Fase 2.2B, Rekenen, geld - Van gulden naar euro

van Gulden naar Euro
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

van Gulden naar Euro

Slide 1 - Tekstslide

Dit ga je deze les leren:
  • Je leert meer over geld. 
  • Je maakt kennis met verschillende vormen van betalen.
  • Je maakt kennis met de Europese unie.
  • Je leert over de gulden en de euro.
  • Je leert vragen stellen over geld. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heette het geld in Nederland voor de Euro (€)?
A
Franc
B
Lire
C
Gulden
D
Mark

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Met welke munt wordt er in de lidstaten van de Europese Unie betaald?
A
De pond
B
De euro
C
De gulden
D
De pinpas

Slide 9 - Quizvraag

Filmpje
Hoe wordt de euromunt geslagen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De euro en de gulden
 We gebruiken de euro sinds 1 januari 2002
Vóór 2002 betaalden we in Nederland met guldens
Met de gulden kon je alleen in Nederland betalen.

Slide 12 - Tekstslide

De euro en de gulden
In Europa gebruiken 19 landen de euro
Ook in Nederland betalen we met euro's. 
Dat is gemakkelijk, omdat je dan in het buitenland met hetzelfde geld kunt betalen en niet hoeft te wisselen. 

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje
bankbiljetten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Mensen hebben met elkaar afgesproken dat je met papiergeld makkelijker kunt betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Iedereen kan papiergeld maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

In papiergeld zit goud en zilver en daarom is het veel waard.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Vroeger betaalden mensen elkaar door spullen te ruilen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Briefgeld en muntgeld
Tegenwoordig zijn er zijn twee soorten geld:
  • Muntgeld 
  • Briefgeld

Muntgeld wordt gemaakt van verschillende soorten metaal.

Papiergeld wordt gemaakt van katoen
Papiergeld is meer waard dan muntgeld.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een veiligste plek om geld te bewaren?
A
op een spaarrekening
B
in je portemonnee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een veilige plek om geld te bewaren?
A
in een kluis
B
in je broekzak

Slide 22 - Quizvraag

Filmpje
Geld betalen met je pinpas 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Betalen met je pinpas
Veel mensen hebben behalve muntgeld en briefgeld ook een pinpas in hun 
portemonnee. 
Een pinpas is een plastic kaartje wat je kunt gebruiken om te betalen

Je moet dan een geheime code intypen. 
Deze code heet je pincode
Het is belangrijk dat je deze code geheimhoudt, anders kunnen andere mensen betalen met jouw pinpas en dus van jouw geld! 

Slide 25 - Tekstslide

Betalen met je pinpas
Als je betaalt met je pinpas wordt het geld meteen van je bankrekening  afgeschreven. 
Je hebt dan dus geen briefgeld of muntgeld nodig. 

Maar voor gelegenheden waar je alleen contant kunt betalen, kun je ook met je pinpas geld uit een pinautomaat halen om mee te betalen.

Slide 26 - Tekstslide

Als je moeder zegt: 'Ik ga even pinnen' wat gaat ze dan doen?

Slide 27 - Open vraag

Kun je € 72,00 uit de geldautomaat halen?
Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

Van wie is de geldautomaat?

Slide 29 - Open vraag

Betalen via internet
Je kunt tegenwoordig ook betalen via de computer
Je hebt daar wel internet voor nodig. 
Geld betalen via internet heet internetbankieren

Slide 30 - Tekstslide

Betalen via internet
Je kunt dan geld van jouw rekening op de rekening van iemand anders laten zetten. 
Als je wilt internetbankieren, heb je een wachtwoord nodig. 
Net zoals je pincode moet je ook dit wachtwoord geheimhouden

Slide 31 - Tekstslide

Mama heeft op de computer iets gekocht bij een webwinkel. Ze moet € 74,49 betalen.
Hoe gaat zij dat doen?

Slide 32 - Open vraag

Dit vond ik het belangrijkste van deze les...

Slide 33 - Woordweb

Evaluatie

Slide 34 - Tekstslide