Paragraaf 12.2

Het zit in de familie

Erfelijke afwijking
De kans op erfelijke afwijkingen
Stambomen
Stamboomonderzoek
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het zit in de familie

Erfelijke afwijking
De kans op erfelijke afwijkingen
Stambomen
Stamboomonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Oefenvragen!
Daarna: aan het werk met het huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

De Manx is een staartloze kat. De eigenschap staartloos is het gevolg van het dominante gen A.
Voor fokkers van dit ras doet zich het volgende probleem voor: homozygoot staartloze jongen zijn niet levensvatbaar. Ze sterven voor de geboorte.
Wat is het genotype van een levende staartloze kat?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
AA of Aa

Slide 3 - Quizvraag

Bij rundvee is zwartbont dominant over roodbont (zwartbont = Z en roodbont = z)
Wat is de kans op een zwartbont kalf, als beide ouders roodbont zijn?
Hoe pak je dit aan?
Stap 1: Noteer alle mogelijk genotypes
Stap 2: Maak een kruisingsschema
Stap 3: Bereken het percentage
Stap 4: Beantwoord de vraag

Slide 4 - Tekstslide

PKU is een recessief overervende ziekte. Als beide ouders heterozyoot zijn (Aa) hoe groot is de kans op een kind dat drager is van PKU?
Bij mensen is bruine ogen dominant over blauwe ogen. (Bruin= A en blauw = a)
Wat is de kans op nakomelingen met blauwe ogen als beide ouders heterozygoot zijn?
Hoe pak je dit aan?
Stap 1: Noteer alle mogelijk genotypes
Stap 2: Maak een kruisingsschema
Stap 3: Bereken het percentage
Stap 4: Beantwoord de vraag

Slide 5 - Tekstslide

PKU is een recessief overervende ziekte. Als beide ouders heterozyoot zijn (Aa) hoe groot is de kans op een kind dat drager is van PKU?
Hoe pak je dit aan?
Stap 1: wanneer ben je drager van een recessief overervende ziekte? Welke genotype heb je dan?
Stap 2: maak een kruisingsschema. Beide ouders zijn hetrozygoot.
Stap 3: bereken het percentage.
Stap 4: beantwoord de vraag.

Slide 6 - Tekstslide

De ziekte van Steinert is een monogene (=aandoening wordt bepaald door 1 gen) aandoening die dominant overerft. De spieren worden als je deze ziekte hebt steeds zwakker. Vader is heterozygoot en moeder is homozygoot recessief.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling de ziekte van Steinert heeft?
Hoe pak je dit aan?
Stap 1: met welke genotype(s) ben je ziek?
Stap 2: maak een kruisingsschema. 
Stap 3: bereken het percentage.
Stap 4: beantwoord de vraag.

Slide 7 - Tekstslide

Recessieve overerving

aa = ziek
Aa = drager
AA = niet ziek
Dominante overerving

aa = niet ziek
Aa = ziek
AA = ziek




MONOGEEN: aandoening wordt bepaald door 1 gen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt een stamboom?

Slide 9 - Tekstslide

Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist.
De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer.
Wat is het genotype van de ouders?

1. Beide ouders AA
2. Beide ouders Aa
3. Beide ouders Aa
4. Een AA en ander Aa 

Slide 10 - Tekstslide

Blauwe ogen     Blauwe ogen
Allel voor blauwe ogen is recessief
Is met zekerheid te zeggen of 1 van de individuen 1, 2, 3 of 4 blauwe ogen heeft?
Zo ja, welk individu heeft of welke individuen hebben blauwe ogen?

Slide 11 - Tekstslide

Geslachtsgebonden overerving
Als een gen op het X chromosoom ligt.



Slide 12 - Tekstslide

Denk mee...
  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is         X-Chromosomaal.
  • Een kleurenblinde man en een homozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Aan de slag!

Tip: oefenen oefen en nog eens.. oefenen!
www.biologiepagina.nl 

Slide 14 - Tekstslide