Pijn

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Pijn......

Slide 2 - Tekstslide

Op welke manier heeft pijn invloed op het revalidatieproces?

Slide 3 - Open vraag

0

Slide 4 - Video

Pijn schat je in naar aanleiding van de:
A
de objectieve gegevens van de verpleegkundige
B
subjectieve gegevens van patiënt
C
subjectieve gegevens verpleegkundige
D
objectieve gegevens onderzoek

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat is neuropatische pijn ?
A
Pijn aan hersenen
B
Pijn aan bloedvaten
C
Pijn aan zenuwen
D
Pijn aan klierweefsel

Slide 7 - Quizvraag


Waardoor wordt nociceptieve pijn veroorzaakt?
A
weefselbeschadiging in de huid
B
weefselbeschadiging in het bindweefsel organen
C
weefselbeschadiging in het bot
D
alle antwoorden zijn correct

Slide 8 - Quizvraag

Een patiënt met suikerziekte (diabetes) krijgt een beschadiging aan de zenuwen in de voeten
A
neuropathische pijn
B
fantoompijn
C
gerefereerde pijn
D
nociceptieve pijn

Slide 9 - Quizvraag

Door slecht doorbloeding moet de voet van dhr. T geamputeerd worden. Meneer ervaart toch pijn in die voet
A
neuropathische pijn
B
fantoompijn
C
gerefereerde pijn
D
nociceptieve pijn

Slide 10 - Quizvraag

Een zorgvrager komt bij jou en geeft aan dat hij pijn heeft in het been. Zij beschrijft dit als een stekend gevoel, met een soort elektrische schokken, die verergert bij de lichtste aanraking.
Hier is waarschijnlijk sprake van?
A
nociceptieve viscerale pijn
B
neuropathische pijn
C
vasculaire pijn
D
nociceptieve somatische pijn.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is fantoompijn?
A
de zorgvrager ervaart dat de ontbrekende ledemaat weer aanwezig is
B
de zorgvrager voelt pijn aan een ontbrekende ledemaat
C
pijn aan meerdere ledematen tegelijk
D
de zorgvrager ervaart angst voor een ontbrekende ledemaat

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Fantoompijn wordt behandeld door:
A
medicatie
B
intensief sporten
C
spiegeltherapie
D
psycholoog: het bestaat namelijk niet

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Beschrijf oncologische pijn
A
nociceptief en neuropathisch
B
koliek
C
ischemisch
D
radiculair

Slide 16 - Quizvraag

Pijn is.....
  • Wat de cliënt zegt wat het is
  • Wanneer de cliënt zegt dat het is 
  • Een onplezierige sensorische en emotionele ervaring
  • Een waarschuwing 

Slide 17 - Tekstslide

Noem enkele oorzaken van pijn...

Slide 18 - Open vraag

Oorzaken
Beschadiging van het lichaam
Infectie
Tumorgroei
Beknelling
Overbelasting
Vermoeidheid
Spanning en stress

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Wat doet pijn met iemand?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe werkt het "ei" van Loeser?
  • Het ei bestaat uit 4 elkaar omvatten cirkels
  • De binnenste cirkel staat voor de reactie van de zintuigen op de pijnprikkel (nociceptie)
  • De tweede cirkel staat voor de gewaarwording van de pijn
  • De derde cirkel staat voor de pijnbeleving
  • De middencirkel staat voor het gedrag dat iemand vertoont

Slide 24 - Tekstslide

Pijngedrag
  • Pijngedrag is cultuur gebonden
  • Mannen en vrouwen gaan anders om met pijn
  • Pijn beïnvloedt ook de omgeving van degenen die lijdt
  • Pijn kan naast een lichamelijke of psychische context ook een cultuurgebonden iets zijn

Slide 25 - Tekstslide

Culturele context van pijn
  • Pijn als passie 
  • Pijn die samenhangt met het vrouwelijke of het mannelijke (in verschillende culturen), 
  • Pijn als expressie van religieuze gevoelens, 
  • Pijn in de sport, 
  • Pijn in of als kunst, 
  • Pijn als onverwachte begeleider van veroudering of ziekte 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe meet je pijn?

Slide 27 - Woordweb

Meten is weten! Hoe meet je pijn?
  • Pijn anamnese afnemen
  • VAS score (Visuele Analoge Schaal) 
  • NRS score (Numeric Rating Scale)
  • Pijn dagboek bijhouden

Slide 28 - Tekstslide

VAS

Slide 29 - Tekstslide

NRS

Slide 30 - Tekstslide

Hoe meet je de pijnscore bij iemand met taal- en spraakstoornis tgv een CVA?

Slide 31 - Open vraag

REPOS
  • REPOS werkt met een instructiekaart waarop 10 gedragingen staan omschreven die als typerend worden gezien voor pijn. 
  • Als begeleider observeer je een persoon 2 minuten en geeft daarna punten voor elke gedraging. 
  • Daarna bekijk je de situatie met een beslisboom.

Slide 32 - Tekstslide

REPOS is geschikt voor.....
  • Dementerende
  • Cliënten met een verstandelijke beperking
  • Anderstaligen
  • Mensen met spraak - taal stoornis
  • Kinderen (inclusief baby's)
  • De palliatieve fase
 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

10 observatiepunten

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Beslisboom

Slide 38 - Tekstslide

Meer informatie??
www.zorgvoorbeter.nl

www.kennispleingehandicaptensector.nl

www.pallialine.nl 

Slide 39 - Tekstslide

Wat doe je aan pijn?

Slide 40 - Open vraag

Het WHO adviseert 4 fases van pijnbestrijding, onder welke fase valt tramadol?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 41 - Quizvraag

Advies WHO pijnbestrijding


  • Fase 1; niet-opioïden

(paracetamol, diclofenac, ibuprofen)

  • Fase 2; zwakwerkend opioïde geven of
    toevoegen aan
    niet-opioïd preperaat

(paracetamol met codeïne, tramadol)

  • Fase 3; sterk werkend opioïd

(morfine oraal, rectaal of transdermale toediening)

  • Fase 4: parenterale toediening (subcutaan, intraveneus, evt epiduraal)




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

niet-medicinale pijnbestrijding


  • Begeleiding
  • Houding en ligging
  • Ademhaling
  • Comfort en rust
  • Warmte en koude
  • Welk kennen jullie nog meer??




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 44 - Tekstslide

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfullness / meditatie/muziektherapie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Slide 48 - Link

Slide 49 - Video

Samenvattend


  • Pijn is subjectief en door het brein bepaald. Er spelen vele factoren mee die de pijn beinvloeden, het is complex.
  • De behandeling kan bestaan uit farmaceutische en niet-farmaceutische behandelingen.

    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Soorten pijn
Nociceptieve pijn
Neuropathische pijn
Ischemische pijn
Fantoompijn
Doorbraakpijn
Koliekpijn
Parietale pijn (zoals bij peritoneumprikkeling)  
Oncologische pijn

Slide 52 - Tekstslide