2.1-2 Menselijke en dierlijke cellen 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.1 Menselijke en dierlijke cellen deel 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.1 Menselijke en dierlijke cellen deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken - in de les
Boek - mag (kan ook op laptop)
Schrift - advies (aantekeningen)
Laptop - moet (opdrachten), dicht/ weg tijdens uitleg
Telefoon - alleen in je hand voor lesdoeleinden! Rest van de tijd ligt hij scherm omlaag op je tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken - in de les
Luister goed naar de uitleg, begrijp je het verhaal?
Stel vragen.
Doe mee met de vragen/ opdrachten tijdens de uitleg (Lessonup of schema).
Maak aan het einde van de les opdrachten zodat je vragen kunt stellen.


Slide 3 - Tekstslide

Afspraken - thuis
Maak de opdrachten online.
Kijk de opdrachten na!
Noteer welke opdrachten je lastig vindt/ niet snapt.


Slide 4 - Tekstslide

Wie heeft 't huiswerk gemaakt?
En wie heeft er vragen?


Slide 5 - Tekstslide

Doel 2.1 deel 2
Je leert welke onderdelen dierlijke cellen bevatten en wat hun bouw en functie is.

Slide 6 - Tekstslide

Dierencellen 
celmembraan:
begrenzing van de cel, regelt wat er in- en uit gaat 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
grondplasma:
waterige inhoud van de cel.

cytoplasma: inhoud van de cel inclusief  organellen (excl celkern)

Slide 11 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
celkern:
bevat het erfelijk materiaal (DNA) in de vorm van chromosomen

Slide 12 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
kernmembraan: omgeeft de kern, bevat kernporiën


Slide 13 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
ribosoom:
zijn betrokken bij het maken van nieuwe eiwitten 

Slide 14 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
mitochondrium:
energiecentrale van de cel: hier worden glucose / vetzuren afgebroken mbv O2, dit levert energie op en CO2

Slide 15 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
endoplasmatisch reticulum (ER):
transportstelsel van membranen 

Slide 16 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
golgisysteem:
transportstelsel dat eiwitten bewerkt en blaasjes afsnoert zoals lysosomen/ transportblaasjes 

Slide 17 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
lysosoom:
blaasje omgeven door een membraan waar enzymen in zitten (eiwitten die dingen kunnen afbreken zoals organellen)

Slide 18 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
transportblaasje:
blaasje met verpakte eiwitten

Slide 19 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
celskelet:
geeft stevigheid aan de cel en richting aan transportprocessen.

Slide 20 - Tekstslide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
centrosoom:
speelt een rol bij de celdeling

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk BINAS 79C
Welke ontbreekt?

Slide 22 - Tekstslide

Ga naar Goformative.com
Login met je schoolaccount

Er staat een oefening voor je klaar, deze maak je in de les.

Slide 23 - Tekstslide

Doel 2.1 deel 2
Je hebt geleerd welke onderdelen dierlijke cellen bevatten en wat hun bouw en functie is.

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen 2.1 deel 2
cytoplasma, celmembraan, fosfolipiden, (transport/ receptor)eiwitten, celkern, DNA, ribosomen, ER, golgisysteem, transportblaasjes, lysosomen, mitochondriën, celskelet

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak alle opdrachten van 2.1 
(9 t/m 13)

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 26 - Tekstslide