De Amerikaanse Revolutie

De Amerikaanse Revolutie
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Amerikaanse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij over het (huidig) bestuur van de Verenigde Staten?

Slide 2 - Woordweb

Wat weet jij over Amerika in de 18e eeuw?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je: 
  • waardoor de Amerikaanse Revolutie begon
  • hoe de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog verliep
  • welke bestuursvorm de Verenigde Staten kregen
Daarnaast kunnen jullie benoemen welke invloed de Verlichting heeft gehad op het uitbreken van de Amerikaanse revolutie.

Slide 4 - Tekstslide


Oorspronkelijke bewoners 

  • De Native Americans, vermoedelijk via Siberië en Alaska naar Noord-Amerika
  • Daarna kwamen rond 1000 de Vikingen o.l.v. Leif Erikson in het oosten van Noord-Amerika. Ze noemden dit Vinland (Wijnland)
Leif Erikson 'ontdekt' Amerika, 500 jaar voor Columbus. Schilderij uit 1893.

Slide 5 - Tekstslide


De eerste Europese kolonisten

  • Columbus kwam in 1492 aan in Amerika.
  • Na hem kwamen grote groepen Spanjaarden naar Midden- en Zuid-Amerika om daar te gaan wonen.
  • Kolonisatie van Noord-Amerika vanaf 1562: Spanjaarden en Fransen in Florida.
  • Nederlanders vestigden zich vanaf 1624 in Manhattan (New York)
Columbus 'ontdekt' Amerika. Columbus is nooit in Noord-Amerika geweest. In zijn vier reizen bezocht hij alleen Midden- en Zuid-Amerika.

Slide 6 - Tekstslide


Engelse kolonisten

  • Pas in de 17e eeuw stichtten Engelsen kolonies in het oosten van Noord-Amerika: John Smith in de kolonie Virginia (1607)
  • De kolonisten waren om verschillende redenen naar Amerika vertrokken.
  • Sommigen waren gevlucht vanwege hun geloof (Pilgrim Fathers), anderen waren gevlucht vanwege armoede en zochten een beter bestaan.
De Mayflower, het schip dat de Pilgrim Fathers in 1620 naar Amerika bracht

Slide 7 - Tekstslide

Maak vraag 1 tot en met 4 in de bookwidget

Slide 8 - Tekstslide

Waar stichtten de Engelsen in Amerika hun kolonies?
A
Oost-kust
B
West-kust
C
Portland
D
Texas

Slide 9 - Quizvraag

De kolonisten in de 13 kolonies moesten zich houden aan de....
A
Amerikaanse wet
B
Russische wet
C
Engelse wet
D
Franse wet

Slide 10 - Quizvraag

De meeste mensen in Amerika waren rond 1750
A
Afro-Amerikanen
B
Blanke Amerikanen
C
Native Americans

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

13 kolonies

1. Politiek
* kenden een ruime mate van zelfbestuur 
* Elke kolonie had een eigen gekozen parlement dat samenwerkte met de Engelse gouverneur.
*Geen vertegenwoordiging in Engelse parlement (Londen)
2. Economisch:
* ten dienste van de Engelse mercantilistische politiek  (aanleveren goedkope grondstoffen, afnemen dure afgewerkte producten)
* Maar! Ze trachtten deze beperkingen te omzeilen (zodat in praktijk er vrijhandel is) en betalen weinig belastingen
3. Cultureel:
* Godsdienstvrijheid
Aanvankelijk hadden de kolonisten weinig last met het Engelse bestuur - Engeland was ver weg en niet bemoeizuchtig. 
Het waren dus 13 aparte kolonies! niet 1 gebied
De kolonies verschilden onderling ook.
Ze konden samenwerken, maar hadden geen inspraak bij de andere kolonie.

Slide 13 - Tekstslide

Welke voordelen hadden de kolonisten? Politiek, economisch en cultureel?

Slide 14 - Open vraag

Welke nadelen kenden de kolonisten?

Slide 15 - Open vraag

13 kolonies
- Noorden: kleine landbouwbedrijven en kleinschalige ambachtelijke nijverheid
- Zuiden: grote plantages van rijke grootgrondbezitters die bewerkt werden door zwarte slaven.

Kustgebieden van het noorden en middenkolonies kenden                                                           ontwikkeling (steden zoals New York, Philadelphia en Boston).
Hier vond men banken, grote manufacturen, handelsmaatschappijen en scheepswerven
Zuiden: de grote plantages met slaven

Westelijk: de 'Frontier' - in handen van Native Americans ('Indianen') Dit is onontgonnen binnenland


vroegkapitalistische
Kooplieden investeerden hun steeds groeiende kapitaal in ondernemingen op het gebied van handel en daarmee verbonden bedrijfstakken. Dit met het oog op winst

Slide 16 - Tekstslide

Franse en Indiaanse oorlog

  • De Britten vechten in een oorlog tegen de Fransen en Native Americans (Indianen). In de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) verloor Frankrijk al zijn gebieden waardoor de Britse heerschappij op het continent werd bevestigd.
  • De oorlog kost Engeland veel geld. Daarom worden de belastingen verhoogd voor de kolonisten. 
  • De Engelse kolonisten verzetten zich steeds meer tegen Engeland.

