Herhaling hoofdstuk 2

hoeveel broers en zussen zijn er in totaal 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

hoeveel broers en zussen zijn er in totaal 

Slide 1 - Tekstslide

hoeveel broers en zussen zijn er in totaal?

Slide 2 - Open vraag

Bereken het gemiddelde 

Slide 3 - Tekstslide

wat is het gemiddelde? rond af op 2 decimalen

Slide 4 - Open vraag

wat is het verschil tussen een histogram en staafdiagram
A
de staven op elkaar gestapeld bij een histogram
B
de staven aan elkaar bij een histogram
C
bij een histogram staan procenten
D
geen idee

Slide 5 - Quizvraag

wat staat er langs de verticale as van een histogram

Slide 6 - Open vraag

Wat is een frequentiepolygoon met absolute waardes
A
percentages op de verticale as
B
elke keer alle vorige waardes opgeteld
C
frequentie op de verticale as
D
geen idee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een frequentiepolygoon met relatieve waardes
A
percentages op de verticale as
B
elke keer alle vorige waardes opgeteld
C
frequentie op de verticale as
D
geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een frequentiepolygoon met cumulatieve waardes
A
percentages op de verticale as
B
elke keer alle vorige waardes opgeteld
C
frequentie op de verticale as
D
geen idee

Slide 9 - Quizvraag

een frequentiepolygoon eindigt en begint altijd bij ...

Slide 10 - Open vraag

wat is de mediaan?
A
het getal met de hoogste frequentie
B
het middelste getal (de getallen staan van klein naar groot )
C
De gemiddelde afwijking

Slide 11 - Quizvraag

wat is de modus?
A
het getal met de hoogste frequentie
B
het middelste getal (de getallen staan van klein naar groot )
C
De gemiddelde afwijking

Slide 12 - Quizvraag

bij een relatieve cumulatieve frequentiepolygoon ligt de mediaan op ... %

Slide 13 - Open vraag

het eerste kwartiel bevat ...% van alle waardes in een boxplot

Slide 14 - Open vraag

de interkwartielafstand bevat ...% van alle waardes in een boxplot

Slide 15 - Open vraag

spreidingsbreedte =
A
max - min
B
Q3-Q1
C
geen idee

Slide 16 - Quizvraag