havo 4 pluriforme samenleving 2



Les 2
Door Joyce Sibbald
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les



Les 2
Door Joyce Sibbald

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen van deze les
-worden wie je bent
-socialisatie
-verschillende culturen

Slide 2 - Tekstslide

Socialisatie

Slide 3 - Tekstslide

socialisatie is:

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vraag 4. Wat is het verschil tussen nature- en nurture aanhangers?
A
Nature aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
B
Nurture aanhangers geloven in aangeboren eigenschappen
C
Nature aanhangers geloven in aangeleerde eigenschappen
D
Nurture aanhangers geloven hetzelfde als nature aanhangers

Slide 9 - Quizvraag

Aangeboren/ aangeleerde eigenschappen 
Aangeboren: eigenschappen die erfelijk zijn en die je hebt vanaf je geboorte.

Aangeleerd: eigenschappen die je overneemt van je omgeving. 
Nature- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeboren eigenschappen. 
Nurture- aanhangers: gedrag wordt het meest bepaald door aangeleerde of afgeleerde eigenschappen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Welke conclusies kan je trekken als je kijkt naar deze twee verhalen?

Slide 13 - Open vraag

Cultuur is?
A
nature (aangeboren)
B
nurture (aangeleerd)

Slide 14 - Quizvraag

Socialisatie
Het proces waarbij je bewust of onbewust de normen en waarden van een groep krijgt aangeleerd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Nog even de belangrijkste begrippen op een rij en een aantal vragen over het vorige filmpje:

Slide 17 - Tekstslide




Internalisatie



Aangeleerde normen en waarden zijn 
vanzelfsprekend geworden

Slide 18 - Tekstslide

internalisatie

Slide 19 - Tekstslide

Socialiserende instituties
Socialiserende instituties zijn de mensen of instellingen die ervoor zorgen dat jij socialiseert.

Slide 20 - Tekstslide

Socialiserende instituties en sociale controle
Socialiserende instituties:
  • gezin
  • school
  • werk
  • vriendenkring
  • kerk
  • sportclub enz.
  • overheid
  • media
geven hun waarden en normen mee. Het doen overnemen gebeurt door sociale controle

Slide 21 - Tekstslide

nog een extra filmpje ter verduidelijking

Slide 22 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een informele negatieve sanctie

Slide 23 - Open vraag

Wat is een ander woord voor sanctie?

Slide 24 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een formele positieve sanctie

Slide 25 - Open vraag

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Sanctie betekent
A
Straf
B
Laten weten of iets goed of fout is gegaan
C
aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
D
Mensen letten op hoe je je gedraagt

Slide 27 - Quizvraag

Strafwerk krijgen of een te-laat briefje halen is een voorbeeld van een:
A
positieve sanctie
B
negatieve sanctie
C
imitatie
D
sociale controle

Slide 28 - Quizvraag

De meeste socialisatie vindt plaats door?
A
Sociale controle
B
Expliciete socialisatie
C
Imitatie
D
Formele sancties

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Waarin verschillen culturen? 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Nederland is vooral
A
Masculien
B
Feminien
C
otolien
D
Dorien

Slide 33 - Quizvraag

Masculien versus feminien
In masculiene culturen zijn de werelden van vrouwen en mannen sterk gescheiden. Mannen hebben een leidende rol en zijn gericht op carrière. Voorbeelden zijn Saudi-Arabië en Mexico.

In feminiene culturen lopen rollen van mannen en vrouwen meer in elkaar over en hebben seksen meer oog voor elkaar. Voorbeelden zijn Nederland en de Scandinavische landen.



Slide 34 - Tekstslide

Maak een foto van jezelf waarin je individualisme uitbeeld

Slide 35 - Open vraag

individualistische en collectivistische culturen
In individualistische culturen krijgen mensen in grote mate de vrijheid om een persoonlijke identiteit te ontwikkelen. De nadruk ligt op individuele ontplooiing. 

In collectivistische culturen ligt de nadruk op de sociale identiteit. Het collectief staat boven het individu. Gastvrijheid en de zorg voor naasten zijn in deze culturen belangrijk. 

Slide 36 - Tekstslide

Heb je nog vragen of tips?

Slide 37 - Open vraag