  • Ondanks dat ze belasting moesten betalen, mochten ze niet meepraten in het Britse parlement: “No taxation without representation!

Slide 17 - Tekstslide

Kolonisten worden bozer

  • Geen vrijhandel meer!
    De kolonisten mochten alleen maar spullen kopen van en verkopen aan moederland - tot 1763 werden deze wetten ontoken, maar vanaf 1764 begon het Engelse parlement op te treden tegen overtredingen

  • Belastingen! financiële kater van de oorlog. Engeland vond dat ook de kolonisten de oorlogsschuld en hun bescherming moesten meebetalen

  • Kolonisten hadden geen inspraak op Britse politiek die hen nu veel regels/belastingen oplegde.

Slide 18 - Tekstslide

'Geen belasting zonder vertegenwoordiging'
1: nieuwe belastingen
Invoerrechten op suiker, glas, papier, thee en een zegelbelasting opgelegd door het Britse parlement.
2: Vreedzaam verzet
Aanvankelijk verliep het verzet vreedzaam: petities en boycot van belastingen.

3. Tea tea tea
Engeland trok de meeste wetten terug in, enkel de belastingen op thee werden om principiële redenen behouden.
Verzet wordt ideologisch
Waar het verzet aanvankelijk economisch was, kreeg het nu een meer politiek en ideologisch karakter: dit betekent dat ze meer en meer vonden dat ze beter zichzelf konden besturen.

Slide 19 - Tekstslide

The Boston Massacre 1770

Toen een groep Britse soldaten door een menigte kolonisten werd uitgescholden, raakten ze in paniek en openden het vuur. Er vielen maar 5 doden, maar desondanks is het incident de geschiedenis ingegaan als "The Boston Massacre"



Is dit beeld op het schilderij volledig betrouwbaar?
Bron
The Bloody Massacre afgebeeld in King Street Boston op 5 maart 1770, a copper engraving by Paul Revere modeled on a drawing by Henry Pelham,1770.

De maker van deze bron, Paul Revere, bestreed actief het Britse gezag. Hij was lid van de 'Sons of Liberty' [Zonen van de Vrijheid] en maakte gravures met als doel het verzet tegen de Britten te versterken. Revere begon deze gravure op grote schaal te verspreiden, drie weken na de gebeurtenissen. Hij baseerde zich op een gravure van Henry Pelham. Hoewel Revere niet aanwezig was tijdens deze schietpartij, was hij op dat ogenblik wel in Boston.

Propaganda
In de jaren voorafgaand aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog werden er in de dertien kolonies veel visuele bronnen verspreid over de spanningen tussen de kolonisten en de Britten. Net zoals bij geschreven bronnen moet je ook met deze bronnen kritisch omgaan, achterhalen wat de standplaatsgebondenheid is van de makers en nagaan met welk doel ze de bronnen maakten. Bekijk met dat in het achterhoofd onderstaande bron.

Maak vraag 5 in de Bookwidget

Slide 20 - Tekstslide


De Boston Teaparty (1)

  • De kolonisten wilden geen belasting meer betalen voor de geïmporteerde Engelse thee (de thee was trouwens voor de Britten goedkoop én van Chinese oorsprong) De kolonisten gingen daarom thee smokkelen.
  • In 1773 verleende de Engelse regering de Britse Oost-Indische Compagnie het monopolie op het importeren van thee uit Azië.
  • De kolonisten gingen deze thee boycotten en dronken alleen nog maar gesmokkelde thee om zo de Britten te straffen (zo hadden de Britten geen winst op theeverkoop)

Slide 21 - Tekstslide


De Boston Teaparty (2)

  • De Engelsen besloten hun thee goedkoper te maken dan de gesmokkelde thee (Tea Act = Thee wet)

  • In Boston bereikten drie Engelse theeschepen de haven.
  • In de nacht van 16 december 1773, werden de schepen bestormd door een groep als indianen verklede kolonisten en gooien alle thee overboord: de Boston Teaparty
  • de andere kolonieën zijn solidair en roepen op tot  een boycot tegen Britse producten
  • 1774: 13 kolonies richten Congres op

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Oorlog met Engeland 
1775-1783

  • Het leger van de dertien koloniën werd geleid door generaal George Washington.
  • Voor Engeland is de oorlog lastig en kostbaar vanwege de afstand.

