Diagnostische toets hoofdstuk 1

4 MAVO
Hoofdstuk 1 
Verdien je genoeg?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Hoofdstuk 1 
Verdien je genoeg?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstenen
Respect, we gaan respectvol met elkaar om. Luisteren naar elkaar
Bij binnenkomst boeken op tafel, tas op de grond.
Klassenplattegrond 2 aan 2 geen U-vorm
Uitleg max. 10-15 minuten, tijdens de uitleg stil zijn.
Huiswerk maken mag met oortjes in en je mag overleggen
Ongewenst gedrag 1 x waarschuwen daana klaar.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor mij te regelen voor jullie
PTA en planning in Som en op papier

Powerpoint van LessonUp proberen in Som te zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen

  • 1e uur Bespreken Diagnstische toets Hoofdstuk 1
  • Theorie herhalen
  • Daarna zelf aan de slag in groepjes en probeer de kluis te kraken......




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen
Lokaal 05
  • 2e uur  maken de Oefentoets van hoofdstuk 1 maken.
  • In te loggen via SOM / leermiddelen / Pincode 6e editie Noordhoff 4 vmbo/ Hoofdstuk 1 / Opdrachten /Oefentoets hoofdstuk 1. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Inflatie
  • Wat is inflatie ??
  • Algemene prijsstijging van goederen en diensten
Oorzaken van inflatie ?
  • Hogere lonen van werknemers (loon-prijsspiraal)
  • Hogere grondstofprijzen van producten (verkoopprijs)
  • Hogere vraag van consumenten naar producten (prijs) 
  • Hogere belasting of heffing op producten (btw)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CBS
  • CBS berekend:
  • Inflatie
  • Deflatie
Inflatie:
een algemene stijging van de prijzen
Deflatie:
een algemene daling van de prijzen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Indexcijfer
Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip.

Dit afgesproken tijdstip noem je het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.
Het jaar waar je vanuit gaat is het BASISJAAR (100) 

Fromule
Indexcijfer = nieuw getal : getal in basisjaar x 100

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indexcijfers
Rekenen met indexcijfers

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indexcijfer bereken
VOORBEELD:
De prijs van een t-shirt was in 2010 € 12,50 (basisjaar).
 In 2015 € 14,75.  Bereken het indexcijfer van 2015.

  • basisjaar 2010 € 12,50  nieuw getal 2015 € 14,75
  • € 14,75 : € 12,50 x 100 = 118 (indexcijfer)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenprijsindexcijfer
  • Is een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen aangeeft. Prijsontwikkeling van goederen en diensten.
  • Waarom CPI (Consumentprijsondexcijfer) berekenen?
  • Het CBS stelt aan de hand van het CPI vast hoeveel de inflatie of deflatie is. 



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenprijsindex (samengesteld gewogen)
4  Stappenplan om het cpi te berekenen:

  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
  3. Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengesteld gewogen CPI 
Artikel             Prijsindex         Weging             Weging x Prijsindex
Schoenen         110                       10                              ............
Jassen               105                       15                              ............
Broeken            102                        20                             ............
Snowboards    98                         35                             ............
Bindingen         96                         20                             ............               +               Totaal                                          .....                            ............              

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengesteld gewogen CPI 
Artikel             Prijsindex         Weging             Weging x Prijsindex
Schoenen         110                       10                               1100
Jassen               105                       15                               1575 
Broeken            102                        20                              2040
Snowboards    98                         35                              3430
Bindingen         96                         20                              1920               +               Totaal                                         100                      10065 (:100) = 100,65             

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraak de kluis
  •  6 groepjes van 5 personen
  • ieder groepje krijgt opdrachten
  • probeer de code te achterhalen
  • 5 minuten voor tijd kan ieder groepje 1 x proberen of hun code de juiste is.

Suc6!!!!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handige definities
Koopkracht → de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.
Consument → iemand die goederen of diensten koopt om in zijn behoeften te voorzien → te beïnvloeden door reclame (2)
CBS → Centraal Bureau voor de Statistiek. Het CBS verzamelt allerlei informatie, onder andere over economische veranderingen

Zelfvoorziening → Je voorziet in je behoeften aan goederen en diensten zonder die zelf te kopen

Slide 16 - Tekstslide

Als je bijvoorbeeld een broodje koopt, een reis boekt of een verzekering afsluit, dan ben je aan het consumeren. Bedrijven proberen je als consument steeds te beïnvloeden bij je aankopen. Daarom maken bedrijven commerciële reclame voor hun product. Dit reclame van bedrijven om meer producten of diensten te verkopen. Daarnaast heb je ideële reclame. Die heeft als doel om mensen te laten nadenken over zaken die spelen in de samenleving. Dit soort reclame probeert het gedrag van mensen te veranderen.
Een veelgebruikte formule in het vak economie is die van de procentuele verandering: 
  •         Verandering in % = (nieuw - oud) / oud * 100 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzes maken
  • wat is inflatie?
  • wat is prijscompensatie. wat heeft dit met inflatie en het loon te maken?
  • wat is het verschil tussen nominale en reële lonen?
  • hoe bereken je een nieuw indexcijfer
  • Floor verdiende in 2014 3250 euro het indexcijfer was toen 103.2. Wat verdient Floor in 2019 wanneer het indexcijfer 106.3 wordt?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies