Hoofdstuk 9 toetsvoorbereiding

Hoofdstuk 9 Toetsvoorbereiding
Log in op LessonUp
Leg de volgende spullen klaar:
- laptop (ingelogd op LessonUp)
- wiskundeschrift 
- etui met inhoud (pen, potlood, geodriehoek,rekenmachine)

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeWOStudiejaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9 Toetsvoorbereiding
Log in op LessonUp
Leg de volgende spullen klaar:
- laptop (ingelogd op LessonUp)
- wiskundeschrift 
- etui met inhoud (pen, potlood, geodriehoek,rekenmachine)

Slide 1 - Tekstslide

In deze les herhaal je....
... wat bedoeld wordt met spreiding
... wat spreidingsbreedte is
...wat kwartielafstand is
...werken met boxplots
...telproblemen oplossen
...kansen berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Vermenigvuldigingsregel
De vermenigvuldigingsregel gebruik je bij gecombineerde handelingen 
dus bijvoorbeeld een menu in een restaurant,
Je neemt een voorgerecht én een hoofdgerecht én een nagerecht

Slide 3 - Tekstslide

Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel 
Hoeveel getallen zijn 
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72 
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 2 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
3 x 4 x 3 =36

Slide 4 - Tekstslide

Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel 
Hoeveel getallen zijn 
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72 
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 1 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
3 x 4 x 3 =36

Slide 5 - Tekstslide

Tellen zonder herhaling
Als er een groepje van 8 personen is waarbij iemand gekozen wordt als voorzitter, iemand als secretaris en iemand als penningmeester. 

De mogelijke combinaties: 8x7x6 = 336
Dus er zijn 336 combinaties mogelijk

Slide 6 - Tekstslide

Tellen met herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers (aeiou) worden niet gebruikt
(bv: 12 - wr - tq) 
alle mogelijke combinaties zijn

10 x 10 x 21 x 21 x 21 x 21 = 19 448 100
dus er zijn 19 448 100 combinaties mogelijk

Slide 7 - Tekstslide

Tellen met en zonder herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers worden niet gebruikt. Als letters en cijfers maar 1 keer gebruikt mogen worden zijn de mogelijke combinaties:

10 x 9 x 21 x 20 x 19 x 18 =12 927 600
dus er zijn 12 927 600 combinaties mogelijk

Slide 8 - Tekstslide

Kans
De kans dat je 9 gooit is:
P(somis9)=aantalmogelijkeuitkomstenaantalgunstigeuitkomsten=364=91
P(somislagerdan6)=aantalmogelijkeuitkomstenaantalgunstigeuitkomsten=3610=185
De kans dat je minder dan 6 gooit is: 

Slide 9 - Tekstslide

Weet je nog:
centrummaten
Modus
De waarneming die het vaakst voorkomt
Mediaan
het middelste getal als alle getallen van klein naar groot staan
Gemiddelde
alle getallen bij elkaar opgeteld, gedeeld door het aantal getallen

Slide 10 - Tekstslide

Weet je nog: 
gemiddelde bij een frequentietabel
De totale frequentie = 18+14+9+11+6+6=64 dagen
absulute frequentie = hoe vaak komt het echt voor
relatieve frequentie = hoe vaak komt het procentueel voor
gemiddelde = (18x3+14x4+9x5+11x6+6x7+6x8) : 64 (de totale frequentie)

Slide 11 - Tekstslide

Weet je nog:
modus en mediaan bij een frequentietabel
Modus
de frequentie die het meest voorkomt: 3 (want dat komt 18 keer voor)
Mediaan
er zijn 64 getallen, de mediaan ligt tussen het 32ste en 33ste getal in. 
het 32e getal is 4, het 33e getal ook. De mediaan is dus 4
-
18
19 
-
33
34
-
43

Slide 12 - Tekstslide

Spreidingsmaten
Q1
Eerste kwartiel: de mediaan van de eerste helft van de serie getallen
Mediaan
Middelste getal (of het gemiddelde van de middelste twee getallen) van een serie getallen die op volgorde van klein naar groot staan 
Q3
Derde kwartiel: de mediaan van de tweede helft van de serie getallen
Spreidingsbreedte
grootste getal - kleinste getal
Kwartielafstand
Q3 - Q1

Slide 13 - Tekstslide

Q1, mediaan,Q3

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de mediaan?

2, 8, 5, 3, 2
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quizvraag

Welke reeks waarnemingsgetallen hoort bij de tabel?
A
3, 4, 5, 6
B
2, 4, 1, 2
C
2, 2, 2, 4, 4, 4, 4, 1, 1, 1, 1, 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2
D
3, 3, 4, 4, 4, 4, 5, 6, 6

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de totale frequentie?
A
2
B
9
C
18
D
39

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de mediaan?
A
3
B
4
C
4,5
D
5

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de mediaan?
A
3
B
3,5
C
4
D
10

Slide 19 - Quizvraag

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:

Slide 20 - Tekstslide

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:

Slide 21 - Tekstslide

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:

Slide 22 - Tekstslide

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:

Slide 23 - Tekstslide

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:

Slide 24 - Tekstslide

Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
spreidingsbreedte:
70-26=44

Kwartielafstand:
62-38=24

Slide 25 - Tekstslide

Boxplot
Een boxplot is een manier om een overzicht te geven van een serie getallen. 

Slide 26 - Tekstslide

Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
1
2
4
5
3
6

Slide 27 - Tekstslide

Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4

Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3

Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7

grootste getal: 9

6

Slide 28 - Tekstslide

Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4

Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3

Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7

grootste getal: 9

6

Slide 29 - Tekstslide

Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8  zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26

Slide 30 - Tekstslide

Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8  zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26

Slide 31 - Tekstslide

Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven. 
Met een boomdiagram heb je direct een overzicht van alle mogelijkheden 
Bij een wegendiagram zijn de mogelijkheden overzichtelijker weergegeven

Slide 32 - Tekstslide

Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven. 
BIj een boomdiagram kan je tellen hoeveel mogelijke combinaties er zijn door de laatste kolom te tellen
Bij een wegendiagram kan je de mogelijke combinaties berekenen door het aantal bogen met elkaar te vermenigvuldigen. 

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen
scoren lager dan
8 voor wiskunde?
A
25 %
B
50 %
C
75 %
D
100 %

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel leerlingen
scoren hoger dan
6 voor Engels?
A
25 %
B
50 %
C
75 %
D
100 %

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveel leerlingen
scoren hoger dan
6 voor wiskunde?
A
25 %
B
50 %
C
75 %
D
100 %

Slide 36 - Quizvraag

boxplot

Slide 37 - Tekstslide

timer
2:00
Mediaan
Spreidingsbreedte
Q1
Q3
Laagste waarde
Hoogste waarde

Slide 38 - Sleepvraag

Hoe is de verdeling in percentages?

Slide 39 - Tekstslide

Hoe is de verdeling?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Gegevens:
  • kleinste getal = 
  • Q1 = 
  • Mediaan = 
  • Q3 = 
  • grootste  getal = 
stappenplan
  • Stap 1: teken een getallenlijn
  • stap 2: Zet daarna een stip boven de getallenlijn ter hoogte van de laagste waarde, het eerste kwartiel, de mediaan, het derde kwartiel en de hoogste waarde
  • stap 3: Vervolgens teken je een rechthoek tussen kwartiel 1 en kwartiel 3 en zet je een streep bij de mediaan
  • Stap 4: Teken een streep tussen het laagste getal en Q1 en tussen Q3 en het hoogste getal

Slide 48 - Tekstslide