Oefentoets Keuken

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De regels die op gebied van hygiëne en veiligheid gelden zijn vastgelegd in:

A
het HACCP-systeem
B
het ABCD-systeem
C
het Horeca-systeem
D
het XY-systeem

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de basis van de hygiëne in de keuken is de persoonlijke hygiëne?
A
voorkomt dat bacteriën in eten en drinken terecht komen drinkenterechtkomen
B
Je moet er leuk en aantrekkelijk uitzien
C
voordat je keuken ingaat haren kammen
D
Je moet voordat je de keuken ingaat douchen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk is om in de keuken
A
Mooie sieraden te dragen
B
Geen sieraden te dragen
C
Je haren vast te maken met een elastiekje
D
haren los laten hangen, want dat staat leuk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke momenten moet je je handen wassen?
A
Voordat je begint met koken en serveren van drinken
B
Na aanraken van voedsel of afval en w.c. bezoek
C
Na iedere pauze en na hoesten, niezen, snuiten van de neus
D
Voor je gerechten samenstelt, garneert of verwerkt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee mogelijkheden om hygiënisch te proeven, welke twee zijn dit? (open vraag)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het woord horeca is ontstaan uit de lettergrepen van de volgende drie woorden:
A
Hoeveelheid, rekening, castagnetten
B
Hotel, rekening, café
C
Herberg, rente, café
D
Hotel, restaurant, café

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar houdt horeca zich mee bezig?
A
Feesten en partijen
B
Voornamelijk verhuur van feestzalen
C
Maaltijden, dranken, logies
D
Alleen met bruiloften

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een diep assortiment houdt in dat
A
Bedrijf heeft veel van bepaald product in kelder staan
B
Weinig keus aan producent van bepaalde groep
C
Veel keus aan producent van een bepaalde groep
D
bedrijf heeft grote opslagplaats voor zijn producten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het dragen van bedrijfskleding in de keuken heeft als functie
A
Dat iedereen er hetzelfde uitziet
B
Het staat leuk
C
Veiligheid, hygiëne, uitstraling en herkenning
D
horecakleding promoten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Micro-organismen, dit zijn:
A
kleine eencellige cellen die je met blote oog niet ziet
B
beestjes op je huid en in eten dat bedorven is
C
Dit zijn bacteriën, schimmels, gisten en virussen
D
beestjes voornamelijk onder je schoenzolen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle micro-organismen zijn ziekmakend
A
Ja, altijd
B
Nee alleen bacteriën
C
nee, bijv. micro-organisme om zuurkool te bereiden
D
Nee alleen schimmels

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderverdeling kun je maken bij micro-organismen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeelden van producten waarop bacteriën prima kunnen groeien

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt kruisbesmetting in?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je in de keuken de materialen en werkplek regelmatig schoonmaken?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie controleert of de regels van de HACCP goed nageleefd worden?
A
A. Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
B
B. Koninklijke Horeca Nederland
C
C. De leidinggevende van een horecabedrijf
D
D. De werknemers zelf

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schillen fruit
Drankblikje
Theezakjes
Koffieprut
Bierflesdopjes
Plastic bekers
Flyers
Bakjes patat
Pindadoppen
Bananenschil
GFT
Papier

Plastic
Restafval

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe scheiden we afval?
Hoe weet je of voedsel bedorven is?
A
Als eten van kleur, smaak , textuur en geur verandert.
B
Als het over de houdbaarheidsdatum is.
C
Als je het niet in de koelkast hebt bewaard

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor het bewaren van voedsel in de koelkast zijn er enkele regels. Kun jij er een opnoemen?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze snijplank is groen. Waar gebruiken we de rode snijplank voor?
A
vlees
B
kip
C
groente
D
vis

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De snijplank voor kip is ...
A
blauw
B
bruin
C
geel
D
rood

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De blauwe snijplank is voor?
A
vlees
B
gebraden vlees
C
vis
D
groente en fruit

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groene snijplank is voor?
A
vis
B
gebraden vlees
C
kaas en brood
D
groente en fruit

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je het eerst voordat je begint te werken in de keuken?
A
Handen wassen
B
Schort omdoen
C
Ingrediënten pakken
D
afwassen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van afwassen?

pannen-glazen-borden-bestek-schalen

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem het stappenplan van afwassen

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies