Werkwoordspelling 12-04-2023
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
ww: rennen
Marco......naar Julia.
Marco......naar Julia.
Slide 3 - Open vraag
ww: kneden
De bakker........het deeg voor het brood.
De bakker........het deeg voor het brood.
Slide 4 - Open vraag
ww: durven
Mariëlle.......niet in een auto te rijden.
Mariëlle.......niet in een auto te rijden.
Slide 5 - Open vraag
ww: maken
Je.......helemaal gek met die muziek.
Je.......helemaal gek met die muziek.
Slide 6 - Open vraag
ww: besteden
Jan ......... al zijn geld aan snoep.
Jan ......... al zijn geld aan snoep.
Slide 7 - Open vraag
ww: worden
Oma ...... blij van dit zelfgemaakte cadeau.
Oma ...... blij van dit zelfgemaakte cadeau.
Slide 8 - Open vraag
ww: klappen
Het meisje ......... het fotoboek dicht.
Het meisje ......... het fotoboek dicht.
Slide 9 - Open vraag
ww: omschrijven
Mijn moeder ........deze man als vrij rustig.
Mijn moeder ........deze man als vrij rustig.
Slide 10 - Open vraag
ww: versperren
De vrachtwagen ....... al urenlang de weg.
De vrachtwagen ....... al urenlang de weg.
Slide 11 - Open vraag
ww: werken
Die manier ...... heel erg goed.
Die manier ...... heel erg goed.
Slide 12 - Open vraag
ww: kiezen
Mijn vader ...... het duurste gerecht van de menukaart.
Mijn vader ...... het duurste gerecht van de menukaart.
Slide 13 - Open vraag
ww: grijnzen
Het meisje ...... nadat ze een grap heeft gemaakt.
Het meisje ...... nadat ze een grap heeft gemaakt.
Slide 14 - Open vraag
ww: verwonden
Tijdens het koken ...... Jip zijn hand.
Tijdens het koken ...... Jip zijn hand.
Slide 15 - Open vraag
ww: geloven
Thijs ....... niet dat het echt waar is.
Thijs ....... niet dat het echt waar is.
Slide 16 - Open vraag
ww: weigeren
Die eigenwijze jongen ......... toe te geven dat hij een foutje heeft.gemaakt.
Die eigenwijze jongen ......... toe te geven dat hij een foutje heeft.gemaakt.
Slide 17 - Open vraag
ww: wijzen
Koen ......... Peter de deur.
Koen ......... Peter de deur.
Slide 18 - Open vraag
ww: drijven
Het vlot ...... op het water.
Het vlot ...... op het water.
Slide 19 - Open vraag
ww: branden
Het hout ....... al een uur in de open haard.
Het hout ....... al een uur in de open haard.
