P3 W6 H12 H13 allergie en maagklachten
1 / 14
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock
Slide 2 - Quizvraag
Lichaamsvreemde stoffen worden ook wel ..... genoemd
Een lichaamsvreemde stof die een allergische reactie veroorzaakt worden ook wel .... genoemd
Hier zitten leukocyten in en histamine
Een allergische reactie ontstaat pas na herhaaldelijk contact met een allergeen
De stof die vrij komt bij een allergische reactie heet...
Overgevoeligheid voor een allergeen is erfelijk
Iemand met hooikoorts adviseer je om .... te gebruiken
niet waar
antigenen
mestcellen
antihistaminica
allergenen
histamine
waar
Slide 3 - Sleepvraag
Antihistaminica
Histamineafgifte-
remmende stoffen
remmende stoffen
Hyposensibilisatie-
therapie
therapie
Corticosteroïden
Desloratadine
Prednisolon
Cinnarizine
Allutard
Cromoglicinezuur
Vollemaansgezicht
anafylactische shock
Voorkomt vrijkomen histamine uit mestcel
Blokkeert receptoren waar histamine normaal op aangrijpt
Ontstekingsremmend
Werkt profylactisch
Pollinex
Lichaam laten wennen aan het allergeen
Geen klachten voor gebruik
Slide 4 - Sleepvraag
Te veel aan maagzuur noemen we ook wel...
A
ulcus pepticum
B
mobiliteitsklachten
C
Carcinoom
D
reflux
Slide 5 - Quizvraag
Beschadigt maagvlies noemen we ook wel...
A
ulcus pepticum
B
mobiliteitsklachten
C
carcinoom
D
reflux
Slide 6 - Quizvraag
Eerste keus middel bij reflux klachten is...
A
Antacida
B
Secretieremmers
C
Anti emetica
D
Mucosaprotectiva
Slide 7 - Quizvraag
Geneesmiddelen tegen misselijkheid en braken noemen we...
A
Antacida
B
Secretieremmers
C
Anti emetica
D
Mucosaprotectiva
Slide 8 - Quizvraag
Protonpomremmers vallen onder de geneesmiddelen groep....
A
Antacida
B
Secretieremmers
C
Anti emetica
D
Mucosaprotectiva
Slide 9 - Quizvraag
Antagel, Rennie, Maalox zijn....
A
Antacida
B
Secretieremmers
C
Anti emetica
D
Mucosaprotectiva
Slide 10 - Quizvraag
Omeprazol, pantoprazol, esomeprazol
zijn ....
zijn ....
A
Antacida
B
Secretieremmers
C
Anti emetica
D
Mucosaprotectiva
Slide 11 - Quizvraag
Anti emetica werken...
A
preventief
B
causaal
C
symptomatisch
D
palliatief
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent obstipatie?
A
Diarree klachten
B
Verstopping in de darm
C
Ouderwets geneesmiddel
D
Maagklachten
