Hoofdstuk 1 en 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3 x 21 =

​7​​2​​

1. 69
2. 96
3. 18
4. 81

1 x 2 x 1

​3​​1​​

​4​​3​​

​2​​1​​

1. 2 1/8
2. 4 5/9
3. geen idee
4. 5 5/6

werk de breuk uit de teller of noemer weg

​​x​​2​​​​11​​

1. 5 1/2 x
2. x = 5 1/2
3. 22/x
4. 5 1/2/x

noemer x breuk =

1. noemer
2. breuk
3. kan je niet weten
4. teller

x =

a​p​​

a​q​​

1. a​pq​​
2. a​p+q​​
3. kan niet
4. pq

delen door een breuk is....

27,50 euro wordt verdeelt over Jan en Piet in de verhouding 3 : 8. hoeveel krijgt Jan?

1. 9,17
2. 3,44
3. 7,50
4. 2,50

bij een relatieve frequentiepolygoon staan op de verticale as ....

Bij een cumulatieve frequentiepolygoon worden de waardes....

Bij een frequentiepolygoon met absolute waardes, wat staat er op de horizontale as en op de verticale as?

1. h.a.: frequenties v.a.: waarnemingsgetallen
2. h.a.: waarnemingsgetallen v.a.: frequenties
3. geen idee
4. hangt van de tabel af

de modus is...

1. het kleinste getal
2. het getal met de hoogste frequentie
3. het middelste getal
4. het grootste getal

de mediaan is...

1. het middelste getal
2. het getal met de hoogste frequentie
3. het kleinste getal
4. het grootste getal

spreidingsbreedte =

1. derde kwartiel - eerste kwartiel
2. max - min
3. tweede kwartiel
4. 25 %

interkwartielafstand =

1. derde kwartiel - eerste kwartiel
2. max - min
3. tweede kwartiel
4. 25 %

wortel 

afstand berekenen tot het gemiddelde, van elke waarde

kwadrateren van elke waarde

gemiddelde kwadraten 

gemiddelde beginwaarden