macro economie H10

• Economie
• HBO
• Studiejaar 1

Kwantiteitstheorie
M x V = P x Y

Welke functie van geld is niet correct?

1. spaarmiddel
2. rekenmiddel
3. rentemiddel
4. ruilmiddel

Welke van de volgende antwoorden is NIET een onderdeel van de maatschappelijke geldhoeveelheid?

1. Aandelen
2. De biljetten in je portemonnee
3. Het geld op de betaalrekening
4. De geldmunten in je zak

Een schilderij van Rembrand vervult dezelfde functie van geld als....

1. oppotmiddel
2. ruilmiddel
3. rentemiddel
4. rekenmiddel

Een creditcard vervult dezelfde functie van geld, namelijk ...

1. oppotmiddel
2. ruilmiddel
3. rentemiddel
4. rekenmiddel

Welke van onderstaande motieven is een reden om geld op te potten?

1. rentemotief
2. transactiemotief
3. weersvoorspelling-motief
4. gewetenmotief

Volgens het Fisher effect, zorgt een stijging van de ..... inflatie voor een even grote stijging van ..... rente.

1. verwachte, nominale
2. verwachte, reële
3. onverwachte, nominale
4. onverwachte, reële

De omloopsnelheid van geld is hoog als mensen ........van hun inkomen willen vasthouden

1. weinig
2. veel

De maatschappelijke geldhoeveelheid moet groter zijn bij een ........ omloopsnelheid van geld.

1. lage
2. hoge

Noem een voorbeeld bij een vraagschok en bij een aanbodschok.

Wat is gemakkelijker voor de CB om op te lossen: vraagschok of aanbodschok? Waarom?