Formatieve toets hoofdstuk 3

Formatieve toets hoofdstuk 3
Deze toets telt niet mee voor je rapport, maar geeft wel een beeld van hoe goed je het hoofdstuk hebt begrepen.

Van dit hoofdstuk volgt later een PTA, dat cijfer telt wel mee.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formatieve toets hoofdstuk 3
Deze toets telt niet mee voor je rapport, maar geeft wel een beeld van hoe goed je het hoofdstuk hebt begrepen.

Van dit hoofdstuk volgt later een PTA, dat cijfer telt wel mee.

Slide 1 - Tekstslide

Meerkeuzevragen

Slide 2 - Tekstslide

Lees de volgende beweringen.
I In een mengsel zitten verschillende moleculen door elkaar heen.
II Bij het scheiden ben je stoffen aan het sorteren: soort bij soort.
Welke bewering(en) is/zijn juist?

A
Beide beweringen zijn juist
B
Alleen bewering I is juist
C
Alleen bewering II is juist
D
Geen van beide beweringen zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Er zijn verschillende methoden om een mengsel te scheiden.

Welke scheidingsmethode is het meest geschikt als je een suspensie wilt scheiden?
A
Adsorberen
B
Destilleren
C
Filtreren
D
Indampen

Slide 4 - Quizvraag

Bij het filtreren blijft er een vaste stof achter in het filter.

Hoe noem je deze vaste stof?

A
Bezinksel
B
Extract
C
Filtraat
D
Residu

Slide 5 - Quizvraag

Lees de volgende beweringen.
I Destillatie is een scheidingsmethode voor het scheiden van een
oplossing van een vaste stof.
II Destillatie is een scheidingsmethode voor het scheiden van een
oplossing van vloeistoffen.
Welke bewering(en) is/zijn juist?

A
Beide beweringen zijn juist
B
Alleen bewering I is juist
C
Alleen bewering II is juist
D
Geen van beide beweringen zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Bij het destilleren blijft er een vloeistof achter in de destillatiekolf.

Hoe noem je deze vloeistof?

A
Bezinksel
B
Destillaat
C
Extract
D
Residu

Slide 7 - Quizvraag

Scheidingsmethoden berusten op verschillen in eigenschappen van de stoffen in het mengsel.

Extractie als scheidingsmethode berust op het verschil in:
A
Deeltjesgrootte
B
Kookpunt
C
Oplosbaarheid
D
Aanhechtingsvermogen

Slide 8 - Quizvraag

Bij koffiezetten gebruik je verschillende scheidingsmethoden. Een daarvan is het extraheren.

Wat is in dat geval het extractiemiddel?
A
Het filter
B
De gezette koffie
C
De koffiebonen
D
Het water

Slide 9 - Quizvraag

Esther wil de vaste stof zout uit een mengsel van peper en zout halen.

Welke scheidingsmethoden moet zij hiervoor toepassen en in welke volgorde?
A
extraheren met water, filtreren en het filtraat indampen
B
extraheren met water en filtreren
C
extraheren met water, adsorberen en indampen
D
extraheren met water en destilleren

Slide 10 - Quizvraag

Er bestaan speciale zooltjes om in schoenen te leggen. Deze zooltjes bevatten actieve kool. De actieve kool bindt de stoffen die zweetgeur veroorzaken. Deze zooltjes worden daarom ook wel ‘geurvreters’ genoemd.

De actieve kool voorkomt de zweetgeur door:
A
Adsorptie
B
Condensatie
C
Extractie
D
Verdamping

Slide 11 - Quizvraag

De stof lithiumcitraat wordt gebruikt als medicijn voor mensen met een depressie. Een tablet bestaat uit een klein onoplosbaar sponsje met daarin de vaste stof lithiumcitraat. Als een patiënt het geneesmiddel slikt, zal lithiumcitraat langzaam oplossen in het maagsap en het darmsap.

Welke scheidingsmethode is hier van toepassing?
A
Adsorptie
B
Extractie
C
Filtratie
D
Indampen

Slide 12 - Quizvraag

Een flesje donkerbruin bier bevat 2,5 vol.% alcohol. Het flesje bevat 300 mL bier.

Hoeveel alcohol bevat een flesje donkerbruin bier?
A
2,5 mL
B
5,0 mL
C
7,5 mL
D
10 mL

Slide 13 - Quizvraag

Halfvolle melk bevat 123 mg kalk (calcium) per 100 mL melk. Volgens het etiket komt die 123 mg overeen met 15,4% van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid.

Hoeveel gram kalk heeft je lichaam per dag nodig volgens deze aanbeveling?
A
0,799 g
B
15,4 g
C
123 g
D
799 g

Slide 14 - Quizvraag

Open vragen

Slide 15 - Tekstslide

Noem twee manieren om een oplossing van een vaste stof in een vloeistof te scheiden.

Slide 16 - Open vraag

Noem twee manieren om een suspensie te scheiden.

Slide 17 - Open vraag

Noem een manieren om een oplossing van een vloeistof in een vloeistof te scheiden.

Slide 18 - Open vraag

Hiernaast zie je een man joggen met een gasmasker op. In een gasmasker zitten filters en actieve kool. Dit masker beschermt hem tegen giftige vaste deeltjes en gassen van uitlaatgassen.

Wat is de functie van het filter?

Slide 19 - Open vraag

Ook deze vraag gaat over het gasmasker.

Wat is de functie van de actieve kool in het masker?

Slide 20 - Open vraag

Met welke scheidingsmethode kun je zout winnen uit zeewater?

Slide 21 - Open vraag

Met welke scheidingsmethode kun je drinkwater uit zeewater halen?

Slide 22 - Open vraag

Jeffrey gaat een mengsel van water (kookpunt 100 °C), alcohol (kookpunt 78 °C) en aceton (kookpunt 56 °C) scheiden door middel van destillatie. Eerst komt de aceton uit de destillatieopstelling, daarna de alcohol en als laatste het water. Hij vangt de destillaten in aparte kolfjes op.
Welk bestanddeel is bij deze destillatie het residu?

Slide 23 - Open vraag

Deze vraag gaat over dezelfde proef als de vorige vraag.

Welk bestanddeel is bij deze destillatie het destillaat?

Slide 24 - Open vraag

In de afbeelding hiernaast zie je de destillatieopstelling die Jeffrey gebruikt. Bij deze destillatie wordt koelwater gebruikt.
Waarom gebruikt Jeffrey koelwater?

Slide 25 - Open vraag

In een pot pindakaas van 190 g zit 110 g vet.

Bereken het massapercentage vet. Je mag afronden op 1 decimaal.

Let op: geef niet alleen het antwoord, maar ook je berekening.

Slide 26 - Open vraag

In diezelfde pot pindakaas (190 g) zit 5 massa% voedingsvezel.

Bereken hoeveel gram voedingsvezel er in de pot zit.

Let op: geef niet alleen het antwoord, maar ook je berekening.

Slide 27 - Open vraag

Einde van de toets
Kijk je antwoorden nog een keer goed door.

Vergeet daarna niet op "lever in" te klikken.

Slide 28 - Tekstslide