2. Woordvolgorde bijwoordelijke bepalingen (tijd, manier en plaats)

woordvolgorde in de zin
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

woordvolgorde in de zin

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Aan het eind van de les zet je de bijwoordelijke bepalingen (tijd, manier en plaats)  op de juiste plek in een zin.
Dit doe je door: 
- De woorden in de juiste volgorde te zetten.
- Zinnen met een verkeerde woordvolgorde te verbeteren
- Zelf zinnen te schrijven met deze bijwoordelijke bepalingen
(Je verbetert je praktijkopdracht)

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Toepassing/ voorbeelden

Slide 4 - Tekstslide

Toepassing/ voorbeelden

Slide 5 - Tekstslide

Toepassing/ voorbeelden

Slide 6 - Tekstslide

UITZONDERING

Slide 7 - Tekstslide

Nu jij!
Lees de zin. Is de woordvolgorde goed of fout?

Slide 8 - Tekstslide

Ik ging vorige week naar New York.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben bij de dokter gisteren geweest.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil graag de volgende week wandelen op de Veluwe.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil naar Amsterdam met de trein de volgende week.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Zet in de goede volgorde:
Marie/met de bus/ gisteren/ naar Roermond/ ging

Slide 13 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
Ik/ zonder jas/ ging/ de vorige week/ naar buiten.

Slide 14 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
Mijn moeder/ volgend jaar/ naar Nederland/ wil/ komen/ met het vliegtuig.

Slide 15 - Open vraag

Verbeter nu jouw eigen tekst.

Slide 16 - Open vraag

Evaluatie
Wat heb je geleerd?
Wat wist je al?
Heb je tips voor de docent?
Wat wil je nog leren?

Slide 17 - Tekstslide