Hoofdstuk 7 Paragraaf 1 Periodiek systeem

Vorige keer
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vorige keer

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag Periodiek Systeem

Na vandaag moet je kunnen uitleggen hoe het periodiek systeem is opgebouwd. 
Wat zijn perioden
Wat zijn de groepen
Daarnaast moet je de namen leren van groep 17 en 18, 
De onderverdeling in soorten atomen (metalen en niet metalen)

Slide 2 - Tekstslide

Atomen
Onderdelen:

Kern  met daarin protonen (die zijn + geladen) en neutronen (ongeladen)
Daarom heen elektronen (die zijn - geladen)

De elektronen zijn heel belangrijk, deze zorgen voor reacties
Elektronen zorgen voor geleiding bij metalen, maar ook voor bindingen tussen moleculen en de hechting tussen atomen in zouten

(behalve bij kernbommen en dergelijke, dan heb je met de kernen te maken onderdeel van de fysische chemie. Dat wordt niet verder besproken)


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Namen die je moet kennen
Groep 17 en 18  (Halogenen en Edelgassen)

Halogeniden:   Fluor, Chloor, Broom, Jodium
                                   F           Cl           Br              I
Edelgassen:  Helium, Neon, Argon, Krypton, Xenon, Radon
                               He          Ne       Ar           Kr               Xe            Rn

Slide 6 - Tekstslide

Halogeniden (groep 17)
Halogeniden zijn de z.g. zoutvormers
Dat wil zeggen dat er gemakkelijk zouten kunnen worden gevormd tussen metalen en halogeniden
De halogenen kunnen een elektron opnemen waardoor de lading van het halogeen -1 wordt.
Die elektronen komen van metalen die daardoor een lading +1  of bij sommige atomen +2 , + 3 krijgen. 
                                           + en - trekken elkaar aan  =>  zout

Slide 7 - Tekstslide

Edelgassen
Edelgassen zijn gassen waarmee moeilijk reacties kunnen worden gedaan. 
Ze kunnen namelijk moeilijk elektronen uitwisselen

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijk
Symbolen voor elementen:

Altijd een Hoofdletter eventueel gevolgt door een kleine letter.

Alle gebruikelijke atomen schrijf je dus met maximaal 2 letters

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht volgende les:
Ken de namen van halogenen en edelgassen met de bijbehorende symbolen (op de juiste manier geschreven)

Slide 10 - Tekstslide