,

DEF@ctO l les 07 l groep 4 l spelling l s of z l fase 3

Nieuw logo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpelling+1BasisschoolGroep 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Introductie

Doel: Ik kan woorden met s- en z- schrijven (sok, zoen).

Instructies

Aanbod
Zet de twee woordkaarten op het (digi)bord of hang deze in de klas. Bespreek met de leerlingen wat ze zien. Herkennen ze het doel van de les aan de hand van deze twee woordkaarten?

Vraag aan je leerlingen of zij kunnen horen wanneer ze s of z moeten schrijven. Dit is namelijk niet altijd duidelijk. Daarom moet je woorden met s of z uit je hoofd leren.

Kunnen leerlingen woorden noemen met s of z? Maak een mind-map op het bord of gebruik die in lesson-up. Bespreek na afloop de woorden met de leerlingen, haal eventuele foutjes eruit. Wanneer er weinig input komt, schrijf dan zelf nog wat voorbeeld woorden op.

Vertel je leerlingen het volgende:
De letter s wordt ook wel slangletter genoemd. Dat komt omdat ie ook een beetje op een slang lijkt. Een slang slist, dat begint ook met de s.
De letter z wordt ook wel zaagletter genoemd. Dat komt omdat de z op de tandjes van een zaag lijken. Zaag begint ook met de z daaraan kan je het onthouden.

Bekijk samen met je leerlingen het uitlegfilmpje over woorden met s of z:

Ga na het uitlegfilmpje na of er vragen zijn en ga dan nog eens in op de uitspraak van de letters s en z. Laat de leerlingen voelen aan een keel (trilling bij de letter z) en lippen (slissende letter, ze voelen lucht). Lees samen ook de woordrijtjes, laat de leerlingen dit ook hardop doen (om beurten) dan kan je de uitspraak checken. Sommige leerlingen hebben van thuis uit een accent waardoor ze de z soms ook als s uitspreken (dit schrijven ze dan meestal ook).

In lesson-up volgen nu een paar quiz vragen (4 stuks), leerlingen kiezen het juiste woord bij het plaatje uit.
Na de quiz vragen kan je het scrabble dictee laten maken. Dit zijn steeds sleepvragen met scrabble letters om woorden te vormen. Woorden met s of z.

Daarna bespreek je met de leerlingen welke taken op de weektaak staan en kunnen ze aan de slag.  De linkjes voor deze opdrachten vind je onderaan het lesblad. Het lesblad is toegevoegd in de bijlage van deze les.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Nieuw logo

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Spelling


Doel: Ik kan woorden met s- en z- schrijven zoals sok en zoen.
 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het doel van deze les met de leerlingen zodat ze weten waar ze mee aan de slag gaan.
Bekijk via het oogje de woordkaarten.

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk samen de woordkaarten. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Welke woorden met s of z ken jij al?
timer
2:00

Slide 4 - Woordweb

Laat de leerlingen de mindmap vullen met woorden die beginnen met s of z.
Gebruik eventueel de timer.  De timer is verplaatsbaar op deze slide (zo gaan er geen woorden verloren achter de timer). 
Wat zie je op het plaatje ?
zoen
slang
zuur

Slide 5 - Sleepvraag

Dit is een sleepvraag, laat de leerlingen het juiste woord aan het juiste plaatje hangen.
Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende slide.

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende slide.
Uitlegfilmpje woorden met s en z.
(bron: Anouk en Kim wereldwijs: https://youtu.be/newQstrQshg )

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk via het oogje de uitlegbladen.

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk samen de uitlegbladen. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Lees de woorden.
Voel je de zzzzzz trillen in je keel?

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen voelen aan hun keel. Voelen ze de trilling? 
Zeg maar eens: soep.
Nu voel je niets trillen, he?
De letter s sist alleen maar.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen voelen aan hun lippen zodat ze het verschil merken...

Welk woord
hoort bij dit plaatje ? 
A
zeep
B
zes
C
som
D
salto

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord B: zes

Welk woord
hoort bij dit plaatje ? 
A
zeep
B
zes
C
som
D
ziek

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord D: ziek

Welk woord
hoort bij dit plaatje ? 
Ja meneer!
A
soldaat
B
zoldaat
C
zakmes
D
zolder

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord A: Soldaat

Waar zijn alle
woorden
goed geschreven ? 
A
straat, soep, suiker
B
zuiker, soep, sap
C
zebra, zon, see
D
straat, sak, zaag

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord A: straat, soep, suiker.
scrabble dictee
3 woorden

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg volgt op de volgende slide (zie post it).
S
P
E
L
E
N
L
1
3
1
2
2
1
1
... met scrabble-letters

Slide 16 - Tekstslide

Hierna volgen verschillende sleepvragen waarbij de leerlingen een woord kunnen vormen. Niet alle letters blijven plakken, alleen de letters die gekoppeld zijn aan het sleepdoel. Veel spelplezier!
a
d
e
g
h
i
k
l
m
z
v
u
t
s
n
o
p
r

Slide 17 - Sleepvraag

Het juiste woord is: zoen
a
d
e
f
g
i
j
l
m
z
v
u
t
s
n
o
p
r

Slide 18 - Sleepvraag

Het juiste woord is: zusje
a
d
e
g
h
i
k
l
m
z
v
u
t
s
n
o
p
r

Slide 19 - Sleepvraag

Het juiste woord is: soep.
Liedjeskast dia
Zing mee met de liedjeskast!

Slide 20 - Tekstslide

Zing mee met de liedjeskast.
Ga aan de slag met de werkbladen.

Slide 21 - Tekstslide

Deel nu de werkbladen uit. Let op: het werkblad met de aanduiding 'start' linksboven in de hoek, is voor de volgende les om te checken of iedereen de lesstof van deze les beheerst.

Heb je de werkbladen nog niet in je bezit? Je kan de werkbladen per fase bestellen. Mail ons: info@defact-o.nl 

Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.

Ik beoordeel deze les met het cijfer (kies een cijfer van 1-10, waarbij 10 het hoogste is).
010

Slide 23 - Poll

Laat de leerlingen de les beoordelen. Je kan eventueel nog vragen waar zij hun cijfer op baseren. Wat vonden ze goed/niet goed.
Koop ons lesmateriaal
Koop ons lesprogramma of neem contact op voor meer informatie!

Slide 24 - Tekstslide

Voor meer informatie ga naar http://www.defact-o.nl
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.




Slide 25 - Tekstslide

Bezoek onze website: