Wet Zorg en Dwang

Wet Zorg en Dwang 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wet Zorg en Dwang 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Zorg en Dwang in de praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al van zorg en dwang?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wet zorg en dwang
De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).

Slide 5 - Tekstslide

Werken in je subgroep
Werk de volgende stappen uit in je subgroep
Doorloop per onderwerp de volgende stappen
  1. Wat weet ik al van het onderwerp
  2. Wat weten mijn groepsgenoten
  3. Zoek bevestiging door theorie te raadplegen
Stem af met je je docent hoe en wanneer jullie een terugkoppeling willen.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht in je subgroep
Zoek op:
Wat is onvrijwillige zorg? 
En welke categorieën worden beschreven?

Terugkoppeling over.....

Slide 7 - Tekstslide

Wat is onvrijwillige zorg?

Slide 8 - Woordweb

De Wzd onderscheidt de volgende negen categorieën onvrijwillige zorg:

  1. Medische handelingen en therapeutische maatregelen;
  2. Beperken van de bewegingsvrijheid;
  3. Insluiten;
  4. Uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  5. Onderzoek aan kleding of lichaam;
  6. Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen;
  7. Controleren op de aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen;
  8. Beperken van de vrijheid om het eigen leven in te richten;
  9. Beperken van het recht op het ontvangen van bezoek. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht in subgroep
Dwang kan alleen worden toegepast als er 
sprake is van 'ernstig nadeel'
Zoek op:
Wat is ernstig nadeel volgens de Wet Zorg en Dwang?

Terugkoppeling over .....

Slide 10 - Tekstslide

Wat is 'ernstig nadeel'?

Slide 11 - Woordweb

Ernstig nadeel
Wzd omschrijft ernstig nadeel als ‘het bestaan van of het ernstig risico op’:
• levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;
• ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;
• ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;
• ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang van de cliënt of iemand anders;
• ernstig verstoorde ontwikkeling van de cliënt of iemand anders;
• bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander
raakt
• de situatie dat de cliënt met hinderlijk bedrag agressie van anderen oproept;
• de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wilsbekwaam en wilsonbekwaam
Zoek in je subgroep uit wat deze begrippen inhouden

Terugkoppeling over .....
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer is iemand wilsonbekwaam?

Slide 15 - Woordweb

Wilsonbekwaam
In sommige situaties kan een patiënt zelf niet (meer) zijn wensen kenbaar maken. Iemand is dan wilsonbekwaam. 
Een patiënt is wilsonbekwaam als hij:

  • De informatie over zijn ziekte niet kan begrijpen
  • Zelf geen beslissing over zijn behandeling kan nemen
  • Of de gevolgen van een beslissing niet kan overzien.
  • Een persoon die niet voor zichzelf kan beslissen is wilsonbekwaam.

Slide 16 - Tekstslide

Stappenplan
Het stappenplan in de Wet zorg en dwang (Wzd) regelt de stappen die de zorgverantwoordelijke moet zetten bij de beoordeling of onvrijwillige zorg noodzakelijk is. 

In het stappenplan staat ook welke deskundigen de zorgverantwoordelijke daarbij moet betrekken.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zorgleefplan
De Wet zorg en dwang stelt eisen aan het opstellen van een zorgplan 
  1. Het zorgplan wordt z.s.m., maar uiterlijk binnen 6 weken na start van de zorg opgesteld.
  2. Het zorgplan houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen van de cliënt. 
  3. De zorgverantwoordelijke bespreekt het zorgplan met de cliënt.
Wanneer het zorgplan niet voldoet aan de zorgbehoefte en er een risico bestaat op ernstig nadeel voor de cliënt en/of zijn omgeving ->stappenplan. 

Slide 19 - Tekstslide

Casus
Mijnheer Meindertsma heeft naast andere cognitieve stoornissen uitgebreide geheugenproblemen, waardoor hij niet wilsbekwaam ter zake is. In het begin van de opname schopte en sloeg hij de zorgmedewerkers bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en waarschijnlijk kwam dat door onbegrip en angst. Door behandeling met lorazepam (rustgevende medicatie) verloopt de zorg veel prettiger, maar mijnheer weigert vaak deze medicatie. Zijn wettelijk vertegenwoordiger wil echter ook niet dat lorazepam wordt ingezet omdat mijnheer er suffer van wordt. 
Meneer Meidertsma gaat overdag vaak in bed liggen en slaapt dan veel. Hij is daardoor 's nachts vaak wakker en maakt medebewoners wakker door hard te zingen en  hij loopt de kamer van anderen binnen. De wettelijk vertegenwoordiger wil graag dat zijn kamerdeur op slot wordt gedaan, zodat mijnheer niet meer continu op zijn bed kan gaan liggen.


Slide 20 - Tekstslide

Werk uit in je subgroep
  • Beschrijf welke onderdelen uit de casus te maken hebben met de wet zorg en dwang
  • Zijn er alternatieven? 
  1. Hoe groot is het risico op ernstig nadeel bij meneer Meinderstma?
  2. Wat zijn de oorzaken van zijn gedrag?
  3. Heeft de omgeving invloed op het ontstaan van ernstig nadeel?
  4. Zijn er alternatieven die voor Dhr die vallen onder vrijwillige zorg, beschrijf deze alternatieven?
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Heroverweging van het zorgplan van onvrijwillige zorg 
Werk uit in je subgroep:
  • Staat de onvrijwillige zorg in verhouding tot het (verwachte) ernstig nadeel?
  • Wat is de invloed van de onvrijwillige zorg op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de dhr en op het contact met zijn omgeving? 
  • Wat kun je doen om deze invloed te verminderen?

Slide 22 - Tekstslide

Terugkoppeling
Per subgroep een terugkoppeling 
van de opdracht mb.t. de casus



Slide 23 - Tekstslide