren: het afbreken van voedingsstoffen (klein maken) tot verteringsproducten die in het bloed opgenomen kunnen worden  

Het verteringsstelsel

De lengte van het verteringstelsel is ook aangepast aan het voedsel.

 

- Planteneters: lang verteringsstelsel

- Vleeseters: kort verteringsstelsel

- Alleseters: middellang verteringsstelsel

maken opdrachten

1 t/m 4

verteringssappen.

speekselklieren

maagsapklieren

lever

alvleesklier

darmsapklieren.

Met mechanische vertering bedoelen we...........

1. vertering door enzymen
2. Vertering door verteringssappen
3. Vertering door bacterien
4. Kauwen van voedsel met je gebit en kneden, mengen van de voedselbrij door de darmperistaltiek

wat is GEEN functie van darmperistaltiek

1. voedsel kneden
2. voedsel mengen
3. voedsel voortduwen
4. voedsel afbreken

Wat betekent darmperistaltiek?

1. vertering van voedsel in darm
2. vertering
3. Samenknijpen van de darm
4. kramp in maag

Het glazuur beschermt je gebit

1. waar
2. niet waar

Wat doen enzymen?

1. Enzymen verbranden voedingsstoffen
2. Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
3. Enzymen bevatten verteringssappen
4. Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Wat zijn enzymen?

1. een soort bacterie
2. een schimmel
3. een mineraal
4. speciale eiwitten

Enzymen zijn voor de

1. Mechanische vertering
2. Chemische vertering

Wat zijn enzymen?

1. schaartjes
2. stoffen die scheikundige processen versnellen
3. sappen
4. bacteriën

De verteringsklieren zijn

1. speekselklieren, maag, darm en mond
2. speekselklieren, slokdarm, maag, lever
3. speekselklieren, maag, darm, alvleesklier
4. speekselklieren, slokdarm, alvleesklier, lever

Drie gebitselementen zijn: een hoektand,
een kies en een snijtand.
Wat voor een element uit het gebit
van een mens zie je hier?

1. Hoektand
2. Kies
3. snijtand

Hoe bevorderen voedingsvezels de darmperistaltiek?

1. harde stukjes prikkelen de spieren in je darmwand
2. ze zorgen dat het voedsel zich mengt met verteringssappen
3. ze zijn voedsel voor bacteriën in je darm
4. ze maken dat je gaat overgeven

Verteringssappen worden gemaakt door?

1. De maag
2. De verteringsklieren
3. De lever
4. Het speeksel in je mond

Welke klier hoort niet bij het rijtje verteringsklieren

1. Lever
2. Alvleesklier
3. Speekselklieren
4. Traanklier

De darmperistaltiek ontstaat door het samentrekken van

1. lengte spieren
2. kringspieren
3. lengte en kringspieren
4. geen spieren

Wat is de belangrijkste functie van het gebit?

1. dat je er mooi uitziet
2. dat je dingen kunt afbijten
3. slikken
4. oppervlakte vergroting van het voedsel

Verteringssappen worden gemaakt in verteringsklieren langs het verteringskanaal, zoals:
‒ darmsapklier;
‒ lever;
‒ maagsapklier;
‒ speekselklier.
In welke volgorde liggen deze verteringsklieren langs het verteringskanaal?

1. Maagsapklier – darmsapklier – speekselklier – lever
2. Maagsapklier – lever – darmsapklier – speekselklier.
3. Speekselklier – darmsapklier – maagsapklier – lever.
4. Speekselklier – maagsapklier – lever – darmsapklier.

De galblaas is een verteringsklier

1. waar
2. niet waar

Wat is de functie van cement van je gebit?

1. het beschermt het trandbeen en is de laag om het tandbeen van de wortel
2. het zorgt ervoor dat je tand of kies goed vastzit in je kaak (cementlaag voor stevigheid)

Het gebitselement van de afbeelding zit in het gebit tussen een hoektand en een snijtand in.

1. Juist
2. Onjuist

Iemand met een slecht gebit kan minder goed voedsel verteren dan iemand met een goed gebit

1. Juist
2. Onjuist

De maag heeft darmperistaltiek

1. Juist
2. Onjuist

Huiswerk

maken opdracht 3 t/m 7