Slide 25 - Tekstslide

Thomas Jefferson
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring

Slide 26 - Tekstslide

Onafhankelijkheidsverklaring - 4 juli 1776: 
Geschreven door verlicht denker 'Thomas Jefferson'
Alle mensen gelijk geschapen
Iedereen heeft recht op leven, vrijheid en geluk
De regering moet deze rechten beschermen
Anders mag het volk de regering veranderen/afzetten
Maak opdracht 6 tot en met 19

Slide 27 - Tekstslide

Oorlog met Engeland 
1775-1783

  • Het leger van de dertien koloniën werd geleid door generaal George Washington.
  • Voor Engeland is de oorlog lastig en kostbaar vanwege de afstand.
  • Door de steun van Engelands vijanden (Spanje, Holland, Frankrijk, Rusland en Pruisen) keert het tij

  • In 1781 werd het Engelse leger verslagen bij Yorktown
  • De vrede van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog getekend in Parijs in 1783
Schilderij van de ondertekening van de vrede in 1783. Het schilderij is nooit afgemaakt omdat de Britten weigerden model te staan.

Slide 28 - Tekstslide

Dit gebied werd bij de Vrede van Parijs overgedragen aan de Verenigde Staten.
De eerste 13 staten van de Verenigde Staten.
Maak vraag 20 in de Bookwidget

Slide 29 - Tekstslide

1607
1765
1774
1776
1783
Engelsen stichten kolonies in Amerika
De Amerikanen moeten belasting gaan betalen
De Amerikanen richten het Congres op
De Amerikanen roepen de onafhankelijkheid uit
Einde van de onafhankelijkheidsoorlog

Slide 30 - Sleepvraag

Leg uit waarom de Amerikanen geen belasting wilden betalen

Slide 31 - Open vraag

Waarom richtten de Amerikanen het Congres op?
A
Ze wilden graag centrale wetgeving
B
Ze hadden een nieuw parlement nodig
C
Samen stonden ze sterker tegen de Britten

Slide 32 - Quizvraag

Dekolonisatie betekent ...
A
Het afhankelijk worden van kolonies
B
Het onafhankelijk worden van kolonies
C
Oorlog voeren tegen het moederland
D
Samenwerken tegen het moederland

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Het bestuur van de Verenigde Staten
1787 : De VS krijgt een grondwet

  • Federale staat: staat gevormd door verschillende deelstaten die verbonden zijn door een nationale overheid (regering is verantwoordelijk voor buitenlandse politiek, defensie en economische politiek)
  • Driemachtenleer (Trias Politica) van Montesquieu
  • Grondrechten: in 1791 werden al 10 amendementen opgenomen in de grondwet: de Bill of Rights waarin de individuele rechten van de burgers werden opgenomen uit angst ovoro een te strenge overheid (een angst die er nog steeds is)

Slide 35 - Tekstslide

Wie heeft de
wetgevende macht in de VS?
A
De Senaat + Huis van afgevaardigden
B
Iedereen
C
Rechters
D
de president

Slide 36 - Quizvraag

Wie heeft de uitvoerende macht in de VS?
A
Het Congres
B
De president
C
Het Hooggerechtshof
D
De Senaat

Slide 37 - Quizvraag

Waarom past de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring/het bestuur bij de ideeën van de verlichting?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Wat is het systeem van Checks and Balances in Amerika?
A
wederzijdse controle tussen de president, het Congres en het Opperste Gerechtshof
B
wederzijdse controle tussen de president, het Congres en het volk
C
wederzijdse controle tussen de president, het Congres de deelstaten
D
Elk doet zijn eigen ding

Slide 40 - Quizvraag

Geef 3 elementen uit de Amerikaanse grondwet, die de invloed van de ideeën van de Verlichte filosofen aantonen

Slide 41 - Open vraag

Hoe werken de Amerikaanse presidentsverkiezingen?

Slide 42 - Tekstslide

2

Slide 43 - Video

00:35
Zei hij nou dat je niet de meeste stemmen hoeft te hebben om de verkiezing te winnen?
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat heb je verkeerd gehoord.

Slide 44 - Quizvraag

01:47
De VS kent dus ....
A
directe verkiezingen
B
indirecte verkiezingen

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Belangrijke gebeurtenissen
- Boston Tea Party (17 december 1773)
- Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
- Declaration of Independence (4 juli 1776)
- Amerikaanse Grondwet + Bill of Rights 
Los nu de rest van de bookwidget op

Slide 48 - Tekstslide

Controleer de lesdoelen in de bookwidget

Slide 49 - Tekstslide

Wat heb je nog niet zo goed begrepen en dien je dus na te kijken?

Slide 50 - Open vraag