Les 3. Samenhang - Spreken/gesprekken voeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Samenhang

Lesdoelen

• Je weet wat er nodig is om een gesprek te voeren.
• Je kent informele en formele gespreksvormen.

Wanneer is het een goed gesprek?

Kenmerken goed gesprek

•    Tijd nemen
•    Contact maken
•    Actief luisteren
•    Respecteren
•    Verplaatsen in standpunt van de ander
•    Gelijkwaardigheid
•    Tweerichtingsverkeer

Wat voor soort gesprekken zijn er?

Welke vaardigheden/technieken heb je nodig om een goed gesprek te voeren?

Vaardigheden voor een goed gesprek

•    Luisteren
•    Samenvatten
•    Doorvragen
•    Goede, open vragen stellen (5W’s+H)

Goed gesprek = luisteren

Actief luisteren 

Samenvatten parafraseren  (controle info + leiding nemen)

Doorvragen (herhalen, verduidelijken, doorvragen, stilte)

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

ACTIEF LUISTEREN = BETROKKEN ZIJN

• afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
• lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
• knikje, 'mimiek'
• luistergeluiden (hmhm)
• de ander laten uitpraten
• samenvatten / doorvragen

Informeel gesprek

• is niet officieel
  
• voer je met mensen die je kent, zoals familie of vrienden
  
• voer je met mensen die je ergens ontmoet
  
• kan over van alles gaan: jezelf, een probleem, wat je wel en niet leuk vindt, je mening, wat je gisteren gedaan hebt
• houd je ‘zomaar’ voor je plezier of omdat het zo uitkomt.
  

Formeel gesprek

• Een voortgangsgesprek met je LOB'er.
• Een sollicitatiegesprek.
  
• Een functioneringsgesprek met je stagebegeleider.

Vooral voor een formeel gesprek bestaan regels:

• In een formeel gesprek gebruik je andere taal dan in informeel gesprek
• Meer afstand tot gesprekspartner

Non-verbale communicatie

• optelsom van je houding, gebaren, gezichtsuitdrukking en intonatie
• bepaalt voor 93 % (!) hoe je boodschap overkomt
• woorden bepalen slechts 7%
  

Opdrachten maken

Bouwstenen 3F 04 Samenhang Spreken/gesprekken voeren